Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

De accountantspraktijk van een AA wordt in het najaar van 2006 voor het eerst regulier getoetst. Het eindoordeel is negatief en de accountant moet met een verbeterplan komen. Bij de hertoetsing in 2010 blijkt er niet veel verbeterd.

Eind 2010 verkoopt de AA zijn praktijk aan een ander accountants- en belastingadvieskantoor.

Klacht

De voorzitter van de NOvAA dient een klacht in bij de Accountantskamer omdat de accountant:

• niet heeft beoordeeld of opdrachten kunnen worden aanvaard dan wel gecontinueerd en opdrachtbevestigingen ontbreken danwel onvolledig zijn (terwijl één van de onderzochte dossiers goed was voor 15 procent van de omzet);
• de uitgevoerde werkzaamheden zeer slecht heeft gedocumenteerd;
• in de onderzochte dossiers niet heeft toegelicht waarom de accountantsverklaring ontbreekt.

Oordeel

De klacht is grotendeels gegrond.

Alleen de klacht over de ontbrekende toelichting is ongegrond, omdat de vennootschappen in deze dossiers volgens de aantekeningen van de toetsers niet zijn onderworpen aan een wettelijke controleplicht.

Maatregel

Omdat de accountant zich ervan bewust is dat hij fouten heeft gemaakt en zijn praktijk inmiddels heeft verkocht, vindt de Accountantskamer een berisping zwaar genoeg.

Annotatie Hans Blokdijk

Dit oordeel lijkt nogal mild, omdat niet blijkt dat de accountant zich uit het register wilde laten uitschrijven; herhaling is dus in beginsel denkbaar. In eerdere uitspraken werden accountants in het register doorgehaald ondanks dat zij te kennen hadden gegeven zich uit te zullen laten schrijven (AK 1134) of dat zelfs al gedaan hadden (AK 10 1991). Wellicht heeft het feit dat betrokkene zijn praktijk al verkocht had, hier een rol gespeeld.