Trust yourself
Trust yourself to do the things that only you know best. Trust yourself to do what’s right and not be second-guessed.
Een boodschap die het accountantsberoep ter harte mag nemen. Veel accountants voelen zich onzeker. Ze doen hun best om hun beroep naar eer en geweten goed uit te oefenen en bijvoorbeeld bij te dragen aan transparante, relevante en betrouwbare informatieverschaffing. Vanuit welke rol dan ook: opsteller, controller, internal auditor, controlerend accountant.
Hun rol en de kwaliteit van hun werk wordt echter regelmatig ge-second-guessed door anderen: journalisten, politici, toezichthouders, toetsers. Ik zie dat dat mensen onzeker maakt en dat men zoekt naar houvast. Wanneer is goed, goed genoeg? Trust yourself.
Deze tekst is niet van zo maar iemand. Het is een tekst van Bob Dylan. Vorige week is aan hem de Nobelprijs voor de literatuur toegekend. Dat heeft instemming, maar ook verbazing en kritiek opgeleverd. Hoe kan een liedjesschrijver nu worden gezien als literair genie? Het is duidelijk dat het Nobelcomité geen voor de hand liggende keuze heeft gemaakt. Maar de critici die stellen dat liedjes schrijven niets met literatuur te maken heeft, hebben naar mijn mening weinig historisch besef. De eerste uitingen van literatuur zijn liederen en bijvoorbeeld de troubadours in de middeleeuwen waren dichters en componisten, die hun gedichten zingend overbrachten op hun publiek. Het Nobelcomité gaat met deze keuze dus juist terug naar de oorsprong van de literatuur.
In discussies over ons beroep mis ik het historisch besef ook wel eens. In een veranderende wereld zien we nieuwe informatiebehoeften en nieuwe behoeften aan zekerheid ontstaan. Accountants die hun blik op de maatschappij gericht hebben anticiperen hierop. Critici met een conservatieve inslag reageren soms afwijzend: "houd je nu maar bij je wettelijke taak, de jaarrekeningcontrole, en zorg dat je dat goed doet".
Die reactie lijkt uit te gaan van de gedachte dat er accountants zijn omdat er een wettelijk verplichte jaarrekeningcontrole is. De geschiedenis laat anders zien. Er zijn accountants gekomen omdat organisaties informatie verschaften aan stakeholders en die stakeholders behoefte hadden aan het oordeel van een onafhankelijke deskundige. Pas veel later is de controle van de jaarrekening verplicht gesteld voor een deel van de ondernemingen.
Als informatiebehoeften of behoeften aan zekerheid veranderen, dan zullen accountants moeten luisteren naar stakeholders en hun dienstverlening hierop aan moeten passen. Omdat we er niet primair zijn om een wettelijke taak te vervullen, maar om over relevante informatie zekerheid te verschaffen, aan stakeholders die daaraan behoefte hebben. Dat we dat vervolgens goed moeten doen, spreekt voor zich.
Ook Bob Dylan stuitte op weerstand toen hij wilde vernieuwen. Legendarisch is het concert in 1966 waarin Dylan voor de pauze een akoestische set speelt, om na de pauze terug te keren met elektrische gitaar en band (later bekend als The Band). Het leidt tot boegeroep van een deel van het publiek. Op een gegeven moment roept iemand "Judas" door de zaal. Waarna Dylan antwoordt "I don’t believe you", "You’re a liar" en vervolgens de band aanspoort "Play it f***ing loud!". Wat volgt is een heerlijke versie van Like a rolling stone en luid applaus van het publiek na afloop.
Authentiek en vernieuwend. Dat is wat Bob Dylan was en is. En dat is ook wat we nodig hebben van de huidige en toekomstige generaties accountants. Weliswaar zal niemand de accountant met boegeroep ontvangen, als hij met nieuwe data analyse tools aan komt zetten in plaats van met kladblok en telmachine, maar er valt nog veel conservatisme te overwinnen.
Natuurlijk is het belangrijk dat accountants de traditionele (al dan niet wettelijke) jaarrekeningcontrole goed uitvoeren en de standaarden naleven, maar laten we na blijven denken waarom en voor wie we het doen en onze dienstverlening daarop blijven aanpassen. Financiële informatie, niet-financiële informatie, cybersecurity, internet of things, hard en soft controls, en ga zo maar door.
De accountant was relevant, is relevant en kan relevant blijven, als hij vanuit historisch besef en authenticiteit blijft vernieuwen. Wat critici daar ook van vinden. Ik zou zeggen "Play it f***ing loud!"