Opinie

Vlees en accountants

Enige tijd geleden geleden werd mijn aandacht getrokken door een reactie van Hans Dijkstra op een blog van Marcel Pheijffer. Hij verwees naar een recent rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid over Risico's in de vleesketen.

Verplichte kost voor accountants, volgens Hans, want het gaat over een tekort aan vertrouwen in het toezicht en de reactie daarop van de overheid, in het bijzonder het voornemen om de verantwoordelijkheid voor keuring en toezicht volledig bij de overheid te leggen. De paralellen zijn inderdaad onmiskenbaar.

Maar uit bestudering van het bewuste rapport blijkt dat oppervlakkige waarneming misleidend kan zijn.  Wat niet wegneemt dat wij als accountants het nodige uit dit rapport kunnen leren.

Aanleiding tot het onderzoek was een aantal geruchtmakende incidenten, waaronder een grote fraude met paardenvlees. Deze incidenten dreigen het vertrouwen van het publiek in voedselveiligheid te ondermijnen.  Uit het rapport blijken misstanden in de vleesketen op het gebied van hygiëne, fraude, en importcontroles. Eén van de oorzaken die de Onderzoeksraad noemt is het falen van het toezicht op de sector. Dat is het gedeelte van het rapport wat ons als accountants het meest interesseert.

Het toezicht in de vleessector behoort tot de taken van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). De NVWA, een agentschap van het ministerie van Economische Zaken, heeft de volgende taken: keuring, toezicht, handhaving, opsporing, het uitvoeren van audits en inspecties.  Wanneer ik deze taken in de voor accountants gebruikelijke termen formuleer, dan treedt de NVWA onder meer op als een soort externe controleur van de kwaliteit. Haar controles voert zij deels systeemgericht, deels gegevensgericht uit. Daarbij steunt zij mede op werkzaamheden van private kwaliteitscontroleurs die door de gecontroleerde partijen worden ingehuurd. .

Het blijkt nu, volgens de Onderzoeksraad, dat de NVWA faalt. Zozeer zelfs, dat het ministerie van Economische Zaken bij incidenten zelf de regie neemt, omdat zij onvoldoende vertrouwen heeft in de NVWA.  De Onderzoeksraad heeft onderzocht waardoor dit falen wordt veroorzaakt. Zij noemt de volgende oorzaken:

  • De NVWA heeft conflicterende rollen: door het uitvoeren van keuringen functioneert zij als onderdeel van het productieproces, maar als toezichthouder moet zij datzelfde proces toetsen en zo nodig ingrijpen. Bovendien zijn toezichthouders soms jarenlang aan één bedrijf verbonden en kunnen daardoor een te innige band met het bedrijf krijgen.
  • Het toezicht van de NVWA wordt volledig kostendekkend uitgevoerd. Door middel van een retributiesysteem betalen de gecontroleerde partijen voor de controle (er wordt betaald per kwartier). "Door de retributieregeling gaan bedrijven de toezichthouder als dienstverlener zien en zichzelf als kritische klant: wie betaalt, bepaalt."
  • Hetzelfde euvel kleeft aan de privaat uitgevoerde kwaliteitscontroles: "Bij gevonden afwijkingen worden certificaten bijna nooit ingetrokken, omdat het bedrijf gemakkelijk naar een andere certificerende instantie kan overstappen... Ook bestaat het risico dat de voedselproducent invloed uitoefent op de (zwaarte van de) controles omdat deze de certificerende instantie betaalt."
  • De NVWA is de afgelopen tien jaar voortdurend onderhevig geweest aan reorganisaties, fusies en bezuinigingen. Niet verbetering van het toezicht stond daarbij voorop, maar de wens om de lasten voor overheid en bedrijfsleven te verminderen. De NVWA heeft zodoende onvoldoende capaciteit, maar ook deskundigheid is verloren gegaan.

Gevolg van dit alles is dat de controles door de NVWA diepgang ontberen en dat belangrijke risico's worden gemist. In het bijzonder noemt de Onderzoeksraad een blinde vlek voor fraude.Tot zover de analyse van de Onderzoeksraad.

