Opinie

Wat is een goed loon?

Precies deze vraag heb ik te beantwoorden. Ik ben namelijk benaderd om een hoofdstuk te schrijven in een boek met de titel Goed Loon (red. Thijs Jansen). En ik ga dat doen.

Ik vind het een relevant thema, en ik vind ook die hoofdletters wel wat hebben. Iets vergelijkbaars viel mij namelijk ook al op bij de Leer van het Gewekte Vertrouwen.  Gewone woorden krijgen iets licht evangelisch.

Maar goed, goed loon dus. In het boek komen bijdragen over verdiensten in verschillende beroepen. Bankiers, advocaten, maar ook bijvoorbeeld bakkers. En mij is gevraagd een stuk te schrijven over jullie beroepsgroep. Zo gaat dat.

Je spreekt en schrijft es wat en voor je het weet ziet een deel van de buitenwereld je als degene die met verstand van zaken kan schrijven over wat jullie verdienen. Het woord verdienen kun je trouwens in tweeërlei zin opvatten. Als in wat je verdient, de centen, en ook of je die centen ook daadwerkelijk waard bent.

Het deed mij ook denken aan het boek How much is enough? van vader en zoon Skidelsky  en de lezing die vader hield bij Nexus. Samengevat: waarom niet een basisinkomen voor iedereen, arbeid beetje eerlijker verdelen en daarmee meer tijd voor het gezin, vriendschappen en voor kunst overhouden?

Ik persoonlijk zie dat wel zitten, uiteindelijk heeft een mens niet veel nodig, maar ik denk dat er heel wat accountants een tikje bleek om de neus worden van dit pleidooi. Misschien dat het idee wat al te revolutionair is, maar ook in afgezwakte vorm blijft hun vraag van belang.

Daarnaast las ik een tijdje terug in de Groene Amsterdammer een column over economie en inkomensongelijkheid van Jesse Frederik. Hierop reageerde Ewald Engelen, financieel geograaf, via Twitter met: ‘het maakt wel degelijk uit of rijkdom komt van afromen (banken, accountants, advo's) of bijdrage'. Dat stond er toch maar even zo. Bam.

Dus vanuit deze twee wellicht tikje verontrustende perspectieven - je hebt maar weinig nodig voor een goed leven en wat draag je nou eigenlijk helemaal bij aan de wereld met je cijfers - ga ik de vraag maar gewoon aan jullie zelf, aan jou, de individuele professional, voorleggen.

Wat vind jij nou een goed loon voor een accountant? Wanneer verdien je genoeg? Wanneer verdien je het bedrag dat recht doet aan jouw bijdrage aan, tja daar gaan we al, aan wie precies? De maatschappij? En waar meet je dat aan af?

Alvast ter geruststelling: natuurlijk ga ik alles eens rustig uitpluizen, opinies en reacties nalezen op dit forum, het afgelopen nummer van Accountant over verdienmodellen (wat een timing!) opnieuw bekijken en die aardige accountants die altijd met mij meedenken, bevragen.

Maar veel mooier, want kloppender, vind ik het wanneer we hieronder - directer kan niet - een bloemlezing krijgen van jullie idee over Goed Loon. Waarmee ik dan, al samenvattend of citerend, het gewone volk kan informeren over hoe jullie dit thema zelf bezien.  

En om misverstanden te voorkomen: het schrijven van het hoofdstuk is voor mij Puur Liefdewerk.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Margreeth Kloppenburg is adviseur voor professionals in onder andere de accountancy. Zij is auteur van 'Artikel 5, de beroepseer van de Accountant'.

24 reacties

Arie W. Schmidt

Bij uw analyse is het feit te betrekken, dat een groot deel (over cijfers beschik ik niet) van o.a. de controle werkzaamheden “gefundenes Fressen” zijn. Dit daar accountantscontrole o.a. voor BV’s, NV’’s, Cooperaties en Onderlinge Waarborgmaatschappijen wettelijk is voorgeschreven. Bescheidenheid lijkt mij dan gepast. Bij eventuele vergelijking spelen mogelijk verheelde emolumenten via pensioenstortingen, declaraties enz. een rol.

