Onbenutte verbetermogelijkheden
Met interesse heb ik de reacties gelezen die de Commissie Toekomst Accountancysector heeft ontvangen op haar openbare consultatie.
In de reacties lees ik over het algemeen weinig enthousiasme voor de mogelijke structuurwijzigingen, zoals die op een rij zijn gezet door de AFM in het rapport 'Kwetsbaarheden in de structuur van de accountancysector'. Wel worden suggesties gedaan om nader onderzoek te doen naar diverse elementen, zoals bijvoorbeeld het partnermodel.
Daar ben ik blij mee, want ik denk niet dat een structuurwijziging zonder meer een oplossing is. Volgens mij zijn er nog veel onbenutte verbetermogelijkheden binnen de huidige structuur. Een structuurwijziging is een stoere, zichtbare ingreep, maar of het iets oplost is de vraag.
Dat ik niet pleit voor een structuurwijziging betekent niet dat ik denk dat de sector op dezelfde voet voort kan gaan en er met de ingezette maatregelen uiteindelijk wel gaat komen. Integendeel, er is wel degelijk een fundamentele wijziging nodig en dringend ook.
Aanleiding voor de instelling van de CTA is de conclusie van de AFM dat het verandertraject waarin de kantoren zitten vooralsnog niet heeft geleid tot een duurzame verbetering van de kwaliteit van de wettelijke controles. In mijn woorden: er is sprake van een prestatiekloof die moet worden gedicht. Accountants doen niet wat ze beloven en dat moet beter. Traditioneel staat tegenover de prestatiekloof de verwachtingskloof: de maatschappij die meer van de accountant verwacht dan hij of zij heeft beloofd of waar kan maken. De remedie tot nu toe: beter uitleggen.
Een heldere tweedeling, zo lijkt het. Maar wel een veel te grove simplificatie van de werkelijkheid, blijkt uit de consultatiereacties. Want die reacties gaan voor een belangrijk deel niet over de prestaties, maar over de verwachtingen die er zijn van de accountant. Vraagstukken die naar voren komen uit de reacties (in mijn eigen woorden en zonder uitputtend te willen zijn):
- Voor wie werkt de accountant: voor een 'anoniem' maatschappelijk verkeer, specifieke stakeholders, of voor de ondernemingsleiding die verantwoording moet afleggen?
- Hoe transparant moet de accountant zijn over de controle en de bevindingen? Is het denkbaar dat de accountant bepaalde (groepen) stakeholders meer of diepgaander informeert dan anderen?
- Moet de accountant ook informatie geven over niet-financiële factoren, zoals cultuur en gedrag, aanpak van fraude en corruptie, opzet en werking IB, effectiviteit van de governancestructuur?
- Is de controle alleen gericht op de getrouwheid van de cijfers, of op het beeld dat de verantwoording als geheel geeft vanuit een bredere perspectief?
- Is de controle gericht op het vinden van negatieve uitzonderingen of het verkrijgen van een overall beeld?
- Wanneer is er sprake van een kwalitatief goede controle?
- Staat de accountant in voor de integriteit van de klant en de verantwoording, door personen die aantoonbaar in het verleden niet integer hebben gehandeld, of aan wiens integriteit onderbouwd wordt getwijfeld, te weigeren als klant. Of wordt verwacht dat hij of zij deze klanten 'opvoedt', zodat wel integer wordt gehandeld?
- Wordt van de accountant verwacht dat hij of zij klanten weigert die de ao/ic aantoonbaar niet op orde hebben, of wordt verwacht dat hij of zij deze klanten 'opvoedt', zodat de kwaliteit van de ao/ic op orde komt?
- Wat is de verantwoordelijkheid van de accountant ten opzichte van de andere verantwoordelijken in de gehele financiële verantwoordingsketen?
Deze vragen zijn in de basis niet nieuw. Al sinds het ontstaan van het accountantsberoep worden ze gesteld. Maar dat betekent niet dat we met de 'oude' antwoorden nog steeds tevreden moeten zijn. De wereld om ons heen verandert razendsnel. Het accountantsberoep moet digitaliseren en innoveren om relevant te blijven. Dat is ook wat veel respondenten benadrukken.
De indeling in prestatiekloof en verwachtingskloof is daarom te rigide. Een verwachtingskloof is misschien wel per definitie een prestatiekloof. Luisteren naar wat belanghebbenden verwachten en daarop zo goed mogelijk inspelen met gebruikmaking van de nieuwste technologie. Maatwerk leveren, dat is wat de drive van het accountantsberoep zou moeten zijn. Met een nieuw elan en een nieuw perspectief voorwaarts.
Kees Camfferman pleit in zijn reactie voor de instelling van een (wat ik noem) 'Raad voor de Controle', waarin alle belanghebbenden samen invulling geven aan het normenkader waaraan een accountant zou moeten voldoen. Dat lijkt mij een goed idee, mits die Raad niet een te vaktechnische insteek heeft. Het gaat eerst om de grote ideeën. De details komen later wel.
En wat zou het mooi zijn als het Nederlandse beroep ook internationaal weer die voortrekkersrol zou kunnen pakken, die ze ooit had. Ik doe graag mee!
Gerelateerd
Meer krassen, meer moed
Het accountantsberoep is niet gewend om het open gesprek te voeren over fouten en leert er daarom niet van. Berry Wammes gunt accountants 'in het veld' en ook bestuurders...
Waar maak jij je druk om?
Waarom spreken zo weinigen binnen het accountantsberoep zich uit, vraagt Pieter de Kok zich af. Het beroep zou gebaat zijn bij meer tegengeluid, boosheid en compassie.
Verbeterplan accountantssector is tien jaar oud
Precies tien jaar geleden, op 25 september 2014, bood de accountantssector aan de politiek het verbeterplan 'In het publiek belang' aan. Dat plan moest zorgen voor...
Team beroepsprofiel start gesprekken met stakeholders
Het kernteam van de NBA dat een nieuw beroepsprofiel zal opstellen, heeft uitnodigingen aan de beroepsgroep en stakeholders gestuurd. Betrokkenen kunnen hun wensen...
Pheijffer: Nieuwe minister moet letten op private equity bij accountants
De nieuwe minister van Financiën is via een introductiedossier door zijn ambtenaren bijgepraat over relevante onderwerpen. Maar de aandacht daarin voor het accountantsdossier...