Controle: gemakkelijk en risicoloos geld verdienen
"Jullie zeggen dat accountants onvoldoende controleren, maar als dat waar is dan zouden er toch veel meer incidenten moeten zijn? Er zijn wel af en toe schandalen over fraude en jaarrekeningen die niet kloppen, maar dat is geen dagelijks nieuws. Dus klopt het wel wat jullie zeggen?" Een goede vraag!
Een vraag die ik destijds als AFM'er vaak heb moeten beantwoorden. Want het lijkt niet logisch en je hebt dus als AFM iets uit te leggen. En het beroep heeft iets om zich achter te verschuilen. Het valt immers allemaal wel mee en we doen toch ons best.
Die uitleg startte altijd met een praktisch werkbare definitie: een controle is onvoldoende als een accountant:
- overduidelijke significante risico's niet in het controleplan heeft opgenomen en niet heeft gecontroleerd. Kort gezegd: de accountant heeft belangrijke zaken over het hoofd gezien. Het gaat dan om risico's die uit de jaarrekening zelf of uit openbare bronnen blijken. Denk aan continuiteitsissues, zaken doen in corruptiegevoelige landen, waardering van immateriële activa e.d.
- controles op materiële posten die hij of zij in het controleplan heeft opgenomen niet of onvoldoende heeft uitgevoerd. In dit geval doet de accountant niet wat hij of zij zelf heeft bedacht dat nodig is om een verklaring te kunnen geven.
- bevindingen die wijzen op materiële afwijkingen negeert of onvoldoende opvolgt. Kort gezegd een smoking gun in het dossier.
Een definitie waar geen speld tussen te krijgen is en die door iedere accountant wordt begrepen.
Maar een onvoldoende controle betekent niet automatisch dat er materiële fouten in de jaarrekening zitten, of dat er is gefraudeerd. Het enige punt is dat de goedkeurende verklaring van de accountant onvoldoende is onderbouwd. Maatschappelijk gezien betekent het dat:
- de buitenwereld onterecht zekerheid ontleent aan de verklaring
- de onderneming betaalt voor een ondeugdelijk product
- de accountant geld verdient met een ondeugdelijk product.
Is dat erg? Niet echt, als de jaarrekening een getrouw beeld geeft. Dan is de jaarrekening goed. De verklaring is ook goed. De onderneming is tevreden en dat geldt ook voor de accountant. Een verklaring krijgen en geven zonder veel gedoe is immers altijd fijn. Het probleem is hooguit ethisch. Er wordt relatief veel geld verdiend door accountants met een product dat niet deugt. Maar daarin zijn accountants niet uniek in deze wereld.
Maar hoe zit het dan als er wel sprake is van materiële fouten of fraude in de jaarrekening en de accountant ten onrechte een goedkeurende verklaring afgeeft? Dat kan gebeuren als de accountant onvoldoende heeft gecontroleerd, in de zin van de AFM definitie. Dat is waar de AFM op toetst en waar kantoren zelf op zouden moeten toetsen: tijdig signaleren van onvoldoende controles en deze herstellen, om zeker te weten dat er geen problemen opduiken.
Maar de AFM-definitie is niet volledig. Het zou ook kunnen dat het controleplan niet deugde. Dat de accountant de onderneming onvoldoende kende en materiële zaken over het hoofd heeft gezien. Ook dan valt de accountant iets te verwijten. Maar hierop valt niet te toetsen. Toetsers komen niet zelf bij de klant en doen de controle niet 'over'.
Is dan ook nog de situatie denkbaar dat de accountant ten onrechte een goedkeurende verklaring heeft afgegeven, maar dat hem of haar niets te verwijten valt? Dat hij of zij de materiële fouten of fraude onmogelijk had kunnen ontdekken? Vaktechnisch gezien zou dat misschien kunnen. Ik denk aan het axiomatisch voorbehoud, of aan de 95 procent en niet 100 procent betrouwbaarheid van het oordeel. Maar de buitenwereld zal daar geen boodschap aan hebben: de accountant heeft zijn handtekening gezet onder een goedkeurende verklaring en toch was het fout. Linksom of rechtsom: de accountant heeft een probleem.
Waar brengt deze redenering ons?
In de eerste plaats: de toetsingen van de AFM en anderen kennen hun beperkingen. Er kan niet worden getoetst of de verklaring terecht is afgegeven, alleen of de controle voldoende is opgezet en uitgevoerd. Maar ook die toets is niet volledig, omdat toetsers de controle niet 'over' doen.
In de tweede plaats: bij klanten die hun zaakjes op orde hebben en zelf zorgen voor een jaarrekening die een getrouw beeld geeft, loopt de accountant geen risico. Bij klanten die hun zaakjes niet op orde hebben staan accountants volop in de wind. Vroeg of laat zullen zij worden aangesproken als de jaarrekening geen getrouw beeld geeft en als wel een goedkeurende verklaring is afgegeven. Daar is geen ontkomen aan.
Helder, maar er is ook nog een andere, belangrijkere implicatie. Controleren bij een onderneming die zijn zaakjes op orde heeft en integer is, betekent dat de accountant feitelijk geen risico loopt. Het doet er dan immers niet toe of de verklaring wel of niet goed is onderbouwd. Maar geen risico lopen, betekent ook geen of weinig maatschappelijke waarde toevoegen.
De accountant heeft pas echt waarde bij klanten die hun zaken niet op orde hebben, of die frauderen. Bij die klanten stevig controleren en materiële fouten of fraudes boven water halen: dat is de echte maatschappelijke waarde van het beroep.
Vanuit dat perspectief is er op dit moment sprake van een heel vreemde ontwikkeling. Want wat zeggen accountantskantoren? Klanten die het niet op orde hebben, of het niet zo nauw nemen als het gaat om integriteit, kunnen en willen we niet controleren. Van die klanten nemen we afscheid en nieuwe klanten met dit profiel laten we niet binnen. Mijn redenering volgend: accountants maken zichzelf daarmee maatschappelijk compleet overbodig. Het gaat dan alleen nog maar om gemakkelijk en risicoloos geld verdienen.
Je zou juist zeggen dat het hoog tijd is dat accountants hun maatschappelijke rol waar gaan maken. Dat ze vooral in moeten zetten op moeilijk te controleren jaarrekeningen. Dat is waarvoor ze nodig zijn. Maar dat is nog niet zo gemakkelijk. Dat snap ik ook wel. Want het betekent meer, veel meer risico lopen en daar zijn de huidige controlestandaarden en het verklaringenstelsel feitelijk niet op ingericht, evenmin als de budgetten. De bedrijfsvoering en de cultuur al evenmin.
Twee weken geleden schreef ik dat de discussie binnen het beroep niet zou moeten gaan over structuren, maar veel fundamenteler zou moeten zijn. Dat de discussie zou moeten gaan over wat de verwachtingen zijn van accountants en hoe accountants die waar zouden kunnen en moeten maken om maatschappelijk relevant te blijven. Feitelijk moeten we gaan nadenken over het gehele concept van wat een controle is. Fundamentele vragen durven stellen, samen met de gebruikers, en opnieuw naar de tekentafel gaan.
Laten we elkaar niet in slaap sussen met de 53 maatregelen en geruststellende boodschappen van de AFM en de kantoren zelf. Verandering, maar dan ook echte verandering, is de enige manier om het beroep toekomstbestendig te maken. Daar ben ik heilig van overtuigd. Hoe eerder we die discussie starten, hoe beter!