No change without a rebel
Van een leermeester kreeg ik mee: ‘Als de emoties hoog oplopen, keer dan terug naar de inhoud, naar de kracht van argumenten’. Bij deze, ter aanvulling en in de context van mijn eerdere bijdragen en reacties.
Dit te lezen in de context van de onafhankelijkheidsdiscussie over (praktijk)hoogleraren. Onafhankelijk ben je niet door te zeggen dat je het bent. De buitenwereld moet het ook geloven. Juist als er binnen de accountancysector PRAKTIJKproblemen blijken (tekortschietende controlekwaliteit, verslaggevingsproblematiek, tanend gezag en vertrouwen door een reeks (structuur) van incidenten) mag je van PRAKTIJKhoogleraren verwachten dat ze die problemen analyseren, verklaren, contextualiseren en bijdragen aan een oplossing.
Staatssecretaris Sander Dekker opende op 5 september 2016 het academisch jaar aan de Universiteit van Utrecht. Kernzinnen in zijn betoog: ‘Meng u vaker in het publieke debat. Laat van u horen! Zoek het podium om feiten en nuance in te brengen, als discussies dreigen te ontsporen.’ En voorts: ‘Naast de opleiding - de vorming van jonge mensen - spelen wetenschappers een bredere maatschappelijke rol.’
Voorts stelt Dekker: ‘Ik kan me voorstellen dat je je als wetenschapper het meest vertrouwd voelt in je eigen vakgebied, met je eigen vakgenoten. Veilig binnen de hoge muren van je eigen universiteit. Maar het is een morele plicht voor iedere wetenschapper om steeds weer de vertaalslag naar buiten te maken. Onderzoek en kennis te delen. Want net zoals kunst pas kunst wordt als het wordt gezien, wordt kennis pas kennis als het wordt gedeeld.’
Ronald Jas, trainer wetenschapscommunicatie stelt (maart 2014) naar aanleiding van een onderzoek van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid naar de uitkomsten van het vertrouwen in de wetenschap (2013) dat er iets aan de hand is met het ‘gezag van de wetenschap’. En naar aanleiding van een debat van het Rathenau Instituut (een instituut dat de publieke en politieke meningsvorming over de maatschappelijke aspecten van wetenschap en technologie stimuleert):
‘Wat betreft de betrouwbaarheid van het wetenschappelijk bedrijf liggen er diverse beleidsuitdagingen, zoals het voorkomen van frauduleuze praktijken op universiteiten en het scherper worden op de dreigende ‘vervuiling’ van wetenschappelijk onderzoek door de steeds nauwere samenwerkingen met het bedrijfsleven. Ook de publicatieplicht binnen de wetenschap mag kritischer worden bekeken omdat ze ook kan leiden tot het brengen van nieuws dat geen nieuws is of het publiceren van ongecontroleerde of voorbarige inzichten.’
Eerder (december 2006) stelt communicatiestrateeg Huub ter Haar in een opiniestuk dat de ‘wetenschap schittert door afwezigheid in publiek debat’. Zijn betoog: ‘De situatie is echter zorgwekkend. De meeste wetenschappers leven en werken in een ivoren toren. Ze hebben hun redenen om afzijdig te blijven, bijvoorbeeld omdat ze een nogal eenzijdig professioneel zelfbeeld koesteren. Ze vinden popularisering niet zo nodig als je echt goed bent in je vak. De waardering van collega’s is veel belangrijker dan van het publiek. Veel wetenschappers gruwen van het etiket van ‘mediahoer’. Angst om de eigen positie te schaden weerhoudt ook veel wetenschappers van actieve deelname aan het publieke debat.’
Ter Haar stelt verder: ‘Menig wetenschapper, tenslotte, mijdt ook het publiek debat, omdat de man of vrouw zich niet helder kan uitdrukken voor een groter publiek. Vakjargon, saaie taal en onbegrijpelijke redeneringen zijn vaak grote drempels om met de samenleving in gesprek te geraken.’
We kunnen ook kijken naar de missies van diverse universiteiten die – aldus Van Kasteren (januari 2015) – ‘hun maatschappelijke taak bezingen in welluidende missieteksten’. Bijvoorbeeld de Universiteit van Amsterdam, die plek biedt aan ‘competente rebellen, die met lef, maar ook verantwoordelijkheid hun pad kiezen’. Vanuit hun ‘bevoorrechte academische positie’ is het hun ‘verplichting om met verworven kennis en kunde altijd een prominente en zichtbare rol te spelen in het maatschappelijk debat’. Overigens noemt Willem Schinkel, hoogleraar Sociale Theorie, de zelfomschrijvingen van universiteiten ‘meer wensbeelden dan praktijkbeschrijvingen’.
