NBA

Wanneer is goed goed genoeg?

De boetebesluiten van de AFM waren voor EY en PwC aanleiding om kanttekeningen te plaatsen bij de onderbouwing ervan. Zij betwisten met name het verband tussen de zorgplicht van de organisatie en de gebreken in individuele dossiers. De vraag is of de kantoren hier een sterk punt hebben. De wet is er duidelijk over: de accountantsorganisatie moet ervoor zorgen dat haar medewerkers voldoen aan de eisen die de wet stelt. En fouten van medewerkers zijn in principe fouten van de organisatie.

De discussie roept wel een andere vraag op, namelijk of je fouten ooit kan uitsluiten. En omdat elke professional onmiddellijk zal beamen dat je dat nooit kunt beloven, luidt de vervolgvraag: wanneer voldoet een accountantsorganisatie? Wanneer is goed goed genoeg? Bij een halvering van het aantal tekortschietende dossiers, zoals de AFM nastreeft? Bij een kwart minder, zoals de internationale koepel van toezichthouders IFIAR met de kantoren heeft afgesproken? Of moeten we streven naar nul fouten, zoals dat gebruikelijk is in diverse consumentensectoren?

Het ontbreken van een duidelijk antwoord leidt tot begrijpelijke nervositeit. De kantoren hebben de afgelopen anderhalf jaar hun best gedaan om de kwaliteit fundamenteel te verbeteren, zoals ook de AFM erkent. Dat zou moeten leiden tot betere controledossiers, maar de druk is hoog –  verscherpte kwaliteitseisen, roulerende klanten, krappe bezetting – en de veranderingen leiden niet per definitie op korte termijn tot perfecte dossiers. Het vooruitzicht van nieuwe reprimandes van de AFM leidt tot zorg en frustratie, ook omdat er soms onbegrip is over de interpretaties van de toezichthouder. Dit roept in toenemende mate de vraag op naar meer helderheid over de doelen en normen van het toezicht.

De discussie hierover wordt echter nauwelijks publiekelijk gevoerd. Door de druk van de maatschappelijke opinie lijkt geen van beide partijen momenteel in staat zich te ontworstelen aan de knellende greep op elkaar. Een milde en toegeeflijke toezichthouder kan rekenen op maatschappelijke hoon, en datzelfde geldt voor kantoren die de toezichthouder bekritiseren. Om die reden is een gang naar de rechter voor kantoren een lastige optie, het aanspannen van een procedure leidt op voorhand al tot reputatieschade.

Het ontberen van meer helderheid en debat over de doelen en normen van het toezicht is jammer, want professionals raken angstig en gedemotiveerd (‘het is nooit goed genoeg’)  en kantoren blijven verstoken van perspectief (‘het wordt nooit goed genoeg’). Ook de AFM is niet gebaat bij onbegrip over de toezichtsnormen.

Daarom rest er naar mijn mening slechts één weg: die van een dialoog tussen toezichthouder en beroep. Een dialoog over de gehanteerde normen, met als doel helderheid te krijgen over de voorwaarden voor een hoogwaardige, effectieve en vooral maatschappelijk verantwoorde controle. Alleen zo kunnen accountantsberoep en toezichthouder de neerwaartse spiraal van zorg en frustratie doorbreken. Dat is ook hard nodig het beroep aantrekkelijk te houden voor huidige en toekomstige professionals. De NBA neemt graag het initiatief voor deze dialoog.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Pieter Jongstra RA was van 22 juni 2015 tot en met 19 juni 2018 voorzitter van de NBA. Jongstra was partner van EY en was van 2009 tot 2013 ceo van EY Nederland. Momenteel is hij commissaris bij APG.