Wim Nusselder

Beste Jan, Heb je gezien wat ik je 22/6 0:04 schreef? “Ik ben het helemaal met je eens dat inkomensbeperking, oftewel rechtvaardige inkomensverdeling in de accountantswereld, van accountants(kantoren) zelf moet komen, in samenspraak met hun klanten.” Het probleem in een oligopolistische markt waarin niet geconcurreerd wordt op prijs (in “het prijsongevoelige deel van de markt” zoals Johan het 21/6 16:24 formuleerde) is dat kantoren die maatschappelijk niet-aanvaarde beloningen betalen NIET uit de markt verdwijnen. Ik zou naast zelfregulering van inkomens ook graag zelfregulering van de mate van marktconcentratie zien, ja. James Tobin schreef in 1984: “...we are throwing more and more of our resources, including the cream of our youth, into financial activities remote from the production of goods and services, into activities that generate high private rewards disproportionate to their social productivity.” Het zou wel eens heel goed kunnen zijn als meer getalenteerde mensen afzien van een loopbaan in professies met grote maatschappelijke verantwoordelijkheid, zeker als niet integriteit en het maatschappelijk verkeer dienen maar geld verdienen voor hen voorop staan.

Vanus

Leuke discussie. Los van het imago van de accountancy kun je wellicht financieel macro economisch redeneren dat de toegevoegde waarde op de lange termijn zomaar de voornaamste criteria dient te zijn. Als hij/zij 50 uur per week werkt, voor 40 uur betaald krijgt, zelden ziek is, klanten weet te behouden, zelfs nieuwe klanten weet te werven en de reputatie van de organisatie doet stijgen, zal het voor ieder weldenkend mens niet echt uitmaken of hij/zij 100 K, 125 K of 150 K vergoed krijgt ( op jaarbasis ). De toegevoegde waarde ligt niet alleen financieel in de toekomst, maar in het voorbeeld wordt ook een bepaalde mate van borging van een bredere continuitiet geschetst. Lijkt allemaal erg simpel. Ik geef het toe, maar waarom steeds de cijfers zonder toelichting. De mijne in deze is eenvoudig, maar toch. Als hij/zij daardoor met veel enthousiasme de collega's gemotiveerder doet werken zal de hele linie profijt trekken. De partners van de grote(re) kantoren zien het waarschijnlijk anders. Daar zal de individuele beloning centraler staan. Verdienen is niet altijd wat men krijgt. Men krijgt vaak meer dan men verdient, alleen beseffen de meeste dat niet.

Jan Bouwens

AT: Wim, Mensen besturen ook graag een grote organisatie. Dat neem je niet weg met een inkomenscap (of wil je ook de omvang van een kantoor reguleren?). Bovendien geldt nog steeds dat je het gevaar loopt veel kwalitatief goede accountants te missen omdat ze voor een ander traject gaan kiezen als de cap is bereikt. Sommigen zullen zelfs nooit accountant worden. Kantoren moeten vooral zelf bepalen wat ze een goede beloning vinden. Als ze systematisch fouten maken in dat opzicht en ze niet leren van gemaakte fouten, verdwijnen zij uit de markt. .

Wim Nusselder

Het is misschien goed om hier ook even te herinneren aan het pleidooi dat Marcel Karman hier in april en passant hield voor maximering van accountantsinkomens op een maatschappelijk aanvaard niveau zoals dat van de Wet Maximering Topinkomens (130% van het ministerssalaris). Zie www.accountant.nl/Accountant/Opinie/Meningen/Beeindig+integratie+met+andere+beroepsgroepen.aspx. Dat pleidooi bevatte twee elementen: 1) Een openbare (controlerende) accountant is als ‘vertrouwenspersoon van het maatschappelijk verkeer’ vergelijkbaar met een topfunctionaris in de publieke en semi-publieke sector waarvoor die wet geldt. Inkomensmaximering neemt de financiële prikkel weg om omzet te vergroten ten koste van onafhankelijkheid en kwaliteit.

