Opinie

Prestatiedruk

Mijn oudste zoon zat er helemaal door heen. In vier jaar tijd had hij zijn bachelor en master gedaan, hele goede cijfers gehaald en een dijk van een CV opgebouwd met allerlei bestuurlijke, sociale en wetenschappelijke nevenactiviteiten, maar nu was het klaar.

Toen ook zijn relatie uitging kwam hij eind vorig jaar weer thuis wonen. Ik kende hem alleen maar als een vrij hyper persoon: altijd in de weer, zelden rust. Maar nu kon hij niet meer. Hij heeft weken uitgeslapen, op de bank gehangen, gegamed en wat gechilld met vrienden. Hij wilde even niet meer aan de (zelf opgelegde ) torenhoge eisen voldoen en al helemaal niet nadenken over de toekomst.

Wij vonden het prima dat hij thuis kwam. In september waren ook onze dochters op kamers gegaan en we waren net moeizaam aan het wennen aan het lege huis. Dit was een welkom uitstel: weer een kind thuis om voor te zorgen en te verwennen. Maar ik maakte me ook zorgen. Had hij een burn-out? Hij zei zelf van niet, maar het had er toch wel veel van weg. In ieder geval was hij niet zichzelf. En zoals dat altijd gaat als er iets is dat je bezighoudt: ineens lees en hoor je er van alles over. 'Drie op de vier studenten is emotioneel uitgeput' bleek uit onderzoek van de LSVB in oktober vorig jaar en 'Kwart van de studenten heeft burn-out-klachten' was een krantenkop naar aanleiding van een onderzoek van Hogeschool Windesheim in april. Er zijn in de media ook vraagtekens gezet bij de opzet en uitvoering van deze onderzoeken en daarmee bij de uitkomsten. Maar dat er een reëel probleem is dat geloof ik wel. Mijn zoon kent veel studenten die met vergelijkbare of ergere problemen kampen. Inmiddels is er ook een heus Actieplan Studentenwelzijn 2018.

Hoe zit het eigenlijk met studenten Accountancy? Ervaren zij ook die enorme prestatiedruk en wat doet dat met ze? Ik weet niet of daar specifiek onderzoek naar is gedaan. Googelen leverde geen hits op, maar ik kan me zo voorstellen dat de druk ook op hen groot is. De combinatie van leren en werken is zwaar. Ik weet dat nog goed uit de tijd dat ik zelf die combinatie maakte en dan had ik het nog relatief gemakkelijk omdat ik in 2,5 jaar klaar was met mijn postdoctoraal. Voor de studenten die na het vwo beginnen heb ik veel respect: het vereist een enorme discipline om dat al die jaren vol te houden.

Maar niet alleen de combinatie werken-studeren maakt het zwaar. Bij veel accountantskantoren en zeker bij de grote geldt nog steeds het up-or-out-systeem. En hoef je nu niet meer per se partner te worden, maar mag je ook blijven 'hangen' op het niveau van salarypartner, director of senior manager, voor de lagen daaronder geldt dat toch niet. Toen ik begon te werken in 1987 waren er nog, wat werd genoemd 'beroepsassistenten en -controleleiders'. Mensen die waren gestopt met hun studie, maar prima functioneerde op het niveau waarop ze werden ingezet. Maar ze vertrokken, de een na de ander, onder druk, omdat ze plekken bezet hielden die nodig waren voor de doorstromers. Werken bij een accountantskantoor betekent nog vaak: moeten doorgroeien.

Dan is er ook nog de hoge werkdruk in het drukke seizoen (dat steeds langer wordt) omdat de personeelscapaciteit vaak (te) krap is voor het aantal opdrachten dat in die periode kan worden uitgevoerd. En ook de interne en extern toetsingen leiden tot de nodige spanningen. Tel daarbij op de druk niet onder te willen doen voor de collega's en je hebt, denk ik, de nodige ingrediënten die kunnen leiden tot (te hoge) emotionele en prestatiedruk. Ik wil overigens, niemand iets aanpraten. Er zijn mensen die prima gedijen in zo'n klimaat. Maar dat geldt niet voor iedereen. Ik vraag me af of daarover genoeg wordt gesproken of dat de cultuur toch nog zo is dat naar buiten toe te allen tijde de schijn moet worden opgehouden.

Ik zou daar wel meer over willen weten en ook over de vraag of het accountantskantoor van de toekomst niet heel anders georganiseerd zou moeten zijn om aantrekkelijk te blijven of te worden voor een veel grotere groep mensen. Dus wie pakt de pen en reageert (met een eigen opinie)?

