Opinie

De NBA in dubbele spagaat

Naar aanleiding van de boetebesluiten van de AFM eind vorige maand ontspon zich een discussie tussen Marcel Pheijffer en Arnout van Kempen over de vraag of de NBA hierop moest reageren en zo ja, hoe.

Ik mengde mij in deze discussie (zie de reacties) met de opmerking dat bij deze vraag de dubbelrol van de NBA als regelgever en belangenbehartiger weer in de schijnwerpers komt te staan. Bij deze een nadere uitwerking.

Vertrouwen en geloofwaardigheid zijn essentiële pijlers onder het accountantsberoep. Hoezeer dit geldt bleek bijvoorbeeld uit de ondergang in 2001 van Arthur Andersen in drie maanden tijd, tot dan het grootste accountantskantoor ter wereld. Daarbij bevinden accountants zich in een netelige positie: ze fungeren als vertrouwensman van het maatschappelijk verkeer maar worden betaald door de gecontroleerde. Dit alles vraagt een zuivere verdeling van rollen omdat anders de pijlers snel flinke scheuren gaan vertonen.

Met betrekking tot de regelgevende taak van de NBA moet worden opgemerkt dat deze inmiddels fors is ingekaderd. Op nationaal niveau middels de Wet op het Accountantsberoep en de Wta en op internationaal niveau in verband met regelgeving van de IFAC en Richtlijnen van de  EU. Dit alles neemt niet weg dat uiteindelijk de verordeningen van de NBA door de leden moeten worden vastgesteld. Deze zelfregulering, hoe ingekaderd ook, maakt de beroepsgroep kwetsbaar wanneer bij het publiek als gevolg van incidenten het idee postvat dat accountants hun eigen belangen laten prevaleren boven het algemeen belang.

Dat bleek bijvoorbeeld ruim twee jaar geleden bij de invoering van de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO). Toen op het eerste concept van deze verordening aanpassingen werden doorgevoerd kreeg de NBA van diverse kanten (AFM, Jeroen Piersma in het FD) het verwijt dat ze de oren naar de accountantskantoren had laten hangen. In hoeverre dat werkelijk is gebeurd is moeilijk vast te stellen maar ook niet heel relevant. De indruk bij de buitenwacht dat de NBA bij de regelgeving niet alleen het algemeen belang meewoog is al desastreus.

De kwetsbaarheid van de beroepsgroep wordt nog vergroot als diezelfde regelgever ook als haar belangenbehartiger op gaat treden. Naar aanleiding van de tuchtrechtelijke uitspraken in de Vestia zaak voelde de NBA zich geroepen op te merken dat accountants niet als enigen schuldig waren aan het debacle. Dat is natuurlijk zonder meer waar, maar in het kader van de misslagen van de betrokken accountants volkomen irrelevant. Juist als anderen de mist in gaan dient de accountant op te staan. De fouten van anderen vormen dan ook geen verzachtende omstandigheid voor die van de betrokken accountants. De poging voor hen op te komen resulteerde in een aantasting van de geloofwaardigheid van de beroepsgroep en daarmee in een ondermijning van het gezag dat de NBA als regelgever nodig heeft.

Er is voor de NBA derhalve sprake van een dubbele spagaat: zelfregulering zelf houdt reeds risico’s in, met name als de beroepsgroep toch al onder vuur ligt, en deze risico’s worden nog vergroot door de rol van behartiger van de gemeenschappelijke belangen van accountants die de wetgever de NBA ook heeft toebedeeld. Binnen deze verhoudingen zal elke reactie van de NBA op de boetebesluiten van de AFM leiden tot rolverwarring en daarmee averechts werken.

Juist nu accountants in het strafbankje zitten zie ik niet hoe de NBA op een geloofwaardige manier de interpretatie van de regels door de AFM ter discussie zou kunnen stellen. Al snel zou zij daarmee het beeld oproepen van een preek voor eigen parochie. Het aangaan van een dialoog met de toezichthouder waartoe Pieter Jongstra opriep in zijn opiniebijdrage 'Wanneer is goed goed genoeg' lijkt mij evenmin verstandig.

Ik sluit mij geheel aan bij hetgeen Marianne van der Zijde opmerkte in haar blog 'Boetes' de rechter is de aangewezen instantie om onbegrip over interpretaties van de AFM aan voor te leggen. En daarbij is de NBA vanzelfsprekend geen partij.

De NBA zou hoogstens kunnen kijken of in de COS of andere verordeningen nadere verduidelijkingen nodig zijn. Dat lijkt mij echter een doorlopend proces dat ook los van boetebesluiten van de AFM tot de taken van de NBA behoort.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Rik Blijham, registeraccountant en registervaluator, is zelfstandig gevestigd onder de naam Blijham Overname & Advies.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.