Jaap Nieuwelink

De discussie over wat een goed loon is wordt breder gevoerd dan alleen binnen accountancy. In het maatschappelijk debat is de prikkel vaak het grote verschil in beloning van “topmensen” en het “gewone volk”. De mensen die ik daarover spreek zeggen steevast het niet erg te vinden als iemand veel verdiend, maar wel als het over de rug van anderen verdiend wordt. Ook binnen de kantoren wordt die gedachte gedeeld. Vooral als een team van assistenten het werk doet en de accountant alleen maar zijn handtekening zet onder het dossier. De discussie gaat volgens mij dan ook niet zozeer over wat de hoogte van het inkomen mag of moet zijn, maar wel over welke waarde iemand toevoegt en hoe dat staat in verhouding met de anderen om hem of haar heen. Een opgelegde maximering van buiten, bijvoorbeeld vanuit de overheid, heeft geen gewenst effect, zoals onlangs bleek in het debat over de bonussen van bankiers die hun basissalaris maar verhogen om op oude voet verder te kunnen. Ook voor accountants geldt dat er teveel naar boven wordt gekeken en dat het eigen inkomen wordt gespiegeld aan andere beroepsgroepen, zonder goed naar de eigen bijdrage te kijken. Toen ik vorig jaar mijn AA titel haalde, was vaak de eerste reactie: nu komt het grote geld jouw kant op. Iets wat ik toch een beetje vreemd heb gevonden omdat ik in mijn beleving niet anders ben gaan werken met titel dan zonder titel. Niet dat ik daarmee de waarde van mijn eigen titel niet inzie, maar het geeft wel het verwachtingspatroon aan van mensen. Misschien een idee om in de verplichte PE onderwerpen als de professioneel kritische instelling en de Zeg wat je ziet-cyclus niet de communicatieve vaardigheden te trainen, maar juist in te steken op de eigen morele afwegingen en het begrip integriteit in brede zin nieuw leven in te blazen. Misschien is dat heel evangelisch net als de teksten uit Hebreeën 13: 5-6 over geldzucht dat zijn. Voor mij persoonlijk hoort de hoogte van een goed loon bij de mate waarin iemand verantwoordelijkheid draagt, de risico’s die hij of zij loopt en de studie die daarvoor gevolgd is. Dat gekoppeld aan de maatschappelijk perceptie en de wetenschap dat er velen zijn die loon alleen als woord kennen.

anton ewoldt

Het beroep van accountant is tegenwoordig gewoon een uitvoerend beroep met de kennis om bij een jaarrekening of financieel overzicht een oordeel over de getrouwheid te geven en er daardoor enige zekerheid aan wordt toegevoegd voor de gebruikers, die daarop hun beslissingen nemen. De uitvoering hiervan vereist een zeer grondige kennis van AO/BIV; Auditing en Verslaglegging. de vraag is dus wat het maatschappelijk verkeer voor waarde hecht aan ons accountantswerk en hoe zij onze afgegeven verklaringen waarderen. Soms wordt ons beroep vergeleken met advocaten, notarissen en medisch specialisten. Je kan je natuurlijk afvragen over de hoogte van de beloning die passend is bij een afgegeven verklaring. Jaarinkomens van partners tussen de 5 en 9 ton rechtvaardigen m.i. niet de inspanning en kennis nodig om goed werk als accountant te doen; mede gezien het lage imago dat we door allerlei affaires en graaiconstructies ons zelf hebben aangedaan. Als beroepsgroep moeten we ons gaan afvragen of we bijvoorbeeld 2x het salaris van min. president (360.000) passend vinden voor het werk dat hoort om tot een vaktechnisch verantwoord oordeel te komen. De dooddoener van vroeger ja maar we moeten in gesprek met ceo en cfo die wel maar dan 7; 8 ton verdienen en dus hoort daar voor ons ook een zo passend salaris bij is niet meer van deze tijd. In de maatschappij staan we helaas ook als graaiers te boek en ons werk niet goed doen. voor de discussie over ons beroep past wat meer bescheidenheid in beloning lijkt mij. Ook opmerkingen in de trant van "ja maar die en daar verdienen ze ook meer dan 4 ton en de markt vraagt het, zijn dooddoeners en helpen ons niet van ons slecht imago af. Mijn stelling zou zijn: Een goed vakbekwame accountant heeft plezier in zijn werk en is tevreden met maximaal 400.000 en geniet van zijn professie.