Wat kunnen wij hier nu van leren? Mijns inziens dit:

  • Overhevelen van de taak van externe controleur van de private naar de publieke sector (zoals bij de NVWA) is evident niet de oplossing van het probleem.
  • Het echte probleem zit er in dat de gecontroleerde partij voor de controle betaalt en zodoende de controleur onder druk zet. Dat is de bekende zwakke plek in ons beroep en het opmerkelijke is dat dit een probleem vormt, ongeacht of we de controle privaat of publiek uitvoeren.
  • Wil een externe controleur effectief zijn, dan moet hij afstand bewaren tot de gecontroleerde. Die afstand heeft meerdere aspecten: opdrachtgeverschap en betaling, andere (conflicterende) activiteiten in opdracht van de gecontroleerde, langdurige betrokkenheid bij de gecontroleerde. Indien een controleur functioneert als agentschap in de publieke sfeer, dan komt daarbij dat afstand moet worden bewaard tot de politiek teneinde zich als Autoriteit te kunnen ontwikkelen.
  • Tenslotte treft mij de parallel met betrekking tot het onderkennen van frauderisico's. Dat vergt naast voldoende capaciteit ook een andere houding en andere deskundigheid dan reguliere accountantscontrole. Het is maar dat we het weten.

Al met al een belangwekkend rapport in het kader van het brede debat over de toekomst van ons beroep. Bedankt Hans!

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Joop Anemaet is directeur van Menon Consultants en externe compliance officer bij enkele mkb-accountantskantoren.

Gerelateerd

16 reacties

Arnout

AT:Hans, Ehm. :D

Hans Dijkstra

AT:Arnout Ik trek het mij aan en zal me proberen in te houden. Waarbij ik overigens slechts poogde het aantal bijdragen over accountantsinkomens te beperken door te verwijzen naar wat wij tzt gaan horen van de werkgroep. Verder hoop ik dat je coulant zult blijven voor alle bijdragen op deze site die niet - naar mening van een ieder - een deugdelijke grondslag hebben en/of onze eer in stand houden. Mijn speculaties over jouw keuze om na een stuurgroepvergadering uitbundig mee te zingen met een (van origine) onvoltooid muziekstuk ter ere van de doden houd ik verder voor me....:D

Wim Nusselder

Beste Jan, Je stelt terecht de vraag naar de relatie tussen prijsvorming en kwaliteit van accountantscontrole aan de orde. Met andere woorden: waarom zijn de controlebudgetten die gecontroleerden ter beschikking stellen aan accountants te laag om voldoende controle-uren te maken en/of om voldoende te investeren in opleiding, produktontwikkeling, ICT-innovaties etc.? Rik noemt als factoren die meespelen 1) dat veel gecontroleerden belang hebben bij een goedkeurende accountantsverklaring ZONDER dat de accountant voldoende uren heeft gestoken om hen afdoende te controleren en 2) de combinatie van wettelijke controleplicht en voorgeschreven kwaliteitsnormen die de mogelijkheid om te concurrenteren op kwaliteit beperkt. Ja, het belang van gecontroleerden bij de kwaliteit van de accountantscontrole (voldoende controle-uren etc.) kan vergroot worden door je als accountant in te laten huren door het juiste (hoogste, toezichthoudende) gremium binnen de rechtspersoon van de gecontroleerde. Zo’n gremium bestaat echter niet altijd, is niet altijd voldoende onafhankelijk van de bestuurders/managers, heeft tot op zekere hoogte hetzelfde belang bij beperkte externe controle (zeker als er een interne accountants- of control-functie is van voldoende kwaliteit) en vertegenwoordigt bovendien normaliter lang niet alle belanghebbenden bij goede financiële rapportage. Dat is dus slechts een deeloplossing. Onder “Cheques in the city” werkte ik gisteren de suboptimale marktwerking (prijsvorming) op de markt voor externe accountantscontrole als volgt uit: - Niet-betalende deelnemers aan het maatschappelijk verkeer profiteren mee (free-riding); m.a.w. externe accountantscontrole is een ‘collectief/publiek goed’. - Betalende klanten hebben voornamelijk belang bij de goedkeurende verklaring en nauwelijks bij kwaliteit van de benodigde controle (omdat ze dat vanuit hun perspectief vaak beter kunnen borgen met financiële deskundigen in eigen loondienst); m.a.w. externe accountantscontrole is een ‘statusgoed’. - Gebruikers van gecontroleerde financiële verslagen moeten accountants bij gebrek aan voldoende financiële deskundigheid in hoge mate op hun blauwe ogen geloven; m.a.w. externe accountantscontrole is een ‘vertrouwensgoed’ (‘credence good’). Al die drie kenmerken hebben onder bepaalde omstandigheden een negatief effect op het controlebudget (en/of op de controlekwaliteit bij gelijkblijvend controlebudget).

