Opinie

KPMG-voorman Röell over de slager die het eigen vlees keurt

Afgelopen maandag publiceerde het Financieele Dagblad een lezenswaardig interview met KPMG-voorman Albert Röell, met wie ik onlangs zelf een kennismakingsgesprek had. Röell verhaalde in de krant onder meer over het partnermodel dat op de schop zou moeten en over aandelenparticipatie door jonge medewerkers.

Het zijn onderwerpen waarop ik als lid van de Monitoringcommissie Accountancy nu niet in kan en wil gaan, omdat zij raken aan het rapport van de werkgroep In het Publiek Belang en de 53 maatregelen die door de werkgroep zijn voorgesteld.

Maar Röell bracht meer onderwerpen ter berde, waar ik in het openbaar wel iets over kan en mag vinden. Bijvoorbeeld over het brede onderwerp ‘assurance’. Ik citeer het FD:

Daar waar financiële audit ophoudt, begint de assurance,’ zegt Röell. Dat staat voor zekerheid geven. Niet over financiële cijfers, maar over zaken als integriteit en fraude, de kernprocessen van een onderneming en over duurzaamheid. Bedrijven willen over een breder spectrum van zaken zekerheid. Daar vragen de aandeelhouders, toezichthouders en samenleving ook om.

De journalisten vragen vervolgens door:

De kernprocessen van de onderneming? Hadden we daar niet interne accountants voor? Röell denkt van niet. ‘Onze samenleving beweegt zich van "high trust" naar "low trust". En in een "low trust"- samenleving hebben mensen geen vertrouwen in een slager die zijn eigen vlees keurt. Een gebrek aan vertrouwen is niet zo goed voor de samenleving, maar geeft een organisatie als KPMG wel de kans om zijn maatschappelijke rol zekerheid verschaffen breder te zoeken.

Röell serveert hier, bedoeld of onbedoeld, het gilde der intern accountants af. Het komt hem op een mijns inziens terechte reprimande te staan van John Bendermacher, voorzitter van de club van internal auditors (IIA Nederland). In een reactie op deze website stelt Bendermacher:

‘Als IIA Nederland nemen we nadrukkelijk afstand van hetgeen door de heer Roëll over internal auditors wordt gesteld. Het valt moeilijk te begrijpen waar deze ongenuanceerde mening zo plotseling vandaan komt en waarom deze 180 graden afwijkt van de geldende praktijk en de huidige inzichten van vele belangrijke stakeholders. Waar de Commissie Van Manen duidelijk aanstuurt op een sterke internal audit functie en daarmee vertrouwen uitstraalt over de rol als 'trusted partner in good governance', worden we in dit verhaal afgeschilderd als amateurs. Wij nemen aan dat KPMG hier een rectificatie op laat volgen (…)’.

En inderdaad: de Commissie Corporate Governance (en de ‘schragende partijen’ van de Commissie) onder leiding van accountant Jaap van Manen, is (zijn) anno 2016 juist voor versteviging van de internal auditfunctie. Temeer daar Van Manen in januari 2015 constateerde:

het aantal ondernemingen dat de bepaling over de evaluatie van het instellen van een Interal Audit Functie niet naleeft is relatief hoog.

Maar al veel eerder, in 1997, stelde de toenmalige Commissie Corparte Governance onder leiding van Jaap Peters:

Internationale ontwikkelingen in Corporate Governance leiden ertoe dat (interne en externe) accountants in toenemende mate gevraagd wordt om een adviserende en signalerende rol te spelen bij het beoordelen van de opzet en functioneren van systemen die gericht zijn op het beheersen van risico’s en de verantwoording die hierover wordt afgelegd’.

Indien Röell daadwerkelijk van mening is dat een internal auditor een persoon is die ‘zijn eigen vlees keurt’, dan roept die mening onder meer de volgende vragen op:

  1. Kan de extern accountant volgens Röell dan wel of juist niet steunen op de werkzaamheden van internal audit?
  2. Kan de Belastingdienst volgens Röell dan wel of juist niet steunen op het werk van in- en extern accountants in het kader van horizontaal toezicht?
  3. Kan de AFM als toezichthouder op accountantsorganisaties volgens Röell dan wel of juist niet steunen op de door die accountantsorganisaties uitgevoerde interne dossierreviews en de Opdrachtgerichte Kwaliteitsbeoordelingen (OKB)?

Wat nu indien het antwoord op de laatste vraag hetzelfde is als het antwoord van de KPMG-voorman in het FD-interview, namelijk:

Röell denkt van niet. ‘Onze samenleving beweegt zich van "high trust" naar "low trust". En in een "low trust"- samenleving hebben mensen geen vertrouwen in een slager die zijn eigen vlees keurt.’

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.