De olifant in de kamer: bestuurscultuur
De bestuurscultuur kan voor een accountant een belangrijk signaal zijn voor mogelijke tekortkomingen in het governancesysteem van een bedrijf. Met name als het bestuur van een organisatie zichzelf boven het systeem plaatst, wat niet zelden het geval is. Wellicht herken je dit ook binnen je eigen organisatie.
Laatst zat ik in een managementbespreking, waarin het belang van waarden en de bijdrage hiervan aan een culturele verandering werden besproken. Iedereen was ervan overtuigd dat waarden en het sturen hierop belangrijk zijn. Er werd vervolgens opdracht gegeven om de nieuwe waarden ‘uit te rollen’ en ‘te testen’ binnen één van de divisies. Een mooie taak voor de afdelingen Communicatie en Human Resources, zo werd besloten.
Nu denk je waarschijnlijk: wat is hier mis mee? Klinkt toch logisch en is het niet geweldig dat het thema ‘waarden’ door het bestuur zo serieus wordt genomen? Een duidelijke en sterke toon van de top, met focus op cultuur; wat wil je nog meer? Een mooie tick in the box voor de accountant tijdens zijn controle. Of toch niet?
Volgens mij gaan hier een paar dingen op basis van de systeemtheorie niet helemaal goed. Hoe rol je de waarden van een organisatie nu eigenlijk precies uit? Ze zijn niet tastbaar, je kan het niet vastpakken. Veeleer gaat het om een (observeerbaar) gedragspatroon in de loop der tijd. Bovendien: over waarden (en cultuur) is al veel geschreven en de ‘geleerden’ zijn het er wel over eens dat het lastig is om waarden te meten en/of te controleren. Als systeemdenker ben ik daarnaast van mening dat je onderwerpen zoals waarden en cultuur niet met ‘causaliteits- en controledenken’ kan benaderen. Immers: deze verplaatsen zich niet door de tijd, maar worden in de loop der tijd gevormd en dus is er sprake van een dynamisch proces.
Terug naar het punt dat ik in deze bijdrage wil maken. Wat volgens mij vooral niet goed gaat (en misschien wel een belangrijke reden is van integriteitsrisico’s), is dat het management denkt dat zij ‘boven het systeem’ staat. Managers zien zichzelf vaak te letterlijk als observeerders van het bedrijfssysteem, die acties controleren om doelen te bereiken en de integriteit van de organisatie te bewaken. De rol van observeerder is weliswaar belangrijk in een systeem, maar deze staat er niet los van: managers (observeerders) zijn gewoon onderdeel van het systeem. Het bestuur (of het management) heeft weliswaar een hogere orde in het systeem, maar dit neemt niet weg dat zij net zo goed een agent is in dat systeem. Met andere woorden: de waarden- en cultuuraspecten zijn net zo goed op hen van toepassing.
Dus waarom zou je dan beginnen met uitrollen in één van de divisies en het uitrollen delegeren aan een andere agent in het systeem? Moet je niet eerst in de bestuurskamer beginnen? Bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat alle bestuurlijke beslissingen en handelingen gedurende een tijdsperiode consistent zijn met de bedrijfswaarden en voorgestane cultuur? Waardoor er een waarneembaar patroon kan ontstaan waarnaar de andere agenten (lees: divisies, staffuncties en andere medewerkers) gaan handelen. De vragen die elke bestuurder zich daarom zou moeten stellen zijn onder meer: zijn de bedrijfswaarden en voorgestane cultuur in overeenstemming met mijn eigen waarden? Kan ik hier geloofwaardig naar handelen? Kan een autocratische leider een waarde zoals ‘samenwerken’ omarmen? En kan een digibeet IT-innovatie stimuleren in zijn organisatie?
Ik stelde dit soort vragen ook in de bewuste managementbespreking. Toen werd het stil. Het grappige was dat mijn collega’s zich niet aangevallen voelden, maar dat er een nieuw besef neerdaalde in de bestuurskamer. Wellicht dachten zij diep van binnen: ben ik wel de juiste leider voor de fase waarin het bedrijf nu zit?
Terug naar de wereld van de accountant en het testen van interne beheersingsmaatregelen. Als je als accountant ziet dat controlemaatregelen niet effectief werken, moet je de vraag stellen ‘waarom is dit zo? Niet eenmaal, maar meerdere keren. Je komt dan vanzelf uit bij de bestuursstijl of leidersschapstijl van het management. Misschien waren managementinstructies conflicterend, of zijn er niet genoeg resources beschikbaar gesteld. Denk in dit verband aan de vaststellingen in de recent openbaar geworden ING-kwestie.
Het kunnen zomaar een paar voorbeelden zijn, waarom mensen hun controlemaatregelen niet hebben uitgevoerd. Voor sommigen is dit psychologie van de koude grond. Ik denk echter dat mensen vaak handelen naar wat ze ‘denken’ dat hun leidinggevenden belangrijk vinden. Als mijn stelling klopt, dan zit hier dus een probleem. De vraag is hoe je dat bespreekbaar kan maken, zonder dat je iemand direct bekritiseert om zijn leiderschapsstijl. Dat is een grote uitdaging voor de accountant, als je het mij vraagt. Hoe vertel je de persoon die jouw rekening betaalt, dat hij of zij onderdeel is van het probleem?
De oplossing is simpel. Gebruik systeemwetenschappen en ecologie om de werking van een systeem beter inzichtelijk te maken, zodat het management ziet hoe hun gedrag invloed heeft op het systeem. We zien als gezegd nog te vaak dat het management zich letterlijk boven het systeem plaatst; een veel gemaakte bestuurlijke denkfout met soms grote consequenties. Een mooie en nuttige rol dus voor de accountant om dit bespreekbaar(der) te maken en zo makkelijker met je cliënt over diens leiderschapsstijl en integriteit te praten. We weten diep in ons hart allemaal dat het echte probleem vaak bij personen en niet bij het systeem sec ligt. Er zijn niet voor niks honderden managementboeken over cultuur en leiderschapsstijlen geschreven. Of zoals ze bij mij in Londen zeggen: uiteindelijk moet je toch een keer praten over ‘de olifant in de kamer’.