Opinie

EPSAS: Quatsch Deutsch

Er is bij onze Oosterburen een kleine burgeroorlog uitgebroken tussen twee vooraanstaande instanties: de Duitse Rekenkamer en beroepsorganisatie IDW, instituut van Wirtschaftsprüfer. Een dispuut dat Schmidt en Schmalenbach, in veel opzichten leermeesters van onze eigen bedrijfseconomische grondleggers, ondanks hun onderlinge verschillen van mening in hun graf zou doen draaien als wentelteefjes.

Het gaat er gelukkig ongewapend aan toe, maar de woordenwisseling liegt er niet om. Het betreft een ogenschijnlijk onschuldig onderwerp: de EU-druk om EPSAS als voertaal voor de financiële huishouding van de publieke sector in te voeren. Maar taal is macht. En de druk om de rest van Europa te volgen wordt ook in Duitsland, het laatste land dat ons er tegen beschermt niet het slechtste jongetje van de EPSAS-klas genoemd te worden, steeds sterker gevoeld. Kennelijk. 

Een speciale commissie van de deftige Duitse Rekenkamer is eind vorig jaar uitgekomen met een frontale Blitz op alles wat het vigerend kasstelsel, en de huidige schatbewaarders ervan, bedreigt. Met een eenzijdige argumentatie en felheid waar geen aankomend student mee weg zou komen.

Niemand en niets ontkomt aan de Wagneriaanse pathos en gram van de schrijvers. Ook de grote accountantskantoren niet, die al lang hun ziel verkocht zouden hebben aan de Anglo-Amerikaanse vijand en alleen met dollartekens in de ogen de alternatieve EPSAS-mogelijkheden uitstallen. 

De aangevoerde drogredenen zijn zo doorzichtig, dat je je afvraagt welk groot geheim er achter de ongekend naïeve stellingnames schuilt. Een failliet Duitsland? Het laat het debat in ons land over hetzelfde thema - recent verrijkt met een innemende en indringende poging van de President van de Rekenkamer het onderwerp toegankelijk te maken voor de burger, maar in het geheel toch ook geen al te verheven en veel te slow motion exercitie - er uitzien als een picnic. Geïnteresseerden raadplegen het Rechnungshof-stuk (voor het gemak de Engelse versie) hierbij.

Maar er is ook goed  nieuws: het Duitse IDW, zusterorgaan van onze NBA, heeft in een recente uitzonderlijk felle tegenreactie de Duitse eer belangrijk gesauveerd door de schrijvers (en indirect het Duitse ministerie van Financiën) van ongezouten repliek te dienen. Inclusief het openlijke verwijt van het IDW dat het Duitse MinFin (annex de poortwachters van het Duitse rekenhof) zich al jaren niet houdt aan de Duitse grondwet, waarin ook een volledige staat van activa en passiva wordt geëist. 

De grote vraag die blijft nasudderen is hoe het mogelijk is geweest dat een Monsieur als de Duitse Rekenkamer het ooit zo ver heeft laten komen, met zo’n ongebruikelijk zichtbaar amateuristisch en eenzijdig rapport. En vooral: of de werkelijke staat van financiën in Duitsland er zo belangrijk anders, beter of slechter, uit zou zien bij de invoering van EPSAS. 

Om hier uit te komen eist Alles Hals und Beinbruch.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jules Muis verliet in 1995 het openbare accountantsberoep en was vervolgens vice president en controller van de Wereldbank en directeur-generaal en chief internal auditor van de Europese Commissie. Van 2014 tot eind 2020 was hij lid van de Public Interest Oversight Board (PIOB). Muis was van oktober 2012 tot oktober 2015 ook lid van de Board of Auditors van het European Stability Mechanism (ESM). Jules Muis schrijft op persoonlijke titel.

Gerelateerd

7 reacties

Dick van Offeren

Beste Jan,

Dank voor deze reactie. Ik ben het met je eens dat waarderingen zouden moeten plaatsvinden waar het kan. Ook kan ik mij vinden in jouw visie dat overheidshandelen moet zijn gericht op het behalen van een netto sociaal voordeel. En dan volgt de maar...
Het meten van het netto sociaal voordeel is iets anders dan het meten van het economisch voordeel zoals dat bij opbrengstgerichte organisaties gebeurt. Bij de begrotingsbehandelingen komen regering en parlement tot de conclusie dat bepaalde uitgaven mogen/moetenl worden gedaan. Ik neem aan omdat zij van het sociale voordeel overtuigd zijn. Bij een bestedingsgerichte organisatie wordt het sociale voordeel van te voren aangenomen, bij een opbrengstgerichte organisatie blijkt het economisch voordeel achteraf door markttransacties. Bij een bestedingsgerichte organisatie ligt de prioriteit bij de begrotingsbehandeling; de afrekening (derde woensdag in mei) trekt nauwelijks belangstelling, terwijl bij opbrengstgerichte organisaties de jaarrekening centraal staat. Dat geeft mijns inziens de verschillen tussen de bestedingsgerichte organisatie en de opbrengstgerichte organisatie in het kader van de financiële verslaggeving duidelijk aan.

