Opinie

Voorstel over continuïteit lost niets op

De accountantssector is zeer creatief in het verzinnen van maatregelen om de vertrouwenscrisis te bezweren. Of die maatregelen een adequaat antwoord vormen op die crisis, valt te bezien.

De Monitoring Commissie Accountancy (MCA) heeft al eerder veel van de 53 maatregelen in het rapport In het Publiek Belang gefileerd op effectiviteit. Het recente voorstel van de Stuurgroep Publiek Belang, om ondernemingen te verplichten in hun jaarverslag een aparte paragraaf op te nemen over hun overlevingskansen, past naadloos in het rijtje cosmetische maatregelen.

De stuurgroep stelt vast dat accountants vaak onder vuur komen te liggen, als een onderneming failliet gaat zonder dat zij daarvoor gewaarschuwd hebben. Kritiek achteraf is echter alleen terecht wanneer de accountant zijn werk niet goed heeft gedaan. De accountant behoort immers ook nu al bij dreigende discontinuïteit erop toe te zien dat dit in de jaarrekening wordt vermeld, inclusief de voorwaarden waaraan voldaan moet worden om het gevaar af te wenden. Treedt het faillissement daarna toch in dan is aan deze voorwaarden blijkbaar niet voldaan, of hebben zich onvoorziene omstandigheden voorgedaan. Door daarop te wijzen zou de accountant kritiek eenvoudig moeten kunnen pareren. Als de buitenwacht die uitleg met haar wijsheid achteraf niet wenst te accepteren, kan de accountant daar weinig aan doen.

Rob Lelieveld van EY wijst in een toelichting op het voorstel op de spanningen die ontstaan tussen accountant en bestuur van de onderneming wanneer de accountant verlangt dat er een continuïteitsparagraaf opgenomen wordt.  Zo’n melding kan immers makkelijk werken als een selffulfilling prophecy. Anders dan Lelieveld meent zal die spanning niet verminderen als elke onderneming in het jaarverslag aandacht moet schenken aan haar overlevingskansen. Te voorzien valt dat met betrekking tot meldingen inzake continuïteit twee categorieën zullen ontstaan: een obligate volzin dat er niets aan de hand is of een uitweiding over mogelijke bedreigingen. Ook met de verplichte behandeling in de jaarrekening van risico’s waaraan de onderneming bloot staat hebben we dit gezien: doorgaans wordt dit beperkt tot standaardbewoordingen. Zodra de accountant zal verlangen dat over continuïteit meer wordt gemeld dan de obligate volzin zullen opnieuw spanningen met het bestuur van de onderneming ontstaan. Elke afwijking van deze volzin zal er immers weer toe leiden dat de stormbal gehesen wordt. En ook dan zal het mis gaan wanneer de accountant bezwijkt onder die spanningen.

Zolang accountants hun werk goed doen zie ik geen bezwaar dat alleen bij dreigende discontinuïteit informatie wordt verstrekt over de overlevingskansen van de onderneming. Problemen ontstaan wanneer accountants nalaten te doen wat ze behoren te doen. Structurele voorwaarden creëren die dat helpen voorkomen, met andere woorden: aanpakken van wat tegenwoordig wicked problems heet, is zinniger dan voortgaande stapeling van regelgeving.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Rik Blijham, registeraccountant en registervaluator, is zelfstandig gevestigd onder de naam Blijham Overname & Advies.