Jan Wietsma

Ooit sprak ik een accountant en die had het over: Ereloon Een definitie: een min of meer symbolische tegemoetkoming voor diensten of hoedanigheid van maatschappelijk aanzien. Als we daar als accountants weer serieus werk van maken dan komt het wel goed en worden we op verjaardagsfeestjes ook weer aardig gevonden. Laten we in tegenstelling tot de bankiers aan het maatschappelijk verkeer laten zien dat we wel gevoel hebben voor wat wel en niet kan. De columm van Bas Heijne in het NRC van zaterdag kan een aardige spiegel zijn: http://www.nrc.nl/heijne/2014/06/22/fluim/

Wim Nusselder

Beste Johan, Als inkomens in de accountantswereld grotendeels de uurtarieven weerspiegelen, verplaatst dat de discussie naar de vraag wat een juiste tariefstelling is. Juist in het prijsongevoelige deel van de markt, advies aan en controle voor grotere OOB’s, legt dat de morele verantwoordelijkheid bij de accountants zelf. Professionals hebben per definitie een informatievoorsprong en dus ‘marktmacht’ ten opzichte van niet-professionals, zeker als ze stevig georganiseerd zijn. Het lijkt me moreel gezien niet juist als ze daar gebruik van maken. Zou een systeem van sectorbrede functie/dienstenwaardering en -inschaling niet beter zijn dan vergelijking met feitelijke inkomens van andere professionals?

Wim Nusselder

Hoi Arnout, Een discussie over de hoogte van de beloning van accounants is inderdaad niet de juiste context voor ter discussie stellen van het ondernemerschap van externe accountants. Ik ben wel erg geïnteresseerd in een (of meer) linkje(s) naar de onderbouwing van jouw standpunt, als je dat kennelijk eerder al eens verwoord hebt.

Wim Nusselder

Beste Jan, Ja, accountants opereren in wat we normaliter zien als een (overheidsgereguleerde) markteconomie en accountants leveren diensten waarvan kwaliteit en prijs onder andere wordt bepaald door marktwerking, overheidsbemoeienis en professionele zelforganisatie (waarbij inschrijving in en schrappen uit het register een kwestie is van professionele zelforganisatie). Dat maakt marktwerking niet automatisch tot het beste referentiekader voor beantwoording van de vraag wat hun beloning zou moeten zijn. Ja, marktwerking zou wel eens de beste keuze kunnen zijn als basis van onze economische ordening, mits gereguleerd door de overheid en in essentiële markten met een kwaliteitsimpuls van zichzelf organiserende professionals. Idealiter zorgt marktwerking voor efficiënte allocatie, maar niet voor rechtvaardige inkomensverdeling, door o.a. het Matteüs-effect. Voor beloningsnormering hebben we dus juist die andere ordeningsprincipes nodig. De beloning van de meeste mensen wordt grotendeels bepaald door professionele zelforganisatie, namelijk door de systemen voor functiewaardering en inschaling die ontwikkeld zijn door HRM professionals (met een overheidsrol in de vorm van collectief verbindendverklaring van CAO’s). Slechts de inkomens van eigenaren van organisaties die als marktpartijen optreden op markten met voldoende concurrentie worden vooral bepaald door marktwerking (na aftrek van de kosten die grotendeels bepaald worden door CAO- of anderszins gereguleerde lonen). ‘Arbeidsmarkten’, zeker die voor professionals, waarvan de expertise en dus de ‘economische waarde’ slecht te beoordelen is voor niet-professionals, zijn misschien wel de minst perfecte markten die er bestaan. Daardoor zijn m.n. inkomens van professionals voor een belangrijk deel ‘wat de gek ervoor geeft’, zoals Johan schrijft. Anders gezegd: ze worden bepaald door het soort onderhandelingen dat kenmerkend is voor markten met tweezijdig monopolie, waarin de uitkomst bepaald wordt door de mate van informatieasymmetrie. Ik ben het helemaal met je eens dat inkomensbeperking, oftewel rechtvaardige inkomensverdeling in de accountantswereld, van accountants(kantoren) zelf moet komen, in samenspraak met hun klanten. Dat vergt open gesprek over de factoren die dat inkomen zouden moeten bepalen, waarbij de factoren die dat inkomen daadwerkelijk bepalen, waaronder imperfecte marktwerking, niet maatgevend zijn. De overheid heeft daarbij slechts een beperkte rol als marktmeester (juridische bekrachtiging van contracten), ter beperking van ‘free riding’ (o.a. door algemeen verbindend verklaring van collectieve afspraken) en om grenzen te stellen aan sommige uitkomsten (o.a. verplichte inkomensverzekeringen, minimumloon, maximering van publiek gefinancieerde inkomens en normering van de verhouding tussen minima en maxima van anders gefinancierde inkomens).

