Opinie

Weer die aansprakelijkheid

Zowel Jan-Willem Wits als ondergetekende schreven recent over de aansprakelijkheid van de accountant. Wits naar aanleiding van de Vestia-uitspraken en ik naar aanleiding van een Canadese kwestie.

Ik heb naar aanleiding van het stuk van Wits en zijn reactie onder mijn blog, aangegeven dat ik nog op zijn stuk en die reactie zou terugkomen. Dat doe ik bij deze. Overigens zonder daarbij heel specifiek op de Vestia-kwestie in te gaan, om reden dat ik (zoals publiekelijk reeds bekend) Vestia bijsta.

Voorshands merk ik op dat ik de stukken van Wits altijd met plezier lees. Hij schrijft met kennis van zaken, van binnenuit opgedaan, en met een scherpe pen. Zie bijvoorbeeld zijn drieluik over Deloitte en de keuze van de raad van commissarissen van dat kantoor om niet van accountant te rouleren.

Met de visie van Wits op het thema aansprakelijkheid heb ik echter enige moeite. In zijn blog stelt hij vast dat naar zijn mening de kloof tussen de tuchtrechtelijke beoordeling van een individuele accountant enerzijds en miljardenclaims anderzijds te groot is en dat deze geen enkele relatie meer hebben met de rol en de beloning van de controlerend accountant. Daarom stelt Wits een financiële sanctie voor van tienmaal de controlefee.

Zes opmerkingen daarbij.

Ten eerste de vaststelling dat er een verschil is tussen de claim enerzijds en anderzijds de schade die de rechter in een kwestie zal toerekenen aan de accountant dan wel het schikkingsbedrag dat de accountantsorganisatie en de claimant overeenkomen.

De partij die de claim indient zal de maximale of totale schade als eerste inzet doen, waarna door de wederpartij vraagstukken aan de orde zullen worden gesteld inzake (1) doorbreking van de contractuele aansprakelijkheidsgrenzen (vaak driemaal de controlefee) waarbij de claimant moet aantonen dat er sprake is van een bewust roekeloze gedraging; (2) de mate van eigen schuld aan de kant van claimant; alsmede (3) de causaliteit tussen het handelen van de accountantsorganisatie en de schade.

Het zijn deze factoren die de claim in de praktijk mitigeren. Dit in het kader van een risico-inschatting door beide partijen, waarbij zij rekening zullen houden met de kans op een voor hen negatief oordeel van de rechter. Gevolg kan dan zijn dat partijen - gegeven hun risico-inschatting - de bereidheid tonen om voor een veel lager bedrag dan de oorspronkelijke claim te schikken.

Het is daarom in de praktijk niet realistisch om, zoals Wits doet, te wijzen op de miljardenclaims. Het referentiepunt dient de daadwerkelijk door de rechter toegewezen claim te zijn alsmede de tussen partijen overeengekomen schikkingsbedragen. In de Nederlandse context gaat het dan niet om miljarden, hooguit om enkele tientallen miljoenen. Dat is weliswaar geen klein bier, maar schept wel een adequater perspectief. En dus een beter zicht op de werkelijkheid.

Ten tweede gaat Wits voorbij aan het feit dat de tuchtrechtelijke veroordeling betrekking heeft op de individuele accountant, terwijl een claim is gericht tot de accountantsorganisatie waarbij deze werkzaam is (of voorheen werkzaam was).

Anders gezegd: de accountantsorganisatie kun je niet treffen met een tuchtrechtelijke sanctie, wel met een civielrechtelijke claim. Hetgeen - gegeven de systematiek van de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta) - ook terecht is. Immers, de Wta gaat uit van door de AFM te verstrekken vergunningen. Verstrekking heeft plaats als een accountantsorganisatie aantoont te beschikken over een adequaat kwaliteitsborgingssysteem. Dat systeem moet de werknemers van de organisatie in staat stellen hun werk kwalitatief goed uit te voeren.

Dit stelsel brengt met zich mee dat individuele fouten van een accountant - tenzij deze zaken bijvoorbeeld heeft verzwegen of vervalst - vallen toe te rekenen aan de accountantsorganisatie als deze onder de radar van het kwaliteitsborgingssysteem zijn gebleven. Een systeem waar vaktechniek, dossierreview, compliance, opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordelingen (okb's) en dergelijke deel van (kunnen) uitmaken.

Als kan worden aangetoond dat het kwaliteitsborgingssysteem heeft gefaald - hetgeen een claimant bijvoorbeeld kan doen door relevante delen uit het controledossier via een zogeheten 843a Rv-procedure bij het accountantskantoor op te vragen en te beoordelen, teneinde zo extra bewijsmateriaal te verzamelen - is een claim tegen het kantoor op zijn plaats.

Ten derde ben ik niet voor het maximeren van de schade tot tienmaal de controlefee. En zeker niet - zoals Wits voorstelt - op initiatief van de sector. Accountantskantoren maken al gebruik van een contractuele aansprakelijkheidsbeperking. Die kan in voorkomende gevallen als gezegd slechts worden doorbroken als een 'bewust roekeloze gedraging' kan worden aangetoond.