Arnout van Kempen

:) mooi, na de kremlin-watchers en vaticaan-watchers nu de werk/stuurgroep watchers. Nota tres bene als het u allen belieft dat ik slecht gezegd heb dat "draagvlak zoeken" mij jeuk bezorgt, en dat ik geen jeuk heb op dit moment. Voor lieden die zijn opgevoed met de gedachte dat uitspraken een deugdelijke grondslag behoeven is het wellicht iets te voorbarig om uit de mate van mijn jeuk meer af te leiden dan ik gezegd heb. Ik kan naar eer en geweten slechts melden dat ik geen jeuk heb. En laat ik dan nog wat meer inzage in mijn medische condities geven: - mijn bloeddruk, die ik met grote regelmaat meet omdat ik als diabeet daar wat extra risico loop, is op een constant en zeer gezond niveau. - mijn irritatie is in volmaakte balans met mijn amusementsniveau. Daarbij is het wellicht relevant te melden dat ik mij al jaren oefen in emotionele onthechting, dus u kunt hier helaas niets zinnigs uit afleiden. Ach, laat ik dan toch IETS indicatiefs zeggen: de laatste vergadering van de stuurgroep was lang en inspannend. Onderweg naar huis heb ik mijn hoofdtelefoon opgezet, en heb ik de gehele rit naar huis, van een uur, naar Mozarts Requiem geluisterd en het uitbundig mee gezongen (tenor-partij). Ik ben benieuwd welke conclusies daar aan verbonden worden ;)

Hans Dijkstra

AT:Joop: Graag gedaan...:-) En verder, als ik de bijdragen her en der goed lees dezer dagen dan begrijp ik (uit het feit dat Arnout geen jeuk heeft) dat de werkgroep hard werkt aan - een analyse of het beloningsmodel verkeerde prikkels geeft, en als dat zo is dan met voorstellen komt dit aan te passen; - een analyse of het verdienmodel de verkeerde prikkels geeft, en als dat zo is dan met voorstellen komt dit aan te passen;. - een analyse of het organisatiemodel de verkeerde prikkels geeft, en als dat zo is dan met voorstellen komt dit aan te passen; Kortom, ik wacht met spanning af! Oh ja, ik herhaal nog maar eens dat ik niet voor een ongefundeerd inkomensplafond ben (niet voor accountants en niet voor bestuurders in de semipublieke sector), maar anderzijds is publieke perceptie (over wat accountants zouden moeten, wat ze nu werkelijk presteren en wat voor beloning ze daarvoor realiseren) nog altijd realiteit is voor politici die wij plachten te kiezen. De parallel tussen de WNT en de discussie hier is overigens dat het ontbreken van goede beoordelingen (over functioneren) de grote veroorzaker was/is van de discussie over de hoogte van inkomens. Als je (als belanghebbende) dan niet tijdig reageert - net als het onderwerp van Joop hier uitwerkt - dan verlies je de regie over de discussie. Iets wat de NBA in het proces dat nu gelopen wordt ook riskeert door de nu gekozen aanpak. Maar inmiddels reageer ik op drie of vier blogs in een keer denk.