En hoe het is afgelopen met mijn zoon? Ik heb hem al een paar weken niet gezien. Hij is met mijn man mee geweest om de stand te bemannen op een tuinbouwbeurs in Californië en daar heeft hij nog een paar weken vakantie achteraan geplakt. Hopelijk was dat de afleiding die hij nodig had om weer perspectief te gaan zien, maar of het zo simpel werkt? We gaan het zien.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marianne van der Zijde adviseert accountantsorganisaties en is voormalig hoofd toezicht kwaliteit accountantscontrole en verslaggeving van de AFM.

Gerelateerd

16 reacties

Paul Stoele

Ook in de verschillende reactie kom ik nogal eens de aanduiding "resources" tegen, wanneer het om mede-mensen gaat. Ligt daar mogelijk de kern van het probleem? Worden mede-mensen inderdaad alleen nog als een grondstof c.q. productiemiddel gezien? Bij die visie hoort uiteraard het streven naar optimalisatie van het daarmee te behalen rendement.
Wanneer je bereid bent jouw mede-mensen als zodanig te zien, dan ben je misschien ook bereid om op meer (menselijke) aspecten te letten.
Een van de problemen van de accountancy is, dat wij elkaar al meer dan honderd jaar (zoals het een goed gildestelsel betaamt) op een nagenoeg gelijke wijze opvoeden. De uit de column en reacties blijkende gewenste cultuurverandering zal, mijns inziens, alleen bereikt worden wanneer de accountancybranche bereid zou zijn om echte buitenstaanders op te nemen in leiding van de kantoren. Uit de medische wereld is bekend dat zo'n model ook de nodige fricties oplevert. Toch zou het proberen de moeite waard zijn. Alleen wie is de eerste?

Jan Bouwens

Correctie Martijn. Het onderzoek is van 1978 maar bedrijven die verliezen, zijn bedrijven die zich ontijdig aanpassen.
Dat punt stond reeds in mijn eerste commentaar genoemd als mogelijk probleem. Is dat een open deur? Weet jij vooraf al dat dat waar is voor alle kantoren? Wat het gevoel zegt is niet altijd waar. Sterker, onderzoek geeft juist vaak een uitkomsten die tegen het gevoel ingaat. Het onderzoek van Marlies en Bas geeft aanleiding tot zorg over de mate waarin indviduele kantoren zich van elkaar onderscheiden en dat gaat dus TEGEN de theorie in van PS! Totaal geen open deur maar een gesloten deur! Enkele van de vele vragen die overblijven: Waarom lijkt het personeelsbeleid van de kantoren zo sterk op elkaar? Is er inderdaad een relatie tussen de daadwerkelijk geleverde kwaliteit en het gevoerde beleid (perceptie over kwaliteit staat niet gelijk aan feitelijke kwaliteit).

Martijn De Kuiper

@Jan

En daarmee is het dus een open deur in deze discussie. In 1978 reeds en sindsdien is iets al geconstateerd, geaccepteerd en van toepassing. Big deal, het gaat er dus om WAT accountantskantoren moeten doen, niet DAT ze iets moeten doen.

Dan kan je tot in de eeuwigheid oud onderzoek reciteren en je gelijk claimen, maar het is niet ter zake doend.

Lezenswaardig stuk nu in het FD waar Marlies hier naar refereerde. Ook lezenswaardig zijn de reacties, waaruit blijkt dat veel mensen geen idee hebben van wat de jeugd bezighoudt.

Alles bij elkaar trouwens niet meer dan we eigenlijk al wisten, maar nu inzichtelijk gemaakt.

Jan Bouwens

@Martijn

Ik weet ook niet wat wordt bedoeld met dooddoener (in mijn geval werd het meer een boosdoener).
Als doodoener moet worden opgevat zoals jij aangeeft, dan is het in elk geval geen dooddoener.
Sinds wanneer is het een dooddoener om te zien hoe bedrijven hun strategie om resources aan te spreken verleggen omdat de omgeving dit vraagt? Is dat een doodoener? Het enige dat ik aangeef is dat als concurrentie zich manifesteert het probleem kan worden opgelost doordat men in concurrentie kiest voor een nieuwe richting. Dat komt niet uit de oude doos, ten minste niet als je meent dat het werk aangaande disruption (Christensen, start in 1979 tot en met 2018); dat gaat daar precies over. En ja dat deze kennis van PS in 1978 werd geboren en nog steeds actueel is kan ik ook niet helpen.