Gerelateerd

12 reacties

Marianne van der Zijde

Zoals ik mijn column over dit onderwerp heb aangegeven: Je kunt als beroep geen dialoog gaan voeren met de toezichthouder over de wijze waarop de toezichthouder de Wta interpreteert als het gaat om concrete boetes. Die zijn er, daar is door de AFM goed over nagedacht en die gaan toch niet van tafel door een dialoog met het beroep? Dat lijkt mij een onwaarschijnlijk scenario omdat het voor beide partijen niet goed is. Het zou de positie van de AFM verzwakken (die door de knieën gaat voor het beroep : sorry wij hebben het helemaal verkeerd gezien. Ik zie dat niet gebeuren) en een zwakke toezichthouder is weer slecht voor het beroep: de benodigde veranderingen komen niet tot stand en de geloofwaardigheid van het beroep neemt af. De kantoren moeten dus kiezen of delen: ze accepteren de boetes of ze gaan naar de rechter als ze het er oprecht fundamenteel niet mee eens zijn.
Geen dialoog dus over de interpretatie van de Wta. Er is wel een dialoog nodig en dan primair binnen het beroep over de COS (zie o.a. mijn column van 15 april) of breder: controlemethodiek en techniek. Maar dan wel een beroepsbrede dialoog, waar iedereen die geïnteresseerd is aan mee kan doen, niet iets uitsluitend voor de achterkamertjes van de machthebbers. Ik zou willen dat de NBA die handschoen oppakt!

Marcel Pheijffer

Uiteraard eens met Arnout.

Arnout van Kempen

"daarvoor is dan de accountant verantwoordelijk en niet de organisatie" is een uitspraak die iedereen natuurlijk kan doen. Maar is het een feit, of een mening dat dit een feit zou moeten zijn?

Feit is in ieder geval dat de Wta aan de organisatie een zorgplicht heeft opgelegd er zorg voor te dragen dat de accountant zijn werk doet met inachtneming van de relevante regelgeving.

Daarmee is de organisatie wel degelijk verantwoordelijk, weliswaar met een inspanningsverplichting en niet met een resultaatsverplichting.

Iedereen kan wensen dat het anders is, en groene of rode duimpjes plaatsen zoveel men wil, maar de feiten worden daar op zichzelf niet door beïnvloed.

ParaZiet

Niet alleen het streven om het goed te doen maar ook het daadwerkelijk goed doen moet voldoende blijken uit de werkwijze en het resultaat. Daarvoor is dan de accountant verantwoordelijk en niet de organisatie.

Martijn

Jammer

Het klinkt toch weer een beetje als Calimero. "We doen het nooit goed genoeg". Nee, dat klopt, en je zal het nooit goed genoeg doen. Dat zou in onze situatie het uitganspunt moeten zijn. Streven naar dat onbereikbare...

Ik neem niet aan dat de AFM boetes oplegt voor fouten die de kantoren aantoonbaar met alle macht hadden willen voorkomen. Dus goed geplande, goed uitgevoerde en goed vastgelegde werkzaamheden maar wellicht een verkeerde conclusie getrokken. Dat zijn fouten die overal gemaakt worden. Maar volgens mij gaat het daar niet om.

Het gaat hier om gebreken in die planning, uitvoering en vastlegging. En niet zomaar een gebrek, maar volgens de AFM gaat het hier om echt tekort schieten. Dat is, gegeven het feit dat de structuur in de Big4 er één is van uitvoeren, reviewen en en nog eens reviewen, bijzonder jammer.

Maar nog jammerder is het Calimero gedrag. Je hebt eea volgens de regeltjes te doen, en als je dat niet doet krijg je op je donder. Man up ! De professionals die hun fouten kunnen erkennen en er vooruit durven te komen, dat zijn de professionals van de toekomst!

Jan de Rooy

Grappig dat we nu bij een principieel punt aankomen, waar ik al jaren geleden veel discussie over had.
Fungeert een accountantsorganisatie als een ‘auditfabriek’, waar gezamenlijk een optimaal product wordt geproduceerd, zoals ik van mening was.
Of zijn het zelfstandige beroeps-beoefenaren, samenwerkend onder één naam, die gefaciliteerd en (steeds meer) gecontroleerd worden door de organisatie waar ze toe behoren.
Ik denk dat de gebruiker uiteindelijk het beste af is bij de eerste optie.

Arnout van Kempen

Een oproep tot dialoog lijkt me zinnig. Wel moet dan duidelijk zijn wie precies wat meebrengt naar de tafel.

Naar mijn idee kan dat niet anders zijn dan:

De AFM bepaalt hoe zij de normen van de Wta invult. Ze kan daarbij luisteren naar het beroep, maar zal daarbij vooral moeten luisteren naar de wetgever en het maatschappelijk verkeer. Dit zijn immers de normen die bepalen HOE toezicht wordt gehouden.