Wim Nusselder

Beste Jules, Ook dromen hebben een kern van waarheid. Accountancy lijkt ook mij evident (in elk geval deels) een publieke functie, ongeacht de ontstaansgeschiedenis van die situatie. “Betrouwbare, begrijpelijke en toereikende informatie over bedrijven en instellingen [is] onmisbaar ... voor een goed functionerende economie”, volgens de motie Nijboer, en niet slechts voor de eigenaars van die bedrijven en instellingen die greep willen houden op de managers aan wie ze e.e.a. hebben toevertrouwd. Het publieke deel van de functie is de sine qua non, de raison d’être van de publieksrechtelijke bescherming en organisatie van de beroepsgroep. Het zijn van een publieke functie rechtvaardigt echter niet automatisch dat de overheid meer dan randvoorwaardelijke verantwoordelijkheid neemt (‘de regie neemt’, zoals EZ over het bewaken van de kwaliteit van ons vlees). Je oproep tot en/en-oplossingen is mij uit het hart gegrepen, mits je dat niet slechts invult als én privaat, én publiek, maar als óók als professionals onder elkaar, als deels nóch privaat, nóch publiek. Noem het semi-publiek, maar het gaat vooral om de andere aard van dat soort oplossingen, noch gebaseerd op eigenbelang (‘vrije marktwerking’), noch op (democratische gelegitimeerde) machtsmonopolisering, maar op ideeën, idealen, ethische overtuigingen, roeping, liefde voor het vak en identificatie met de rol daarvan in de samenleving. Nee, de slager moet niet zijn eigen vlees keuren en dus ook niet zijn eigen keurmeester aanstellen en betalen. Een overheidskeurmeester is echter evenmin een goed idee, want die wordt veel te makkelijk tot op het bot wegbezuinigd als de belastingbetaler alias kiezer andere zorgen heeft. Slagers moeten vooral elkaars vlees keuren, binnen een politiek en juridisch gesanctioneerd kader dat collectief eigenbelang nastreven (‘gilde-vorming’) voorkomt, gebruik makend van hun collectieve commerciële belang bij consumentenvertrouwen in hun product én van hun beroepseer. Slagers moeten dat vooral zelf organiseren, mits de manier waarop ze dat organiseren transparant is en ze zich daarbij laten bijsturen door publieke opinie en politiek. Accountants evenzo, als onderdeel en vaandeldrager van de bredere beroepsgroep van financiële professionals. Inkomensmatiging is helemaal niet zo’n gek idee en inkomensnormering ook niet; inderdaad: Nederlandser kan haast niet. Het is echter geen oplossing voor kwaliteitsproblematiek (het levert daar op z’n best een marginale bijdrage aan) en je verwart de discussie daarover ten onrechte met de discussie over verdienmodellen. Zoals Arnout schrijft: “Als het verdienmodel de verkeerde prikkels geeft, dan moet dat aangepakt.” De hoogte van de (top)verdiensten is echter niet de kern van het probleem dat de politiek op het bordje van de beroepsgroep heeft gelegd (hooguit een van de symptomen/indicatoren, zoals hij ook schrijft).

jules muis

Amici, Ja, dan schrijf je een stukje voor het slapen gaan, en dan wordt je s'ochtends wakker gemaakt door een paar uiterst gewaardeerde, wakkere, contructief-critische professionele intimi /vriendenkring die aan je bed rammelen dat je verhaal van gisteravond een droom was, geen werkelijkheid. En het was nog een waar verhaal ook: er is onder in dit beperkt gezelschap geen DRAAGVLAK (sorry Marcel) nog langer over verdienmodellen - in ieder geval waar het gaat over het afromen van de extremen - door te praten. Er is verdienmodel moeheid, 'disagreement-by-exhaustion'. Wie mijn andere stukjes goed gelezen heeft zal zien dat ik het in de analyse ook heb over meer dan dat, en via frise geesten veel wijzer ben geworden van vooral een aantal andere zaken die ook spelen, met name de voortgaande digitale revolutie en de kansen die we laten liggen. En de noodzaak voor het beroep haar existentiele randvoorwaarden in kaart te brengen, zonder excuus-truus trucjes. En wat ze zelf kan behhersen en wat niet. ( zie mijn verhaal in 'Ondernemingsrecht, Juni nummer) Maar alles gezegd hebbende wat ik op dit punt heb in te brengen, laat ik het verder over aan de NBA voorzitter/ auteurs van het september report op dit specifieke punt de nodige publieke uitleg, of het zwijgen, toe te doen. " Can it stand the test of public debate?" is altijd een gedragsleidraad bij me geweest en heeft me enorm beschermd geen al te gekken dingen te doen, of te gedogen. Ik zou de werk/stuurgroep wel afraden te stellen dat het openbare beroep geen publieke functie is, wat ook (@Arnout) de formele wetsgeschiedenis en ongeacht de vraag of die in essentie wel zo gek anders is, anders dan in timing, dan die in andere landen. Iets wat ik sterk betwijfel. En sluit nogmaals af met de meer geciteerde oud-NIVRA voorzitter Louwers : "wanneer we als beroepsgroep beginnen met de stelling dat het niet om de centen gaat, kunnnen we ervan op aan dat het om de centen gaat" De rest is best beheersbaar als ook mensen als Pieter Kok, en de frisse nieuwe stemmen die de afgelopen maanden op deze site zijn opgedoken, ruimte krijgen nieuwe ruimte te creeren. Want alleen van bestaande problemen bestrijding moeten we het inderdaad niet hebben. Jules