Gerelateerd

3 reacties

Rik Blijham

@ Rob, dank voor je reactie!
Bij mijn verwijzing naar wicked problems dacht ik aan het verdien- en partnermodel en aan alternatieven voor opdrachtgeverschap (waarbij de accountant niet meer betaald wordt door de gecontroleerde).
Ik wil best geloven dat er ten aanzien van dreigende discontinuïteit een verwachtingskloof bestaat maar vaak als deze kloof ten tonele wordt gevoerd bekruipt mij een ongemakkelijk gevoel. Inzake spraakmakende gevallen van discontinuïteit (Econcern, Imtech, Vestia in Nederland, Carillion en Steinhoff in het buitenland) kun je toch moeilijk stellen dat kritiek op de accountant gebaseerd was op ongerechtvaardigde verwachtingen.
Ik deel niet je gedachte dat gewoon je werk goed doen een eenvoudige oplossing is. Integendeel, in mijn optiek spelen de door mij bedoelde wicked problems juist een belangrijke rol bij de prestatiekloof omdat er negatieve prikkels van uitgaan die het de accountant bijzonder lastig maken om in alle omstandigheden te doen wat hij behoort te doen. Bijvoorbeeld wanneer er spanningen met de klant ontstaan als hij verlangt dat aandacht geschonken wordt aan dreigende discontinuïteit. Zoals in mijn bijdrage uiteengezet zie ik niet hoe die spanningen zouden verminderen door additionele eisen aan mededelingen over overlevingskansen. Het is naar mijn inzicht effectiever de accountant beter te wapenen tegen die spanningen.
Martijn Bos (namens Eumedion) gaat in zijn artikel in het FD uit van een ideale wereld waarin bestuurders blijmoedig uitweiden over de kansen en bedreigingen van hun onderneming. Waarom dat naar aanleiding van deze maatregel wel zou gebeuren terwijl bestuurders tot op heden als het er echt om gaat liever om de hete brij heen draaien maakt hij echter niet duidelijk. Niemand is tegen vergroting van de kwaliteit en relevantie van verslaggeving en controle. Mijn punt is dat ik voorzie dat deze maatregel dat niet gaat bewerkstelligen.

Geert de Jonge

Het zwakke punt in het voorstel van de Stuurgroep Publiek Belang is dat de kwantitatieve onderbouwing van de continuïteit wat haar betreft niet hoeft te worden opgenomen in het bestuursverslag. De stuurgroep heeft daar zelf ook al een vermoeden van getuige haar opmerking “Mocht de praktijk uitwijzen dat het beoogde niveau van inzicht niet wordt bereikt, dan acht de Stuurgroep het passend om te overwegen om voor te schrijven dat de kwantitatieve onderbouwing van de korte termijn analyse wordt toegevoegd aan de in het bestuursverslag op te nemen informatie.” Laten we die stap dan nu a.u.b. meteen nemen en daar is ook helemaal niet veel voor nodig. De best practices van nu hoeven daarvoor alleen gecombineerd worden in het bestuursverslag. Kwantitatieve informatie over leningen, convenanten, ratio’s, headroom, capital risc management, credit ratings en prognoses komen we toch al tegen in de jaarrapporten en hoeven dan alleen nog maar gestructureerd en verplicht in het bestuursverslag te worden opgenomen.

Rob Lelieveld, lid stuurgroep Publiek Belang en voorzitter EY Accountants

Beste Rik,

In je bijdrage schrijf je: “Kritiek achteraf is echter alleen terecht wanneer de accountant zijn werk niet goed heeft gedaan”. Dat ben ik helemaal met je eens, maar in de praktijk blijkt dat er in geval van een faillissement ook geregeld kritiek volgt op de accountant als nog helemaal niet duidelijk is of hij zijn werk goed heeft gedaan of zelfs als later blijkt dat hij zijn werk wel goed heeft gedaan. Het gaat dus niet alleen om een prestatiekloof, maar ook om een verwachtingskloof. De prestatiekloof moet gedicht worden door je werk goed te doen, de verwachtingskloof door betere communicatie en waar nodig handvatten voor de accountant.

In de praktijk blijkt dat op dit moment de lat simpelweg erg hoog ligt voor de accountant om te communiceren over continuïteit, of je dat terecht vindt of niet. Hij haalt daarmee immers de figuurlijke trekker over richting de gecontroleerde.

De huidige regelgeving maakt bovendien niet duidelijk welke onderbouwing door de gecontroleerde organisatie moet worden opgesteld en aan de accountant beschikbaar moet worden gesteld.

Ten slotte komt de vraag naar betere communicatie over continuïteit voornamelijk van gebruikers van de jaarrekening. Zo spreekt Eumedion vandaag in het FD haar steun uit. Ook zijn er positieve ervaringen in de onderwijssector waar men al een doorkijk van vijf jaar hanteert.

Ik zie daarom niet wat het bezwaar tegen de voorstellen zou zijn als daarmee de kwaliteit en relevantie van de verslaggeving en de controle vergroot kunnen worden.

Continuïteit is één van de door de MCA benoemde ‘wicked problems’. Met dit voorstel adresseert de Stuurgroep Publiek Belang dit dilemma en biedt het oplossingen die kunnen bijdragen aan verbetering. Als gewoon ‘doen wat je behoort te doen’ de eenvoudige oplossing voor het continuïteitsvraagstuk zou zijn, dan was het onderwerp hoogstwaarschijnlijk niet als ‘wicked problem’ aangemerkt.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.