Johan Visser

Beste Margreet, Als je de salarisenquetes van deze site tesamen met de jaarlijks verschijnende SRA enguetes vergelijkt heb je in no time een helder beeld van wat medewerkers en fimanten in het Openbaar Beroep feitelijk verdienen. Voor firmanten bij groot en klein geldt in doorsnee dat hun beloning voor zeker 90% overeenkomt met hun eigen aantal declarabele uren maal hun uurtarief. In tegenstelling tot wat Jan en Alleman denkt die nog geen firmant is verdienen firmanten bitter weinig aan hun personeel. Kijk maar eens in de benchmark die SRA jaarlijks laat verschijnen voor de eigen leden. Als je niet bij je eigen cliënten aan deze semi-geheime info kunt komen dan kan ik je wel helpen. De oorzaak hiervan is een beetje lachwekkend: Accountants kunnen in doorsnee, net zoals heel veel andere professionals, niet goed organiseren, en daardoor zijn de bijdrages van het personeel heel bescheiden aan het mateninkomen. Overigens is dit geheel en al de verantwoordelijkheid van de eigenaren/firmanten dus het personeel hoeft zich echt niet aangevallen te voelen. De verklaring van de verschillen tussen kleinere kantoren en Big4 kantoren is ook in doorsnee uiterst simpel. Grote kantoren werken grotendeels voor het prijsongevoelige deel van de markt, grote concerns, grote not for profit organisaties etc en daar is het grote voordeel voor dienstverleners dat de bestuurders de honoraria niet uit hun eigen zak hoeven te betalen. Gewone ondernemers letten veel beter op de kosten want er is een directe band met de eigen portemonnaie. Uurtarieven van 400,- Euro of meer zal je bij een gewone DGA niet snel tegenkomen. Die kijkt wel link uit. Overigens geven Big 4 maten ook bloed af als ze zelf dit soort tarieven moeten betalen. Het bovenstaande geeft natuurlijk nog geen antwoord op je vraag wat voor een Accountant in het Openbaar Beroep een goed loon zou zijn. Mij lijkt een vergelijking met wat ingenieurs in een ingenieursburo verdienen heel redelijk. Ingenieurs zijn zeker niet dommer dan Accountants, intellectueel gezien, hebben ook een heel verantwoordelijk vak met heel vaak een zeer geringe foutentolerantie (anders vallen er niet zelden doden) en ook een stevige studie achter de rug. Maar wat geld verdienen zijn Accountants handiger en die worden op ditzelfde terrein weer verslagen door bankiers. Zelf heb ik redelijk zicht op wat Accountants, fiscalisten, advocaten, notarissen etc verdienen. Ze krijgen wat de gek er voor geeft en voor velen geldt dat het altijd meer mag /moet zijn. Het thema het Goede Loon is inderdaad bij uitstek Evangelisch daar ontkom je echt niet aan . De waarschuwingen tegen het gevaar van de rijkdom zijn immers in de vier Evangelien niet van de lucht . Sterker nog: geldzucht wordt de wortel van alle kwaad genoemd. Dus of je het nu met kleine of grote letter over het goede loon praat en schrijft je zit met handen en voeten gebonden aan de Joods- Christelijke traditie. Kijk ook de Tien Woorden nog maar eens na. Ook daar is prominent een raadgeving over het goede loon te vinden. Of om het met de Deense filosoof Kierkegaard te zeggen: doe niet mee aan de zonde van het vergelijken. Want het lijdt tot maar twee mogelijke uitkomsten; hoogmoed of minderwaardigheidscomplex. Maar het best bezochte item op deze site is jaar in jaar uit het salarisonderzoek. Ergo ......

