Een verzameling eenmanszaken
"We zijn een verzameling eenmanszaken" verzuchtte een bestuurder van een accountantsorganisatie die ik sprak tijdens een bijeenkomst. "Hoezo dat?" vroeg ik en hij vertelde hoe moeilijk het was om alle partners op één lijn te krijgen en hoe weinig bewegingsruimte hij had als bestuurder. Iedereen wilde voortdurend overal over meebeslissen, ook over de meest futiele operationele zaken.
Dit verhaal deed me denken aan de begintijd van het toezicht, ruim tien jaar geleden. Ik sprak toen regelmatig op bijeenkomsten van accountants om een toelichting te geven op de Wta en de Bta. De kern van mijn verhaal was altijd dat met de komst van deze wetgeving er sprake was van een wezenlijke verandering in het bestuursmodel van kantoren.
De Wta gaat ervan uit dat een kantoor wordt aangestuurd door een bestuur, een professioneel bestuur. Dat is in lijn met andere toezichtswetten. En dus niet door de partnervergadering. Ingeschreven staan als beleidsbepaler in het register bij de AFM is dan ook niet een formaliteit. Als beleidsbepaler ben je verantwoordelijk voor en aanspreekbaar op het functioneren van het kantoor en de kwaliteit van de controles. Daarnaast ben je als bestuurder ook persoonlijk aansprakelijk als je van een overtreding van wet- en regelgeving op de hoogte bent, maar niet ingrijpt.
Bestuurder zijn is dus een enorm verantwoordelijke positie en niet iets wat je er even bij doet. Het zou goed zijn als partners dat beseffen. Maar ook: een partner is niet per definitie een goede bestuurder. Ook degene die het wel leuk vindt om erbij te doen of die toevallig ruimte heeft, hoeft dat niet te zijn. Goed besturen vergt specifieke kennis en vaardigheden. Het is ook niet iets dat je er wel even bij doet, naast een volle portefeuille. Als je het goed wil doen, kost het tijd en dus geld.
In de praktijk zag en zie ik grote verschillen tussen kantoren. Er zijn kantoren die een professioneel bestuur hebben dat daadwerkelijk richting en sturing geeft aan de organisatie. Draagvlak zoekt voor beslissingen onder de partners, maar ook op zijn strepen weet te staan en knopen kan doorhakken als er een patstelling dreigt. Maar er zijn er ook genoeg kantoren die nog steeds met dit vraagstuk worstelen en waar de bestuurders zich feitelijk in een onmogelijke positie bevinden: wel verantwoordelijk, maar niet de mogelijkheid hebben om die verantwoordelijkheid te dragen. Ga er maar aanstaan, de mensen in deze positie zijn niet te benijden.
Is dit iets wat alleen speelt bij Wta-vergunninghouders? Nee, natuurlijk niet. Het vraagstuk van de verhouding tussen bestuur en partners is van toepassing in iedere partner- of ledenorganisatie. Dus in ieder accountantskantoor van enige omvang. Hoe je het hebt georganiseerd bepaalt hoe succesvol je bent in het realiseren van je doelstellingen: of je kwaliteit levert en of je financieel goed draait. Dat is waar het uiteindelijk over gaat en niet direct over het naleven van regels.
De inwerkingtreding van de NVKS (Nadere Voorschriften Kwaliteitssystemen) per 1 januari is een mooie aanleiding voor alle kantoren om nog eens goed over deze problematiek na te denken. Ook voor de kwaliteitsbepaler geldt immers dat hij of zij de verantwoordelijk moet kunnen dragen. En wie de rapportages van de AFM volgt en kennis heeft genomen van 'In het publiek belang', weet dat het neerzetten en vooral ook het laten werken van een kwaliteitssysteem alle onderdelen van de organisatie tot in de haarvaten raakt.
Bestuurder zijn in een accountantskantoor kan een heel zware functie zijn. Ik heb zelf het gevoel dat het een beetje een taboe is om daar over te spreken. Dat je als bestuurder nooit mag zeggen dat je iets moeilijk of lastig vindt, dat dat gelijk afbreuk zou doen aan je autoriteit. Toch ligt daar wel de oplossing. Dus hulde aan diegenen die wel dat gesprek durven aan te gaan. Die zich kwetsbaar durven op te stellen. Dat helpt, maar zij kunnen wel een steuntje in de rug gebruiken door meer aandacht voor dit onderwerp in de accountantsmedia, in kringbijeenkomsten en door specifieke trainingen en opleidingen. Alleen samen kunnen we beter worden.
In deze serie vertelt Marianne van der Zijde, ex-toezichthouder bij de AFM, hoe zij naar de accountancy kijkt, met als doel te helpen jaarrekeningcontroles leuker en beter te maken.
Gerelateerd
Nieuw bestuursmodel Deloitte Nederland
De raad van bestuur van Deloitte gaat van acht naar drie leden, met daar onder een nieuw Executive Committee. Een nieuwe functie is die van Chief Quality Officer....
KPMG China heeft niet één, maar twee chairmen
In plaats van de traditionele opzet van een bestuursvoorzitter en een ceo, heeft KPMG China twee bestuursvoorzitters.
Kantoormanagement
Nieuws en achtergrond over kantoorzaken, zoals marketing, innovatie en de ontwikkeling van nieuwe adviesdiensten.
Advocatenkantoor hervormt partnermodel
Advocatenkantoor Boekel De Nerée neemt het eigen bestuursmodel drastisch op de schop. Geen partner meer aan de top, maar een ceo met verregaande bevoegdheden. En...
Partnermodel 'springlevend'
Het partnermodel in de accountancy en de advocatuur heeft de afgelopen tien jaar slechts geringe veranderingen ondergaan.