Dat laatste is een drempel die de civiele rechter in concrete kwestie zal toetsen. Als deze van mening is dat van een dergelijke gedraging kan worden gesproken, zal de contractuele aansprakelijkheid worden doorbroken. De enige juiste weg is dan dat het de rechter is die de aan de accountantsorganisatie toerekenbare schade vaststelt. Aansprakelijkheidsbeperking moet je dus niet aan de sector overlaten.

Ten vierde kan de hoogte van het verzekerde bedrag - ook hier gaat het in de Nederlandse context niet om miljarden - een rol spelen bij de schade. Dit aspect werk ik (nu) niet verder uit.

Ten vijfde wijs ik erop dat aansprakelijkheidsbeperking kan leiden tot risicovol gedrag. Ook op dit punt zal ik - omwille van de lengte van deze blog - niet uitgebreid ingaan. De dreiging dat een accountantsorganisatie ten onder kan gaan (zoals Arthur Andersen bij Enron) kan risicovol gedrag en een moral hazard houding tot op zekere hoogte beteugelen.

Ten zesde en tot slot het volgende. Bij een beroep dat het publiek belang dient past mijns inziens enige nederigheid, deemoedigheid of ootmoedigheid bij falen. Fouten toegeven en er verantwoordelijkheid voor nemen door (een deel van) de schade te vergoeden past daarbij. Maar dit zal voor velen mogelijk een te idealistisch argument zijn. Wereldvreemd, hoor ik u zeggen?

In een volgend blog zal ik ingaan op de door Wits aangehaalde verweren die accountantsorganisaties aandragen in fraudedossiers en bij aansprakelijkstelling, namelijk: samenspanning, de LOR (letter of representation) en het feit dat de accountantscontrole het ontdekken van fraude niet tot doel heeft. Een kort schot voor de boeg: die verweren snijden meestal geen hout!

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

Gerelateerd

3 reacties

Marcel Pheijffer

@ Robert-Jan

Dank voor je betoog. Daar kunnen we weer wat van leren.

Paar opmerkingen:

1. Eens wat betreft het aspect eigen schuld, dat zal bij derden niet spelen.
Maar het zijn niet altijd derden die over de rol van de accountant klagen. Vaak is het de gecontroleerde vennootschap en daar speelt het aspect wel degelijk.
bovendien discussieerden Jan Willem en ik over de Nederlandse context en daar heb ik nog weinig of geen miljardenclaims gezien.

2. Uiteraard levert een tuchtzaak reputatieschade voor het kantoor op. En ja er is een incidentenregeling.
Maar in mijn stuk maak ik een onderscheid tussen tucht- en civielrecht omdat Jan Willem Wits stelde dat j=hij het gat tussen de tuchtrechtelijke beoordeling van een individuele accountant en de civielrechtelijke kwetsbaarheid voor miljardenclaims te groot acht. Ik vond die vergelijking niet gelukkig omdat het appels met peren vergelijken is.

3. Ik heb geenszins willen stellen - en heb dat volgens mij ook niet gesteld - dat de mogelijkheid om een accountantsorganisatie te treffen is gebaseerd op de Wta.
Mijn stellingname is dat individuele fouten in de systematiek van de Wta voorkomen zouden moeten worden door een adequaat kwaliteitsborgingssysteem.
Indien dat systeem niet functioneert - terwijl er wel een vergunning op is afgegeven - en het individu daardoor fouten maakt die niet worden ontdekt, vind ik het terecht dat de accountantsorganisatie kan worden aangesproken. Indien de AFM dat nodig acht kan dat wel op basis van de Wta, maar als gezegd daar doelde ik niet op. ik doel wel op de civielrechtelijke claim die derden kunnen neerleggen.
Je stelt dat de controlerend accountant naast de accountantsorganisatie kan worden aangesproken en dat dit in de praktijk ook gebeurt. Ik wil dat best van je aannemen, maar heb zelf andere ervaringen op dit punt.

4. Een direct inzicht in de verzekeringsmarkt heb ik wellicht minder goed dan jij. Mijn perceptie is dat accountantsorganisaties goed zijn verzekerd.

5. Ik misken niet dat de primaire verantwoordelijkheid bij de gecontroleerde entiteit ligt. Maar daar gaat mijn blog niet over. Als we het hebben over de verantwoordelijkheid (en aansprakelijkheid) van de accountant, is het een beetje flauw om naar anderen te wijzen en te zeggen die zijn ook (of: primair) verantwoordelijk (en aansprakelijk).
Ik ben er niet voor om de aansprakelijkheid op voorhand te beperken cq te maximeren. Een rechter oordeel in voorkomende casuïstiek is prima. Wat mij betreft liever de rechter dan het overlaten aan economen en politici!

Robert-Jan van der Wart

Beste Marcel,

Graag wil ik reageren op een aantal elementen uit je column.

