The future depends on what you do today*
Rondom de column van Marcel Pheijffer over voorspellen (Hindsight & foresight) ontspon zich een interessante discussie over de inzet van nieuwe technologie in de accountantscontrole.
De OK-Score werd daarbij als voorbeeld aangehaald. Op het gevaar af als betrokkene bij de OK-Score beschuldigd te worden van het preken voor eigen parochie, wil ik toch enkele aspecten nader belichten, op basis van de reacties op het artikel van Marcel. Als rechtgeaard accountant had ik bij de kennismaking met de OK-Score overigens precies dezelfde gedachten zoals die in enkele reacties zijn geuit.
De noodzakelijke diepgaande kennis van een bedrijf, haar omgeving en wat daar ineens kan gebeuren. Onuitgesproken: ‘Die kun je immers niet in een model inbakken’.
Het is belangrijk om te bedenken dat de OK-Score zich baseert op de samenhang tussen jaarrekeningposten en ratio’s in tenminste vijf opeenvolgende boekjaren. Bovendien is de score alleen geschikt voor bedrijven met een zekere massa (ongeveer de grens van de verplichte accountantscontrole). Zulke organisaties hebben een zodanige omvang, dat ze niet van het ene op het andere moment omvallen.
Zodra een negatieve trend inzet, door bijvoorbeeld een disruptieve ontwikkeling, zal de score snel verslechteren. An sich al reden om zo’n cliënt te waarschuwen, als dat nog nodig mocht zijn. Maar als de binnen het model voorspelde posities onvoldoende zijn voor continuïteit zal de score waarschuwen voor een definitief einde binnen drie jaar, als er tenminste niet indringend ingegrepen wordt.
En mocht er sprake zijn van fraude in de jaarcijfers, met mogelijk plotselinge afboekingen als deze uitkomt, dan heeft het model daarvoor al ‘onverklaarbare posten’ gedetecteerd. Bepaalde verbanden of ratio’s pasten dan niet meer in het beeld. Tenslotte is er bij grote onzekerheid ook altijd nog de mogelijkheid om bijvoorbeeld de halfjaarcijfers in te voeren, zodat je er als accountant nog dichter op kunt zitten.
Bedenk ook: het model is alleen toepasbaar voor ‘normale’ bedrijven en bijvoorbeeld niet voor overheidsgedomineerde organisaties, waar regelgeving de hele zaak ineens op zijn kop kan zetten.
De noodzaak van kennis van het model om het verantwoord in te kunnen zetten.
De AlphaGo computer van Google won onlangs door Deep Learning (leren via diepe neurale netwerken) het complexe spel Go van de drievoudige kampioen van Europa. Het blad De Ingenieur (27 januari 2016) schreef daarover:
“Het grote voordeel van AlphaGo is dat hij veel meer partijen kan analyseren dan mensen dat kunnen en daardoor sterke of zwakke patronen kan vinden die mensen nog nooit hebben opgemerkt; hij wordt ook nooit moe en maakt geen domme rekenfouten. Vergeleken met Deep Blue (IBM JdR) gebruikt AlphaGo veel meer spelintelligentie in plaats van brute rekenkracht, juist dankzij die patroonherkenning.”
Als je nu weet dat AlphaGo steeds de beste zetten doet en het programma al 494 van de 495 partijen heeft gewonnen tegen concurrerende spelcomputers, doordat het blijkbaar beter in staat is om posities te overzien, moet je die dan kunnen narekenen om het programma in te zetten om te winnen? Volstaat dan niet een conceptueel begrip? Kun je als mens überhaupt nog precies berekenen wat de beste zet is? Is het niet een beetje hetzelfde als bij de zelfrijdende auto; wie is schuldig als er wat fout gaat? Maar het gaat maar één op de zoveel honderdduizend kilometer fout.
Bij de OK-Score is dat < 1 procent, blijkt al dertien jaar. Okkerse heeft voor de OK-Score nagedacht over jaarrekeningen, vanuit een uitgekiend conceptueel model - inclusief strategische opties - met posities (jaarrekeningposten) en zetten (mutaties). De ‘Big Data’ waren de vele ingevulde jaarrekeningen en diverse ratio’s, ontwikkeld op basis van nog veel meer jaarrekeningen. Zijn model ziet tendenties en afwijkingen in jaarrekeningposten daarom (gestructureerd) eerder en accurater dan een mens dat kan.