Marte Bugel, als historicus werkzaam binnen de vakgroep ‘History and Philosophy of Science’ aan de Universiteit van Utrecht, schrijft: ‘Het vraagt een cultuurverandering om als universiteiten pal te gaan staan voor het belang van het aanzwengelen van maatschappelijke debatten, het publiceren van gedegen boeken voor een groot publiek en de kritische evaluatie van maatschappelijke instituties.’ Wetenschapssocioloog Willem Haffman bespreekt de ‘Wetenschapsagenda’ en ziet die ‘als een bliksemafleider voor de roep om meer directe maatschappelijke betrokkenheid bij wetenschap en voor de kritiek dat een deel van het bedrijfsleven te veel controle heeft over die betrokkenheid’.
De ‘Kabinetsplannen wetenschap 2015-2025’ geven eveneens aan wat van de wetenschap en hoogleraren wordt verwacht, namelijk: ‘dat de wetenschap meer verbonden is met de maatschappij en het bedrijfsleven en maximale impact heeft’. Geappelleerd wordt aan de kern van het wetenschappelijk bedrijf: valorisatie, ofwel het verzilveren van wetenschappelijke kennis door die toegankelijk te maken voor derden. In de woorden van het kabinet:
‘Op deze plaats onderstrepen we nog eens onze brede opvatting van het begrip valorisatie. Die omvat niet alleen economische benutting van kennis, maar ook het benutten van kennis voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken of het bijdragen aan maatschappelijke discussies.’
Daartegenover staat de wetenschappelijke beweging ‘Science in transition’ die in een ‘position paper’ onder meer de ‘dubbele moraal’ van wetenschap bespreekt: ‘Bij inhoudelijke discussies verzetten zij zich tegen nieuwkomers die hun reputatie bedreigen. Reputatie is immers het enige sociale kapitaal waarover onderzoekers beschikken.’ Kost wat het kost moet het dominante beeld van de goegemeente in stand worden gehouden: de mythe van de ‘enchanted view’.
‘Science in transition’ stelt: ‘Wetenschap werkt niet omdat die mythe ‘in de lucht hangt’, maar omdat door snoeiharde debatten, gevoed door competitie nieuwe resultaten gefilterd worden. Aan het front van de wetenschap is er een continue belangenstrijd die nieuwe kennis voortdurend tegen het licht houdt, maar soms ook, zo blijkt achteraf, ten onrechte progressie afremt of zelfs oude kennis te lang hoog houdt.’
Of laat ons een geheel andere invalshoek nemen: de criteria categorieën leerstoelen van de Erasmus Universiteit, waarin het fenomeen praktijkhoogleraar specifiek wordt omschreven. Daarin is expliciet aangegeven dat diens focus onder meer ligt op ‘media-optreden en bijdragen aan het maatschappelijk debat’. Voorts geldt als functie-eis: ‘De praktijkhoogleraar heeft in de media een bijdrage geleverd aan de wetenschappelijke en/of beleidsdiscussie op het vakgebied.’
Terug naar Sander Dekker. Maar nu bij de opening van het academisch jaar 2014 bij mijn Leidse Universiteit (waar ik een tweede aanstelling heb). Daar bracht hij een ode aan ‘betrokken dwarsdenkers’: ‘wetenschappers die tegen de heersende norm in durven gaan, en die op zoek zijn hoe de wereld werkelijk in elkaar steekt’. Het bracht mij tot de titel van deze bijdrage: No change without a rebel. Hij besloot zijn toespraak met de oproep om ‘academische vrijheid te combineren met maatschappelijke verantwoordelijkheid’.
Ik doe een oproep aan mijn collega’s om de emoties te laten voor wat die zijn en samen de draad conform de hiervoor geschetste lijnen op te pakken. Doorbreek ‘the conspiracy of silence’. Opdat we gezamenlijk inhoud geven aan onze maatschappelijke verantwoordelijkheid.
Naschrift redactie: Met deze opinie van Marcel Pheijffer besluit Accountant.nl de reeks opiniebijdragen over hoogleraren in de accountancy.
Gerelateerd
Hoogleraren pleiten voor zorgplicht voor ondernemingen
Grote bedrijven moeten worden verplicht zorg te dragen voor het algemeen belang. Dat stellen drie hoogleraren in een opiniebijdrage in NRC.
FTM: UvA beloofde EY voordelen in ruil voor sponsordeal
De vakgroep belastingrecht van de Universiteit van Amsterdam beloofde aan meerdere bedrijven voordeeltjes in ruil voor sponsoring van een onderzoeksproject. Zo zou...
VU onderzoekt onafhankelijkheid studie fiscaal recht
De Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam onderzoekt de onafhankelijkheid van specialisaties binnen de masterstudie fiscaal recht. De universiteit reageert daarmee...
FTM: Big four beïnvloeden inhoud studie fiscaal recht
Zes grote Zuidas-kantoren, waaronder de big four, oefenen samen met de Belastingdienst al jarenlang invloed uit op de inhoud van een afstudeerrichting fiscaal recht...
FTM: EY financierde leerstoelen en leverde promovendi voor Erasmus Universiteit
De belastingadviespraktijk van EY financierde twee leerstoelen bij de vakgroep fiscaal recht van de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Ook stelde EY twee werknemers...