De NBA bepaalt hoe de normen van VGBA, COS, etc., ingevuld moeten worden in algemene zin. De NBA is immers door de wetgever aangewezen als normsteller voor het beroep. Hierbij gaat het om de vraag WAT door de AFM nu precies bewaakt moet worden.

Jan Wietsma

waart, had natuurlijk waard moeten zijn ;)

Jan Wietsma

Pieter,

Goed dat je dit onderwerp aansnijdt. Een paar kanttekeningen. Het accountantsberoep is natuurlijk niet de enige beroepsgroep die -volop - in de schijnwerpers staat. Daarnaast bestaan we ook al even dus het is zaak dat we op een volwassen manier met allerhande vraagstukken omgaan. Daarbij hoort ook een open dialoog met de toezichthouder.

Iedere professional weet dat hij fouten maakt er is ook geen branche waar professionals werkzaam zijn waar dat niet zo is. Tegelijkertijd ontslaat je dat niet van de verplichting om je werk als organisatie en professional zo goed mogelijk uit te voeren en tot een minimum te beperken. Kijk eens naar de medische sector of de luchtvaart.

Wat we gemeen hebben met deze branches is dat we een hoge beroepsstandaard hebben en deze ook ventileren en inzetten als onderscheidend kenmerk. Sterker nog de wetgever heeft onze beroepsgroep zelfs een domeinmonopolie gegeven. Terecht dat er dan 'verontwaardiging' is als blijkt dat we dit niet waarmaken.

Jouw opmerking over de hoge druk heeft de branche voor een deel aan zichzelf te wijten. Toen het economisch minder ging hebben we een deel van de professionals en aanstormend talent weggesaneerd. Dat zijn eigen keuzes geweest, waar je als branche of kantoor zelf mee hebt te dealen. Tegelijkertijd is het ook een uitdaging om innovatiever - in de goede zin van het woord - te worden. Iets wat geen vanzelfsprekendheid is als je een domeinmonopolie hebt. Het is te hopen dat de oprichting van het AccountancyLab hier werkelijk aan bijdraagt.

Het argument dat je vanwege mogelijke reputatieschade de gang naar de rechter vermijdt vind ik niet zo sterk.Als je meent in je recht te staan dan ga je naar de rechter die vervolgens een onafhankelijke uitspraak doet. Het probleem is volgens mij veel meer dat de beboete kantoren zelf ook wel weten dat de aan hun opgelegde boetes grotendeels terecht zijn en dat hun zaak minder sterk is als ze naar buiten toe willen laten zien. (Zie ook de column van Jan Willem Wilts hierover)
Mochten de boetes daadwerkelijk onterecht opgelegd zijn dan is het voor de beroepsgroep een slechte zaak dat daartegen niet in beroep wordt gegaan. Er ontwikkelt zich dan geen gezonde jurisprudentie.

Tot slot in het AIB bestuur zijn we in dit kader aan de slag gegaan met het onderzoek van Manon C.P. Ruijters 'Je binnenste buiten over professionele identiteit in organisaties' Samen met een aantal collega's heeft zij uitgewerkt hoe jij je als professional je professionele identiteit borgt in een wereld die continue aan veranderingen onderhevig is. Daarbij wordt ook ingegaan op de vraag wanneer goed, goed genoeg is. De beantwoording van die vraag is echter een aparte column waart.

ron

Het is goed dat
NBA het publiek informeert wat zij hiervan vinden.
Ron

Harry Mock

Met ""Een dialoog over de gehanteerde normen""moet bedoeld zijn : Een dialoog over het hanteren van de normen""

Vooraf moet vaststaan dat het normenstelsel onomstotelijk is geankerd in de Wet-en regelgeving.

Wel gaat het kennelijk om het hanteren en vaak interpreteren van deze Wet -en regelgeving. Ik denk dat de AFM een meer juridische benadering hanteert terwijl de kantoren controletechnische aspekten mee betrekken in hun handelen.
0 fout zal zo altijd een utopie blijven .

Gerard Dirven

Pieter,

Als je streeft naar nul fouten zit je altijd goed en is er geen discussie nodig.
Partnerbeloningen laten nog voldoende ruimte voor verbetering.

Met vriendelijke groet,

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.