Bedenk ook eens hoe ontwrichtend een dergelijk instrument kan zijn in de financiële wereld. Short gaan op basis van de uitkomsten? (Okkerse krijgt regelmatig aanvragen). Trial & error rond jaarrekeningmanipulaties, zodat ook het model ze accepteert? Voortijdige ‘overreacties’ bij beleggers, terwijl er nog wel bijgestuurd had kunnen worden? Niet onlogisch dus dat de ontwikkelaar voorzichtig is met het openbaren van zijn methode. Blockchain techniek kan helpen bij een gecontroleerde inzet.
Ondersteuning
Op voorwaarde van een gedegen proces van ‘koppeling’ tussen een jaarrekening en de input in het OK-Scoremodel, is de methode naar mijn mening uiterst nuttig ter ondersteuning van de beoordeling van continuïteit door externe accountants. Na invoer krijgt de accountant een cijfer en, als dit aan de orde is, ook een post ‘onverklaarbaar’. Het cijfer zit in een reeks van tenminste vijf opeenvolgende jaren, zodat een beeld ontstaat over het verloop. Dit lijkt me een prima ondersteuning voor de accountantscontrole in dat jaar. Een nadere toelichting op de betekenis van de scores en hun verloop is overigens bijna afgerond.
Als het gaat om het gebruik van de score als adviestool ligt dit natuurlijk wat anders. Dan wil je weten ‘waar’ het model afwijkingen in de patronen heeft vastgesteld. Daarvoor is een diepere kennis van het model nodig. Bovendien is ervaring belangrijk, zodat geen verkeerde conclusies worden getrokken. Hiervoor zullen mensen opgeleid moeten worden en moeten er waarborgen voor vertrouwelijkheid ingebouwd worden.
Natuurlijk kom je met een analyse van de samenstelling en het verloop van specifieke datastromen (omzet, liquiditeiten, voorraden, debiteuren, crediteuren, e.d.) ook een eind bij een voorspelling voor de komende maanden. En als je dan ook nog de parameters meeneemt van bedrijven waar het fout ging, kom je nog iets verder (vgl. methode Altman). Dit is echter heel wat anders dan een samenhangend wiskundig model op basis van een gedegen conceptueel model, dat ongelofelijk veel relaties tussen en standen van jaarrekeningposten volgt en beoordeeld.
Ten slotte: bedenk eens hoe goed het voor het aanzien van de accountancy zou zijn als er een permanente score losgelaten kan worden op een belangrijk deel van de cliëntenportefeuille. Een score die onraad vroegtijdig opmerkt, zodat we als accountants niet steeds weer achter de feiten aanlopen. Om nog maar te zwijgen over het weggegooide geld aan enorme claims.
Dus gewoon in de eindbespreking: “By the way, jullie score stond op x en kwam van y en er zijn door ons systeem geen ‘onverklaarbare’ posten gesignaleerd”. En dreigen er problemen volgens het model? Dan ga je samen met je cliënt kijken waar die problemen kunnen zitten. Is dat geen accountancy 4.0?
(*Mahatma Gandhi)
Gerelateerd
Okkerse: accountants 'snuffelen aan mijn methode'
'Het verdienmodel van accountants ligt onder vuur. Ze mogen meer ondernemen en zoeken naar nieuwe wegen. Daarom snuffelen ze aan mijn methode.' Dat zegt Willem Okkerse,...
Hindsight & foresight
'Voorspellen is moeilijk, zeker als het de toekomst betreft.' Ik heb altijd begrepen dat deze spreuk oorspronkelijk uit China afkomstig is. Maar toen ik het opzocht...
Big four ontkennen gesprekken over OK-score
Vorige week stelde Willem Okkerse met twee van de big four in gesprek te zijn over het gebruik van de OK-score. De big four zelf zeggen van niets te weten.
'Met twee van de big four in gesprek over OK-score'
Met twee van de big four en met "een of twee" middelgrote kantoren wordt gesproken over toepassing van de OK-score bij het accountantswerk.
Independence Company introduceert 'OK-instrument' voor commissarissen
The Independence Company, kennisorganisatie voor accountants, komt met een op de OK-score gebaseerd instrument voor risico- en fraudedetectie. De dienst is speciaal...