Wim Nusselder

Hoi Arnout, Ook eens. Ik ben benieuwd op welke stem jij doelt en wat je de indruk geeft van een gijzelsituatie.

Marcel Pheijffer

AT: Arnout EENS!!!!!

Arnout van Kempen

Hoewel ik een heel scala aan praktische en theoretische bezwaren kan bedenken tegen de modellen waarover Rik praat (Rik kent mijn mening daarover tot in detail, dus dat laat ik hier even buiten beschouwing) denk ik dat Rik een fundamenteel punt raakt dat ik vanuit diverse hoeken geraakt zie worden. Toine Goossens wijst er op. Marcel Pheijffer impliceert het. Jan Bouwens wijst er keer op keer op. En zo kan ik door gaan: het probleem zit NIET in de hoogte van de beloning van accountants. Niet als bedrijfstak, niet als individuele accountant/vennoot/aandeelhouder. We weten dat vanuit de politiek enig gevoel bestaat dat veel geld verdienen an zich al immoreel is. Dat zij zo, daar moeten we rekening mee houden, maar het cosmetica om een onderbuikgevoel te beantwoorden. Dat daarnaast een (extreem hoog) inkomen tot prikkels kan leiden die ongewenst zijn, en/of een indicator kan zijn dat er iets grondigs mis aan het gaan is, lijkt me ook niet moeilijk vol te houden. Jules Muis heeft wat dat betreft alleen al een punt, omdat hij, zoals hij elders schreef, met precies die indicator de financiële crisis de facto voorspelde. Een bewezen track record, zou ik denken. Dat de sector niet, zoals Jules aanduidt, het behoud van inkomen vóór het oplossen van geconstateerde of gepercipieerde problemen moet stellen, lijkt me nog steeds nauwelijks te bestrijden. Waar ik me zorgen over maak is dat deze discussie al de hele zomer gegijzeld wordt door een stem die kennelijk niet veel meer te bieden heeft dan "de maatschappij pikt het niet dat jullie zoveel verdienen, dus doe daar wat aan". Als het beloningsmodel verkeerde prikkels geeft, dan moet dat aangepakt. Als het verdienmodel de verkeerde prikkels geeft, dan moet dat aangepakt. Als het organisatiemodel de verkeerde prikkels geeft, dan moet dat aangepakt. Maar als de echte probleemanalyse niet gemaakt wordt, als we niet verder komen dan "er zijn fouten gemaakt die de krant hebben gehaald, en nu moeten de inkomens dus omlaag", dan nadert het moment dat we die discussie eens moeten afronden, lijkt mij.