Een laatste opmerking: zowel bij cash accounting als bij accrual accounting kan sturing voorkomen. Bij accrual accounting kan dat door boekhoudkundige acties; bij cash accounting kan dat alleen met reële transacties. Er moet daadwerkelijk iets worden gedaan met de liquide posten en er is een tegenpartij bij betrokken. Dat betekent dat sturen binnen cash accounting moeilijker en zichtbaarder (kostbaarder) is dan sturing binnen accrual accounting. Nog een argument om overheidsverslaggeving te baseren op cash accounting.

Jan Bouwens

@Dick

Ik zou niet weten waarom overheidshandelen er niet op gericht zou zijn econmische voordelen te creeren.
In mijn ogen zou elk overheidshandelen moeten zijn gericht op het behale van een netto sociaal voordeel. Het is wat anders om te bepalen wat dan precies dat voordeel is. De waardering is moeilijk, waardoor zowel het bepalen van de waarde van een bezitting, alswel of uberhaupt een waarde werd gecreeerd puur subjectief wordt en het daardoor wellicht onmogelijk is een uitspraak over waarde te doen.

Het debat zou moeten gaan over waar het onmogelijk is en waar niet. In dat laatste geval wil je waarderingen.

Dick van Offeren

Beste Richard,

Ik denk dat een verschillende typologie vraagt om een verschillende jaarrekening. De overheid is een bestedingsgerichte organisatie. Haar uitgaven hebben niet tot doel economische voordelen te realiseren. Mijn vraag is wat een actief in de overheidsverslaggeving voorstelt. Bij ondernemingen is de kern van een actief dat het waarschijnlijk economische voordelen in de toekomst oplevert. Dat element past goed bij opbrengstgerichte organisaties zoals ondernemingen.
Een bestedingsgerichte organisatie moet ook inzicht hebben in de vorderingen en verplichtingen op lange en korte termijn.
Voor de overheid kom ik tot de conclusie: accrual accounting waar de baten hoger zijn dan de kosten, en anders cash accounting.

Jan Bouwens

gaat het hier niet heel ordinair om te voorkomen dat beleid ook wordt getoetst op mate dat bijzondere afschrijvingen e.d. nodig zijn? Invoering van EPSAS zou zulke inzichten opleveren en deze blijven nu verborgen.

En, kan met cash niet makkelijker worden geschoven ten einde het begrotingstekort te manipuleren?

Zowel lagere overheden als de centrale overheid heeft zo lijkt het baat bij de status quo!

Richard Overweg

Beste Dick,

Jij haalt aan dat het baten en lastensysteem veel extra kosten heeft zonder echte voordelen. Is er ook een totaalplaatje gemaakt met voor- en nadelen van het batenlastensysteem tov het kasstelsel. Ik lees namelijk op de site van het IDW een 13 pagina's tellende onderbouwing voor het baten en lastensysteem. Het is bovendien bijzonder dat bedrijven op grond van de eu-verordening en waarschijnlijk ook de Duitse wet acrual-accounting (zie Nederlands equivalent bw 2 titel 9) moeten toepassen en de overheid doet dit vervolgens niet. Of zouden alle bedrijven dan ook maar op kasbasis moeten gaan boekhouden?

In Nederland geld bijvoorbeeld artikel 2:362 dat de jaarrekening van bedrijven een zodanig inzicht moet verschaffen, dat er een verantwoord oordeel gevormd moet kunnen worden...... etc


Richard Overweg

Dick van Offeren

In korte tijd twee bijdragen over dit onderwerp. Eerst een nieuwsbericht naar aanleiding van een stuk van de voorzitter van de Algemene Rekenkamer. En nu deze opinie van Jules Muis. Hij verbreedt de discussie door Duitse standpunten aan te geven en voegt het special report van het Bundes Rechnungshof toe. Daarin lees ik: "We assume that, if EPSAS were introduced at the federal level on a mandatory
basis, it would be necessary to retain the cash-based system and to introduce an
accrual-based system in parallel. As a result, this would mean high implementation
costs for Germany not matched by any real benefits. The operation of a parallel
system would impose additional burdens on the German budget (number 8). "

Het baten-lastenstelsel zou veel lasten opleveren zonder "any real benefits". Niet doen dus!

Richard Overweg

Heel bijzonder inderdaad. Zonder stukken gelezen te hebben, doet dit het vermoeden dat overgang op het baten en lasten systeem in Duitsland door de politiek ongewenste inzichten gaat openbaren.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.