Nederlandse veranderaanpak accountantssector verdient de voorkeur
'Never waste a good crisis' is een uitspraak van Churchill die goed van toepassing is op de Britse accountants. De Britse beroepsorganisatie ICAEW lanceert een rigoureus voorstel om de bovenkant van de auditmarkt te herverdelen en zo ruimte te maken voor kleinere kantoren. In het voorstel mogen de big four nog maar 75 procent van de beursgenoteerde ondernemingen in het Verenigd Koninkrijk controleren.
De aanleiding is er naar: het omgevallen bouwbedrijf Carillion laat naar verwachting een schuld achter van 900 miljoen pond, een pensioenschuld van 800 miljoen pond en een spoor van failliete toeleveranciers. Daarbij wijzen pers en politiek naar de big four, die de ondergang niet konden voorkomen maar het afgelopen decennium wel 70 miljoen pond declareerden bij het bouwbedrijf voor controle en adviezen.
Het voorstel van ICAEW is bedoeld om de hegemonie van de big four te doorbreken. Veronderstelling is dat deze kantoren de markt van audit en advies onderling verdelen, waarbij de audit in eerste instantie fungeert als entree voor lucratieve adviesopdrachten.
De Britse mededingingsautoriteit CMA heeft de accountantskantoren in het VK verzocht om op korte termijn met voorstellen te komen, anders zal de CMA dat zelf doen. Dat doet denken aan de Nederlandse discussie uit 2014, toen een reeks affaires aanleiding was voor de politiek om de accountantssector een 'laatste kans' te geven. De Nederlandse sector kwam toen met een pakket van 53 maatregelen.
De gelijkenis toont direct ook het verschil tussen beide landen. In het VK is de speelruimte voor de accountantssector nog maar beperkt en lijken radicale maatregelen onontkoombaar. De Nederlandse accountancy heeft eerder erkend dat publiek belang boven commercie gaat. Als onderdeel van de maatregelen installeerde zij een Monitoring Commissie Accountancy (MCA) om haar scherp te houden, naast de bestaande toezichthouder AFM. In Nederland is de sector om die reden nog steeds aan de bal en streeft ze een intensieve veranderagenda na, die voortdurend wordt geactualiseerd.
De 53 maatregelen uit 2014 zijn door de grotere kantoren grotendeels geimplementeerd en zijn zowel zachte maatregelen (zoals invoeren van een beroepseed) als harde maatregelen (zoals een externe RvC, een clawback-regeling en het afschaffen van goodwill). Ze vormen de eerste fase van het verandertraject. Kantoren en beroepsorganisatie streven samen naar een meer fundamentele verandering waarbij:
- het publiek belang altijd voorop staat,
- maatschappelijke verantwoordelijkheid zichtbaar tot uiting komt, onder andere door risico’s te signaleren en actief bij te dragen aan de bestrijding van fraude en faillissementen,
- de sector voortdurend leert en innoveert en
- het aantrekkelijk is om in de sector te werken.
Dat gaat alleen lukken als de sector zich ontvankelijk betoont voor maatschappelijke kritiek, bereid is zich kwetsbaar op te stellen en het lef heeft om onconventionele maatregelen te nemen ten aanzien van cultuur, gedrag en organisatie. Daar zijn de afgelopen jaren forse stappen gezet, onder andere door vervanging van een deel van het partnerbestand bij de grote kantoren. Maar de sector beseft ook dat ze er nog niet is.
Een voorbeeld. Afgelopen juni publiceerden de NBA Young profs samen met Universiteit Nyenrode een kritisch onderzoek over de hoge werkdruk, die ten koste gaat van de professioneel kritische instelling en de kwaliteit van het werk. Nu vormt een gezond werkklimaat met gemotiveerde en goed opgeleide professionals de basis van een kwaliteitsgerichte cultuur. Tot nu toe zijn we er onvoldoende in geslaagd zo'n klimaat te bewerkstelligen. De koe moet dus bij de horens gevat, door een verbeterplan voor deze werkdruk waar de sector zich aan committeert.
Een ander voorbeeld. Vorig jaar kwam de sector met een discussiepaper over partner-, business- en verdienmodellen. Dat paper werd kritisch ontvangen, de MCA repte van een sector die zich te optimistisch over de bestaande modellen toont en nalaat deze echt ter discussie te stellen. Dat moet dus anders. Uitgangspunt moet zijn dat de sector bereid is tot elke aanpassing die de doelen van de veranderagenda dichterbij brengt; ook als dat tot ingrijpende veranderingen van bestaande structuren leidt. Het is een proces dat bovendien alleen slaagt als de conclusies worden gedragen door maatschappelijk belanghebbenden. We moeten het pad dus in alle openheid en samen met die belanghebbenden verder bewandelen.
De voorstellen in het VK schudden de zaak ongetwijfeld fors op en zullen leiden tot meer concurrentie. De vraag is echter of het niet meer van hetzelfde zal worden: kantoren met een cultuur waar commercie vóór gaat op publiek belang. De Nederlandse aanpak - met een nadruk op kwaliteit, maatschappelijke impact en publiek belang - acht ik daarom meer toekomstbestendig.
Gerelateerd
Meer krassen, meer moed
Het accountantsberoep is niet gewend om het open gesprek te voeren over fouten en leert er daarom niet van. Berry Wammes gunt accountants 'in het veld' en ook bestuurders...
Waar maak jij je druk om?
Waarom spreken zo weinigen binnen het accountantsberoep zich uit, vraagt Pieter de Kok zich af. Het beroep zou gebaat zijn bij meer tegengeluid, boosheid en compassie.
Verbeterplan accountantssector is tien jaar oud
Precies tien jaar geleden, op 25 september 2014, bood de accountantssector aan de politiek het verbeterplan 'In het publiek belang' aan. Dat plan moest zorgen voor...
Team beroepsprofiel start gesprekken met stakeholders
Het kernteam van de NBA dat een nieuw beroepsprofiel zal opstellen, heeft uitnodigingen aan de beroepsgroep en stakeholders gestuurd. Betrokkenen kunnen hun wensen...
Pheijffer: Nieuwe minister moet letten op private equity bij accountants
De nieuwe minister van Financiën is via een introductiedossier door zijn ambtenaren bijgepraat over relevante onderwerpen. Maar de aandacht daarin voor het accountantsdossier...