Kwartaalrapportages: Larry Fink geeft goede voorbeeld
Rendementsdenken staat bij velen voorop als het gaat om het beleggen in aandelen. De een denkt daarbij vooral in maximalisatie van het rendement op de korte termijn, de ander heeft meer oog voor de lange termijn. Het eerste is meer geldgericht, bij het laatste passen termen als duurzaamheid, omgeving, milieu, sociaal en goed bestuur.
Ik wil er echter voor waken een valse tegenstelling weer te geven: met een visie op de lange termijn die is gebaseerd op stewardship - minder modern: rentmeesterschap - valt een prima rendement te behalen. Belangrijker dan mijn overtuiging is het wetenschappelijk en praktisch bewijs dat daarvoor bestaat.
Deze thematiek werd de afgelopen week aan de orde gesteld door minister Jeroen Dijsselbloem en door Larry Fink, bestuursvoorzitter van 's werelds grootste vermogensbeheerder Black Rock. De minister toont zich een dinosaurus die kennelijk terug wil naar het stenen tijdperk. Het contrast met Fink, die een onderbouwde visie heeft op een duurzame toekomst, kan haast niet groter zijn.
Dijsselbloem stuurde op 27 januari 2016 een brief aan Jaap van Manen, voorzitter van de monitoringcommissie Corporate Governance Code, en aan VNO-NCW over de vrijwillige openbaarmaking van tussentijdse verklaringen. Aanleiding is de implementatie van de Europese transparantierichtlijn in nationale wetgeving, waardoor de openbaarmaking van tussentijdse verklaringen komt te vervallen. "De ratio hiervan is, naast lastenverlichting voor kleine en middelgrote ondernemingen, dat duurzame waardecreatie en een op lange termijn gerichte beleggingsstrategie wordt aangemoedigd c.q. korte termijn druk wordt verminderd", aldus de minister.
De brief suggereert dat hij eigenlijk een verbod zou willen op tussentijdse verklaringen. Hij ziet er louter vanaf omdat in andere landen een verplichting tot openbaarmaking bestaat. Wel doet hij het verzoek aan zowel de monitoringcommissie als VNO-NCW om aandacht te besteden aan 'ongewenste effecten' verbonden aan het vrijwillig openbaar maken van tussentijdse verklaringen.
Ter onderbouwing van zijn wens verwijst Dijsselbloem naar een 'impact assessment' van de Europese Commissie (2011). Eumedion wees er in 2014 echter al op dat daarin geen 'hard bewijs' is te vinden voor de stelling dat er een verband bestaat tussen de verplichting om kwartaalberichten te publiceren en kortetermijngerichtheid.
VNO-NCW reageerde 'verheugd' op de brief van de minister: verlaging van administratieve lasten klinkt deze organisatie en haar leden als muziek in de orde. VEB-voorman Koster echter niet. In De Telegraaf liet hij optekenen het voorstel van de minister ondenkbaar te vinden: 'Dat is als met een postkoets mee willen doen aan een formule I-race'. En gelijk heeft hij: het is toch niet van deze tijd om laagfrequent te rapporteren? Daarmee doe je (potentiële) beleggers en andere belanghebbenden ernstig te kort.
Ik beveel de monitoringcommissie - maar vooral de minister - aan kennis te nemen van Larry Finks Corporate Governance-brief aan ceo's. Fink toont een meer gebalanceerde en genuanceerde benadering van de hiervoor geschetste thematiek dan de minister. Zo wijst hij erop dat kortetermijninvesteerders vaak een te nauwe blik hanteren en te weinig oog hebben voor bedreigingen, technologie en innovatie. Hij benadrukt de noodzaak tot een strategische visie voor de lange termijn.
Met Dijsselbloem neemt Fink afstand van 'today's culture of quarterly earnings hysteria', omdat deze haaks staat op een langetermijnvisie. Maar Fink komt vervolgens tot een andere conclusie dan de minister: blijf ieder kwartaal rapporteren, maar dan wel over de juiste dingen. Geen focus op cijferfetisjisme, maar een rapportage gericht op de voortgang van het realiseren van de uitgestippelde strategie.
En passant komt Fink met creatieve fiscale voorstellen die een langetermijnstrategie voor beleggers stimuleren. Fink heeft oog voor de eigentijdse informatiebehoeften en -mogelijkheden van diezelfde beleggers. In zijn woorden: 'long-termism should not be a substitute for transparancy'.
En zo is het: ondernemingen dienen transparant te zijn waar zij dat kunnen, over de cijfers en vooral over hun strategie en de ontwikkeling daarvan.
Deze bijdrage is tevens geplaatst als column in het Financieele Dagblad van 4 februari 2016.
Gerelateerd
Dijsselbloem moet kwartaalrapportage verplichten
VNO-NCW reageerde begin deze maand verheugd op het besluit van minister Dijsselbloem van Financiën om de wettelijk verplichte kwartaalrapportages voor beursgenoteerde...
Roep om relevante cijfers herkent elke accountant
Het rapporteren van kwartaalcijfers is niet langer verplicht. De wet volgt een praktijk die door enkele multinationals al was ingezet: van een puur cijfermatig kwartaalresultaat...
Financiële graadmeters bedrijf zijn noodzakelijk maar niet zaligmakend
Het gaat in de verslaggeving zelden over de vraag wat het toekomstperspectief is voor een bedrijf, schreef minister van Financiën Jeroen Dijsselboem in Het Financieele...
Lange termijn
Eind vorig jaar riep minister Dijsselbloem de Commissie Corporate Governance op om eens goed te kijken naar de publicatie van kwartaalcijfers. Tussen de regels door...
Monitoringcommissie corporate governance tegen verbod kwartaalrapportages
De Monitoring Commissie Corporate Governance Code is tegen het door minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën gewenste ontraden van kwartaalrapportsages.