Rik Blijham

Jan, precies, de politiek staat vast te applaudiseren als een verordening (de zoveelste!) op de beloningen wordt doorgevoerd, maar die verandert aan de kern van de zaak niets. Zomaar wat gedachten bij die prijsvorming: zou het gegeven dat de klant geen kwaliteit zoekt maar een goedkeurende accountantsverklaring daar iets mee te maken kunnen hebben? En wordt dit wellicht nog versterkt door de wettelijk controleplicht met voorgeschreven kwaliteitsnormen waardoor geen concurrentie op kwaliteit mogelijk is (dank Arnout voor dit inzicht) noch tussen verschillende vormen van assurance? Er ontstaat zo een eenvormig moetje, het lijkt mij niet verwonderlijk dat prijs dan als één van de weinige onderscheidende kenmerken overblijft. En accountantskantoren kunnen dan rustig "bezuinigen" op kwaliteit want daar is het de klant niet om te doen. Kortom, het vasthouden aan hoge beloningen ondanks teruglopende honoraria is niet de oorzaak van het probleem maar een gevolg daarvan. En dat, Jules, is de reden dat ik niets in een beloningsplafond zie. Een maatregel voor de bühne die accountants de kans biedt te scoren bij de buitenwacht terwijl de echte problemen ongemoeid blijven. Ik zie best ethische bezwaren tegen te hoge beloningen. Ik ben het echter ook met Arnout eens dat experimenten om de inkomensverdeling strak te reguleren in de geschiedenis niet veel goeds hebben gebracht. Blijkbaar moeten we iets anders verzinnen om rechtvaardigheid te bevorderen.

Jan Bouwens

Tunnelvisie De prangende vraag blijft: Hoe is het mogelijk is dat in een sector waarin de deelnemers met elkaar concurreren om de door hen aangeboden dienst te leveren zo veel fouten maakten? We richten ons in dit verband op verdienmodel en relateren dit aan het inkomen van de partners. Dat is één kant. Op deze site is het onderwerp prijsvorming nauwelijks geproblematiseerd. Ik denk hierbij aan het feit dat audit fees in feite zeer laag zijn in verhouding tot wat men verwacht van de accountant. Voor grote ondernemingen bedraagt deze minder 0,10 procent van de verkopen of van het balanstotaal. Natuurlijk, economies of scale, maar de vraag is toch of we ons niet druk moeten maken over de prijsvorming van de controle! De onderzoeksvraag luidt dan: wat is het verband tussen prijsvorming en de kwaliteit van de controle. Ja dat is een complexe vraag, en het is om die reden veel eenvoudiger om de schuldige aan te wijzen die het meest voor de hand ligt: het inkomen van de partner. Helaas liggen de zaken complexer en doen we nog onvoldoende moeite die complexiteit te begrijpen. Joop constateert hierboven terecht dat we moeten kijken naar hoe de opdrachtgever zich verhoudt tot de accountant. Wie is die opdrachtgever? En, terwijl we al jaren weten dat een sterke RvC een goede controle bevordert, blijven we ons richten op het inkomen van de accountant. Dat kan iedereen begrijpen en als we de maatregel nemen, komen we zeer voortvarend over. Een schoolvoorbeeld van de beruchte tunnelvisie.