1.) Claims van anderen dan de cliënt worden in beginsel niet beheerst door de aansprakelijkheidsbeperking in de overeenkomst van opdracht. 'Eigen schuld' van deze derden kan ook nauwelijks een rol van betekenis spelen in een juridische discussie tussen 'derden' en de accountantsorganisatie. Aandeelhouders, obligatiehouders, financiers etc. kunnen dus in beginsel hun volledige schade claimen. Dan kan het wel degelijk gaan om miljardenclaims, zeker als die derden zelf gevestigd zijn in de VS of Canada. Niet voor niets heeft dit in Duitsland en België tot wettelijke aansprakelijkheidsbeperkingen voor controlerend accountants geleid. Deze stap heeft de Nederlandse overheid niet genomen met als argument de mogelijkheid om in Nederland de aansprakelijkheid contractueel te beperken. Maar voor de werkelijke belanghebbenden bij de controle geldt die contractuele aansprakelijkheid niet. Het enige instrument ter verdediging is dan dat wordt aangevoerd dat het causaal verband tussen de geclaimde schade en de (veronderstelde) gebreken in de accountantscontrole onvoldoende is.

2.) Een tuchtzaak tegen een (voormalig) accountant van welk kantoor ook levert reputatieschade op voor dat kantoor. Cliënten zullen daar moeilijke vragen over stellen aan de accountantsorganisatie en als een accountantsorganisatie net in de race zit voor een nieuwe opdracht, kan dit wel degelijk een overweging zijn die een cliënt in overweging neemt. De AFM stelt zich bovendien op het standpunt dat een tuchtzaak in verband met een accountantscontrole als het een accountant betreft die ook OOB's controleert moet worden gemeld als 'incident'. De scheiding tussen individuele accountant en accountantsorganisatie voor wat betreft het tuchtrecht is de facto niet zo groot.

3.) Misschien lees ik je betoog verkeerd, maar het verband dat jij aangeeft tussen de systematiek van de Wta, het niet kunnen treffen van een accountantsorganisatie met een tuchtrechtelijke veroordeling, maar wel met een civielrechtelijke claim komt merkwaardig over. Het toezicht uit hoofde van de Wta volgde de mogelijkheid van tuchtrechtelijke klachten en civielrechtelijke claims en introduceerde naast structureel toezicht op accountantsorganisaties (en daarmee ook op de beroepsbeoefenaren zelf) ook de mogelijkheid van sancties (dwangsommen en boetes). Maar het is niet zo dat de mogelijkheid de accountantsorganisaties te treffen met een claim is gebaseerd op de Wta. Die volgt uit het Burgerlijk Wetboek (toerekenbare tekortkoming voor de cliënt en onrechtmatige daad voor derden) en bestond al lang voor de Wta werd ingevoerd. Overigens kan de controlerend accountant ook altijd persoonlijk naast de accountantsorganisatie worden aangesproken en in de praktijk gebeurt dit ook.

4.) De verzekeringsmarkt voor beroepsaansprakelijkheid van controlerend accountants is zeer beperkt geworden.

5.) Natuurlijk kan iedere accountantsorganisatie ten onder gaan, maar is dat nu de incentive voor accountants om meer of minder risico te nemen? De wens om het vak goed uit te oefenen zou op 1 moeten staan, de eventuele persoonlijke aansprakelijkheid van accountants als stok achter de deur. Maar laten we reëel zijn en kijken wat er in de praktijk gebeurt: een accountantscontrole wordt door de gecontroleerde vennootschap als 'kostenpost' beschouwd en als 'commodity' behandeld (aanbesteding op prijs). De toegevoegde waarde van de controlerend accountant (en diens team en eventueel een 'premium' voor het merk van diens kantoor) is een fractie van de potentiële schade die beleggers kunnen lijden door (onopgemerkte) fouten in de boekhouding. De primaire verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid dient echter wel bij de desbetreffende bedrijfsleiding te liggen en niet bij de controlerend accountant. Het pleidooi om een aansprakelijkheidsbeperking voor 'eenieder' wettelijk te baseren op de hoogte van de (netto-) fees vind ik daarom niet vreemd of af te keuren. Dat is immers de waarde van de dienst die het maatschappelijk verkeer eraan toekent. En of het dan 10 maal de vergoeding is of een vast bedrag zoals in België of Duitsland, is dan juridisch gezien niet zo relevant. Duidelijk moet zijn dat er economisch gezien een voldoende aansprakelijkheidsprikkel overblijft als 'stok achter de deur' en dat kunnen wij juristen met een gerust hart aan economen en politici overlaten, toch? Om het beroep levensvatbaar te houden, is beperking van aansprakelijkheid op zich daarom wel een goed middel .

Jan vdr Meijden

Zeker een lezenswaardig artikel van Jan Willem Wits.
Hij wordt echter niet gehinderd door voldoende kennis over het onderwerp zoals ook blijkt uit de Blog van Marcel.

Ik dacht dat we afscheid hadden genomen van het Axiomatisch Voorbehoud (In de RAC kan je het nog terugvinden).

Ik ben benieuwd naar het volgende artikel.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.