Martijn de Kuiper

Jan

Ik denk dat de reactie van Marcel (en excuses als ik het verkeerd interpreteer) meer ligt in een : duh...als de voorwaarden elders beter zijn dan zal je een beweging die kant op zien. Dat het handig is dat je weet wat voor mensen je wilt aantrekken is ook een 'open deur' zo je wilt.

En misschien worden hier andere ladingen gegeven aan de termen 'dooddoener' en 'open deur'.

Wat natuurlijk veel interessanter is: gebeurt dat ook? En wijzigt er ooit wel eens wat in dat profiel? Of wordt er door accountantskantoren alleen geroepen voor de 'bühne'. Ik geef zelf les aan Nyenrode en het valt mij op dat de geluiden die ik hoor vanuit de studenten van nu hetzelfde zijn als 20 jaar geleden. Terwijl ik ervan overtuigd ben dat de wensen van de 'jeugd' van nu heel anders zijn. Of misschien ook wel niet, maar is dat ook een grote motivatie voor 'andersdenkenden' om de accountancy te verlaten.

Met andere woorden: hoe modern is de accountancy? Welke ruimte is er echt voor diversiteit en ontplooiing? Hoe verander je jouw business model en verkoop je dat aan klanten? En hoe hard wil je daar in investeren? Hoe herken en bind je talent, of blijf je focussen op een bepaald keurslijf waar mensen aan moeten voldoen om door te kunnen groeien of te kunnen blijven?

Ik denk dat salaris en leaseauto namelijk de eerste paar jaar heel interessant zijn, maar dat er dan hele andere dingen gaan gelden.

Ik denk dat het lang gaat duren, omdat de beleidsbepalers daarin nog van dat keurslijf zijn....

P. Willemse

De binnenkant van de accountancy is minder mooi als de PR doet vermoeden. Dat geldt bij veel branches maar vooral bij consultancy achtige beroepen waar accountancy ook onder valt. Bij een up or out systeem is dat nog erger.

Probleem is dat we mensen die afvallen of ontslag nemen om wat anders te gaan doen uit het oog verliezen. We achterhalen dan niet meer of sprake was van hoge prestatiedruk en lange werkuren, ze zijn immers uit beeld.

Soms ontmoet je na 10 jaar mensen en dan ervaar je, omdat ze zich na enkele jaren vrijer voelen, dat dit DE rol speelde bij hen.

J. N. Weezenberg RA

Geachte Heer Verbeeten,
De Redactie schrijft:
"regel 6: Accountant.nl is niet bedoeld voor langdurige één-op-één discussies. Het aantal reacties per topic is daarom beperkt tot maximaal drie per persoon"
.
Ik heb het gesprek met U over opleidings-zaken bijzonder gewaardeerd, maar moest overschakelen om dit te laten blijken.

Vriendelijke groet,
Jan Weezenberg

Frank Verbeeten

De Resource Dependence Theory (RDT), is weliswaar 40 jaar oud maar wordt nog steeds gebruikt (zie bijv Hillman e.a., 2009, Journal of Management, voor een review). Kern van het betoog is dat organisaties hun best zullen doen om toegang te krijgen of houden tot schaarse resources. Om toegang te krijgen tot die schaarse resources kunnen bedrijven allerlei acties ondernemen, zoals bijvoorbeeld joint ventures aangaan, afspraken met andere bedrijven of organisaties maken, of politieke invloed uitoefenen. Voor accountantskantoren zullen (getalenteerde) medewerkers een belangrijke schaarse resource zijn; zij zullen dan ook proberen om toegang te krijgen tot bijvoorbeeld universiteiten via workshops om op die manier jong talent aan zich te binden.

@Johan Visser: als kantoren onderling afspraken maken (wat overigens 1 van de in de RDT genoemde acties is), verdelen ze de markt van accountancy studenten. Kantoren kunnen zich dan alleen onderscheiden op de gebieden waar ze geen afspraken over gemaakt hebben (cultuur, type klanten waar je kunt werken, etc.). Als bijvoorbeeld startups, banken of multinationals een betere reputatie hebben of interessantere arbeidsvoorwaarden bieden, zullen de meer getalenteerde studenten naar dat soort bedrijven vertrekken. Dan kunnen de afspraken tussen grote kantoren er toe leiden dat kantoren ofwel de zeer intrinsiek voor het accountantsberoep gemotiveerde studenten dan wel de ‘best of the rest’ kunnen verdelen. Om dat te voorkomen, zou het van belang zijn dat het beroep aantrekkelijk gehouden dan wel gemaakt in de ogen van het 'jong talent'.