Arnout van Kempen

Door te stellen dat het overhevelen van een taak van het private domein naar het publieke domein geen verbetering geeft, stelt Joop natuurlijk niet automatisch dat overheveling van publiek naar privaat wel verbetering geeft. In tegendeel, de stelling is kennelijk dat de oplossing van problemen niet gevonden wordt in de vraag naar publiek versus privaat. Beetje vreemd Jules om te suggereren dat Joop zou pleiten voor private uitvoering boven publieke uitvoering. De suggestei dat accountantscontrole een publieke zaak is, die is uitbesteed aan de orivate sector is historisch simpelweg onjuist. Het is precies andersom. De private sector heeft eerst tientallen jaren deze functie ingevuld en vorm gegeven, en gepleit bij de politiek voor wettelijke verankering, alvorens de politiek kennelijk enig publiek belang begon te zien in de accountantscontrole. Voor Nederland is de politieke erkenning van een oublieke functie van de accountant nog veel recenter. Volg de parlementaire geschiedenis, en je zal zien dat dat besef pas echt een beetje begon door te dringen in de tijd dat Nederland met de Wta kwam, en de EU met de Statutory Audit Directive. Het wettelijk borgen van controle, en het wettelijk beschermen van de titelhouders impliceerde nog niet erkenning van een publieke functie. De wet normering topinkomens ziet, lees de wet er maar op na, NIET op een verband tussen publieke TAAK en maximering van inkomen, maar op een inkomen uit publieke middelen en maximering van dat inkomen. Als je, zoals Jules, meent dat iedereen gelijk behandeld moet worden, en accountants geen uitzonderingspositie hebben (daar ben ik het volstrekt mee eens), en je haalt de WNT er bij, dan moet je wel heel eerlijk die wet toepassen. Dat betekent dan dat je het inkomen dat accountants kunnen verdienen uit publieke c.q. Collectieve middelen beperkt, en dat je het inkomen dat accountants verdienen vanuit private middelen met rust laat. Ik denk niet dat er veel accountants zijn die daar een probleem mee hebben, buiten de enkelen die zich gespecialiseerd hebben in de publieke sector. Retorisch is het allemaal mooi hoor, daar niet van, wat over inkomens op deze site beweerd wordt. Maar persoonlijk zou ik het nog mooier vinden als het wat zuiverder kan. Accountants hebben, net als bankiers, advocaten, artsen, etc., een maatschappelijke functie. Maar ze worden grotendeels niet betaald uit publieke middelen, en als dat wel zo is, dan nog gewoon "op de markt", net als advocaten en bankiers die voor de overheid werken en in het laatste geval tegenwoordig opvallend vaak zelfs met diezelfde overheid als financier. We maximeren de inkomens van artsen, advocaten, notarissen, bankiers, makelaars, etc. etc., niet. Waarom eigenlijk niet, als we dezelfde redeneringen volgen als bij accountants? Precies: omdat accountants niet zichzelf als uitzondering zien, maar omdat de pleitbezorgers van inkomensgrenzen dat doen. Wij kennen in dit land geen inkomensbelerking voor ondernemers of werknemers die een maatschappelijke taak uitvoeren, bekostigd uit private middelen. Bij artsen wringt dat een beetje, omdat de middelen wel privaat zijn, maar het versekeringsstelsel dat er door de overheid tussen is geschoven een semi-publiek karakter heeft. Voor het overige kennen we alleen maximering zodra publiek geld in beeld komt. Is het logisch dat tv kijkers moeite hebben met een enorm inkomen van enkele VARA-presentatoren maar zich totaal niet druk maken over wat een presentator bij RTL verdient? Ja, dat is logisch. Ze leveren hetzelfde, maatschappelijke of zo je wil publieke, product. Maar de een wordt direct betaald uit belastinggeld en de ander niet. Dáár zit de crux en die wordt als het om accountants gaat stelselmatig genegeerd. Dus nee, het zijn niet de accountants die, zoals Jules Muis eloquent maar ten onrechte, suggereert, zichzelf proberen te onttrekken aan een regel die logischerwijze bij ze hoort. Het zijn de pleitbezorgers van inkomensbeperking (als doel, niet als gevolg!) die proberen accountants buiten de logica van bestaande regels te stellen. Als dat gebeurt vanuit een utopisch-socialistisch gedachtengoed dat fijn klinkt maar nog nooit in de wereld voor iets anders dan ellende heeft gezorgd, dan heb ik daar geen antwoord op. Ideologische standpunten die in de praktijk niet werken kan ik niet op argumenten bestrijden. De argumentatie van Jules lijkt me niet gebaseerd op dat soort utopische luchtfietserij. In tegendeel, gevoelsmatig deel ik zijn visie. Een te hoog inkomen is ongezond, en wekt driften in mensen die ongezond zijn. Maar kaat DAT dan ook de argumentatie zijn. De hier gegeven argumentatie houdt simpelweg geen stand.

