Opinie

Tuchtrecht: Elk oordeel heb zijn nadeel

In februari dit jaar deed de tuchtrechter in hoger beroep uitspraak over de controlerend accountants van Vestia. De berisping van de KPMG-accountant werd definitief. Zijn voorganger van Deloitte werd alsnog gewaarschuwd - een verrassing.

Verrassend was ook de reactie van NBA-voorzitter Jongstra op de uitspraak. Volgens Jongstra hebben de controlerend accountants hun werk weliswaar niet goed gedaan, maar anderen ook niet! Daarom geeft de uitspraak een eenzijdig beeld. Elk oordeel heb zijn nadeel.

Rechtspraak geeft vaak een eenzijdig beeld en tuchtrechtspraak dus ook. De zaken zijn vaak een niet-representatief topje van een ijsberg. En in zo’n zaak tellen alleen de feiten die er voor de tuchtrechter toe doen en waarover niet wordt gebakkeleid. De veelkleurige realiteit wordt zo verengd tot wat juristen 'de formele waarheid' noemen. Maar daarom kun je nog wel iets leren van tuchtrecht. 

Ik heb nooit een accountant gesproken die zei: de tuchtrechter heeft mij of mijn collega's voor verder afglijden behoed. Ik heb wèl drie accountants gesproken die niets leren van het tuchtrecht.

De eerste vindt als pionier van de forensische accountancy in Nederland dat zijn ervaring en reputatie belangrijker zijn dan de regels voor accountants. Hij heeft als onderzoeker persoonlijke schade aangericht met ongefundeerde kwalificaties. Hij hàd zich al laten uitschrijven, maar is nu ook van hogerhand doorgehaald.

De tweede is een  registeraccountant in business die wel zes of zeven keer -  ik ben de tel kwijt -  is doorgehaald. Hij ging verbaal als 'een olifant door de porseleinkast' -  om met de Accountantskamer te spreken. Ook hij heeft niets geleerd. In het komend nummer van Accountant zegt hij: "Ik ben nooit veroordeeld voor fraude en vaktechnische fouten." Dat is overigens niet helemaal juist, want ook hij heeft zich wel eens bezondigd aan ongefundeerde conclusies.

De derde accountant die ik onlangs over tuchtrecht sprak is ook forensisch accountant. Hij stond naar eigen zeggen drie keer 'voor het hekje', maar is nooit tuchtrechtelijk veroordeeld. Hij voelde zich wel als een verdachte behandeld. Met name door het CBb, waarin geen accountants zitten; in de Accountantskamer zitten er twee. Deze forensisch accountant vindt - mede gezien de Vestia-uitspraken - dat de tuchtrechtspraak schadelijk is voor de reputatie van het beroep.

Bij mijn weten is nooit onderzocht of de tuchtrechtelijke oordelen over accountantsfouten het imago beschadigen en het vertrouwen ondermijnen. Dat is in ieder geval niet de bedoeling.

De bedoeling is de kwaliteit van de beroepsuitoefening te bevorderen en het zelfreinigend vermogen van de beroepsgroep te versterken. Dat zou de reputatie van het beroep juist ten goede moeten komen en moeten werken als keurmerk.

Vorige week sprak ik een accountant van de Belastingdienst die nogal eens stuit op foute en onoplettende dienstverleners. Hij had een hoge dunk van het zelfreinigend vermogen van het accountantstuchtrecht.

Als de tuchtrechtspraak het vertrouwen in het beroep ondermijnt dan draagt Accountant.nl daar helaas flink aan bij door van alle uitspraken die er toe doen een samenvatting te plaatsen. Het idee daarachter is dat accountants zo kunnen leren van goede voorbeelden en elkaars fouten. Leren van missers is ook het idee achter het boek Uitglijders, lessen uit accountantstuchtrecht.

Die lessen worden getrokken op basis van zo’n tweehonderd definitieve uitspraken, waarin accountants op de vingers zijn getikt. In de meeste gevallen gaat het om verwijtbare vergissingen en zelden om doelbewust fouten.

De Accountantskamer behandelt zo’n tweehonderd klachten per jaar, waarvan een kwart PE- en periodieke-toetsingszaken. Op 22 duizend accountants is de kans dat u dit jaar getroffen wordt door een klacht één op 110. Dat klinkt geruststellend. Maar als u dertig jaar werkt loopt de gemiddelde trefkans op tot 24 procent.

De meeste klachten gaan over geldkwesties, onterecht afgegeven verklaringen, beroerde communicatie en partijdigheid. Klachten over wegkijken bij fraude of zelf frauderen komen minder vaak voor, maar worden wel vaker gegrond verklaard.

In de advocatuur is het niet ongebruikelijk om op gezette tijden een jurisprudentielunch te houden. Dat is de impact van rechtspraak bespreken met volle mond. Misschien zouden accountants dat ook eens kunnen doen.

Lex van Almelo sprak deze opinie uit als inleiding bij de themabijeenkomst voorafgaand aan de ledenvergadering van de NBA op dinsdag 17 mei. Het boek 'Uitglijders, lessen uit accountantstuchtrecht' kunt u gratis opvragen door een e-mail te sturen met uw naam- en adresgegevens naar boekhandel@nba.nl.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Lex van Almelo is journalist.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.