J. Bouwens

@Johan

Ik was tot voor kort nauw betrokken bij de RA opleidingen in Nederland. Een van de zaken die me opviel was dat de kantoren enorm hun best deden aan de studenten te laten zien dat zij uniek waren in vele opzichten en dat je daarom bij hen moest komen werken. Ik wacht graag het onderzoek af van Marlies om te zien of dat de kantoren inderdaad allemaal te veel eisen van hun medewerkers. Als dat zo is dan heeft de sector inderdaad een probleem op te lossen.
Overigens is veel onderzoek gedaan met het raamwerk van PS. Als afspraken zijn gemaakt zie je geen concurrentie verschijnen. Zo vinden Zheng e.a. in 2015 dat bedrijven verbanden zoeken met de politiek om toegang tot resources te krijgen en te houden.
(deze reeactie mag eigenlijk niet ik gebruik een ander emailadres)

Johan Visser

Beste Jan

In Accountancy werkt jouw aangehaalde onderzoek niet!
In de negentiger jaren wilde PW , toen nog zelfstandig, deelnemen aan het PZ overleg van de grote kantoren. Ze hebben hier snel van afgezien toen duidelijk werd dat PW dan mee moest doen aan de afspraken over de arbeidsvoorwaarden die partijen met elkaar makten.
Het zou me ernstig verbazen als deze afspraken nu niet meer bestaan.
Ewald Engelen heeft gewoon gelijk.
In de dagelijkse praktijk bestaat volledige ,rationele concurrentie etc gewoon vaak niet.
Bn benieuwd of jouw onderzoekers uit 1978 hier rekening mee hebben gehouden.
Waarschijnlijk niet want dit soort afspraken hangt men niet aan de grote klok.
Overigens snap ik de grote kantoren heel goed.
Zonder deze afspraken worden ze in tijden van schaarste constant uitgespeeld en zou het verdienmodel onder sterke druk komen te staan.

Marcel Pheijffer

@Jan

Je legt mij weer eens iets in de mond dat ik niet zeg of stel.

Van die manier van discussieren word ik een beetje moe en daaraan doe ik niet meer mee.

Fijne avond!

Jan Bouwens

@Marcel

Dus je concludeert zonder onderzoek te hebben gedaan dat vandaag de dag niet langer opgaat dat bedrijven (kantoren) die een betere deal bieden, ook makkelijker beter personeel aantrekken. Is dat een dooddoener?

Of is de implicatie dat we de professie moeten opleggen dat in alle kantoren goede deals moeten worden aangeboden?
(mijn reactiebudget is nu op voor dit item).

Marcel Pheijffer

@Jan

Ik plaatste een duim omlaag omdat hetgeen jij stelt - op basis van onderzoek uit de oude doos - imho niet meer omvat dan een dooddoener

Jan Bouwens

het zou best prettig zijn als mensen duimpjes omlaag plaatsen, zij ook toelichten waarom men tot dat besluit komt. Dan kunnen we ten minste discussie voeren. Hetgeen ik hieronder opschrijf is niets meer dan een feitelijke constatering uit het werk van Pfeffer en Salancik!

Jan Bouwens

We gaan hiermee terug naar het werk van Pfeffer en Salancik (1978): Resource Dependence.
In dat geval gaat het om de Human Resource. Bedrijven concurrenen om schaarse talenten binnen te krijgen.

Van belang is te weten wat het profiel is van de professional die men wil aantrekken. We zien al dat verschillenden kantoren verschillende eisen stellen en dat mensen ervoor kiezen om voor kantoor A of B te werken.
Als B betere voorwaarden biedt en de beter getalenteerde accountant aantrekt, zal B makkelijker goede mensen in dienst kunnen nemen dan A. Kantoor A zal dan moeten veranderen als ze de best getalenteerde mensen willen kunnen aanstellen. Met name de snelheid van van verandering laat wel eens te wensen over.

Marlies de Vries

Beste Marianne,
Volgende week woensdag (16 mei) verschijnt een gezamenlijk onderzoek van ondergetekende met de NBA Young Profs waarin deze onderwerpen worden belicht.
Mvrgr, Marlies

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.