Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Drie RA's worden in een gerechtelijke procedure door het gerechtshof benoemd om als registerevaluator een deskundigenbericht uit te brengen over de waarde die de opties van een ict-bedrijf op 16 september 1998 hadden. De RA's komen elf jaar later volgens de Adjusted Present Value-methode op een bedrag van 53,5 miljoen gulden.

Klacht

De eigenaar van de opties vindt de getaxeerde waarde veel te laag en de werkwijze van de RA's onzorgvuldig, passief, ondeskundig en partijdig. Hij verwijt de evaluatoren onder meer dat zij de ict-branche elf jaar na dato hebben getypeerd als een 'overspannen markt' en een 'hype'. Nog voordat het gerechtshof een uitspraak heeft gedaan over de zaak dient hij een klacht in.

Oordeel

De Accountantskamer stelt vast dat de accountants de genoemde typering hebben opgetekend uit de mond van de klager, die commentaar heeft kunnen leveren op het conceptbericht. Volgens de Accountantskamer heeft de klager ook andere beweringen niet aannemelijk gemaakt en evenmin aangetoond dat de gevolgde methode niet deugde of niet goed is gevolgd. De klacht is op alle onderdelen ongegrond.

De Accountantskamer houdt overigens de mogelijkheid open dat het gerechtshof op civielrechtelijke gronden tot een andere waarde van de opties komt.

Annotatie Hans Blokdijk

Over het optreden van een accountant als deskundige voor een rechtbank oordeelt de tuchtrechter dat deze dit slechts kan toetsen aan de fundamentele beginselen zoals vastgelegd in de VGC. De inhoudelijke toetsing van de rapportage ligt volgens de wet bij de rechter. Zo oordeelde het College van Beroep voor het bedrijfsleven ook in JT 2007-31. Dit betekent in wezen dat de tuchtrechter zich beperkt tot de door de deskundigen gevolgde werkwijze.

Deze bleek zeer zorgvuldig te zijn geweest. Lezing van de uitspraak is voor degenen die tot een dergelijke taak worden geroepen dan ook sterk aan te bevelen.