jules muis

Leuk stukje Joop, De vergelijking - (toezicht) vlees sector vs openbare accountant en vs banken - is ook al wat luchthartiger ter tafel gekomen, eind Maart dit jaar, in het programma Buitenhof toen, bij toeval, dezelfde invalshoeken zich in dezelfde uitzending kruisten ( http://programma.vpro.nl/buitenhof/afleveringen/buitenhof-30-maart-detentie--vleesfraude---de-accountant.html ). Iedere vergelijking gaat nog al gauw mank. Maar dat betekent niet dat we ze niet kunnen gebruiken om de situatie scherper te tekenen. Dus goed thema. Maar vraagt wel om goed soulsearching. Je primaire conclusie dat...” Overhevelen van de taak van externe controleur van de private naar de publieke sector (zoals bij de NVWA) is evident niet de oplossing van het probleem” lijkt me op zijn minst voorbarig. Evident? Ook als je het omdraait? Is overheveling van de taak van het NVWA naar de private sector dan wel een evidente oplossing voor het probleem in de vlees sector? Allereerst: een (aan de private sector) uitbestede publieke functie, als die van de openbare accountant, blijft een PUBLIEKE functie, met alle voorwaardelijke eisen en voor- en nadelen van dien. En de integriteit van de uitvoering ervan kan alleen gehandhaafd worden, en zal anno 2014 ook politiek alleen geaccepteerd worden, als men zich daar wel van bewust blijft. En daar in de praktijk blijk van geeft. Ik denk dat het dubbeltje nog niet is gevallen in onze eigen gelederen dat de weerbarstige materie waarmee we worstelen niet opgelost kan worden als we of/of probleemdefinities blijven gebruiken vooral waar en/en oplossingen gezocht zouden moeten worden; en veel effectiever zullen blijken. Of/of probleemstellingingen hebben hun intimiderende plaats in de rethorica, maar hier gaat het ook om de centen. Dat wordt weer eens aardig geillustreerd wanneer we ook het debat dat zich op deze site afspeelt over het verdienmodel bekijken. Waar er zich een meerderheid aftekent - ook van befaamde critici van het beroep - die zegt: plafonnering van inkomen uit die publieke functie heeft weinig zin. Alsof matiging geen Nederlands woord is. Ondertussen de wet van de verminderde meeropbrengsten wel voor iedereen van toepassing verklarend op hen die zich met maatschappelijk-relevante functie bezighouden - lees: norminkomens. We zullen de snoodaards' compliance met zegening van de wetgever zelfs certificeren tegen een redelijk onbegrensd tarief. Maar ons, wij, vertrouwensdames en heren van het maatschappelijk verkeer, raakt deze wet niet. Daar staan wij boven. Wat onze eigen parochie aangaat is het ‘alles of niets boven alles’. Ik heb weinig moeite met wat je verder stelt, best gezond. Maar als de vol-verwachtin-klopt-ons-hart komende September Openbaring niets meer te bieden heeft dan onszelf tot uitzondering te verheffen op enkele fundamentele wetten, onder miskenning van vooral de maatschappelijke taak van de openbare accountant, dan kunnen we dat feest der uitzonderlijke erkenning best vieren - ben altijd wel voor een feestje - maar duurzaam zal het niet zijn. Een boodschap volgende maand zijdens het beroep van ' het vlees is gewillig maar de geest is uitzondelijk' samen met: 'enkele economen zeggen dat ook al' haalt de maatschappelijke discussie over het beroep eindstreep niet ongeschonden. Daarvoor is de startlijn anno 2014 te glibberig. Gelukkig maar.

Joop Anemaet

AT:Rik: Ik heb eerder het voorbeeld gegeven van de accountantscontrole bij banken: het zou beter zijn als de toezichthouder op banken, dwz een centrale bank, opdrachtgever zou zijn voor de controle: De controlerend accountant rapporteert aan de toezichthouder en heeft geen financiële band met de gecontroleerde bank, maar wel een commercieel belang om jegens de toezichthouder kwaliteit te leveren. Een vergelijkbare constructie zou denkbaar zijn voor andere OOB’s.

Rik Blijham

Bijzondere interessante analyse, Joop! Kern van het probleem zit m.i. in de combinatie van rollen van de NVWA. Was het niet al een oplossing geweest als de NVWA zich had beperkt tot toezicht en externe partijen had ingehuurd om de controles te doen. Deze externe partijen rapporteren aan de NVWA. Die externe partijen hebben dan geen financiële band met de gecontroleerde en hebben een commercieel belang om jegens de NVWA kwaliteit te leveren. Ook binnen de accountantscontrole zijn dergelijke vormen denkbaar. Ik maak deel uit van een onlangs gestarte initiatiefgroep die als doel heeft dergelijke vormen uit te werken.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.