Arnout van Kempen

AT:Wim, ik ben het dus hardgrondig met je oneens, maar dat is een discussie die me hier al veel te vaak gevoerd is zonder behoorlijke omderbouwing, die voer ik voorlopig even niet meer.

Jan Bouwens

AT: WIm Beste Wim, Wat je beschrijft zijn de krachten die de kwaliteit (inclusief prijs) bepalen van een dienst/product. Dat zijn naast de overheid zelf nog vele andere factoren. Bijvoorbeeld, als de RA door NBA uit het register wordt geschrapt, zal zijn economische waarde zeer ver dalen. De overheid kan heel veel reguleren omtrent de omstandigheden waaronder het product of de dienst wordt aangeboden. Het enig wat de overheid niet kan is een prijs vaststellen. Garantieprijzen leiden tot overproductie en caps leiden tot onbedoelde protectie. Ook inkomensbeperking kan de overheid niet opleggen. Dat zal van de kantoren zelf moeten komen en het kantoor dat dit het beste doet (in termen van kwaliteit e.d) maakt de grootste kans op opdrachten.

Wim Nusselder

Hoi Arnout, Ik las “(Goed) Loon” in overdrachtelijke zin, als ‘beloning’ in ruime zin van het woord, dus niet als ‘loon’ in het kader van een dienstbetrekking. Overigens denk ik dat juist externe controle het best in dienstbetrekking uitgevoerd kan worden, om de schijn van belangenverstrengeling te verminderen, de onafhankelijkheid ten opzichte van de gecontroleerde te vergroten en zo het ‘vertrouwenspersoon van het maatschappelijk verkeer’ zijn waar te kunnen maken. Ondernemerschap is prima voor accountants die verslaglegging samenstellen en advies geven; die hoeven alleen het klantbelang te dienen.

Wim Nusselder

Beste Jan, Je schrijft “We moeten echter kiezen voor het minst slechte systeem. Helaas is dat de markt.” Mijns inziens hoeven we niet te kiezen voor één sociaal-economisch ordeningsprincipe, i.c. marktwerking i.p.v. overheidsbemoeienis. Sterker nog: we kunnen niet kiezen, want marktwerking is ondenkbaar zonder overheidsbemoeienis (een goed functionerende rechtsstaat). Mijns inziens zijn er 3 of 4 verschillende ordeningsprincipes (naast marktwerking en overheidsbemoeienis in elk geval ook iets als professionaliteit: het middels zelforganisatie bijdragen aan publieke belangen) die gecombineerd kunnen en moeten worden, in verschillende verhoudingen voor verschillende soorten behoeften. Professionaliteit, willen bijdragen aan publieke belangen (i.c. betrouwbaarheid van financiële verslaglegging), is geloofwaardiger wanneer deze gepaard gaat met zelfbeperking t.a.v. beloning.

Jan Bouwens

AT: Koen Je aantijging geeft precies aan waarom we veel meer zouden moeten weten over wat er binnen kantoren gebeurt. Ik ken ook ex-studenten die juist worden gewaardeerd door hun kritische houding maar heb daar net als jij geen systematische evidence van, hooguit anekdotisch. Welke kracht overheerst weet ik niet.

Koen

AT:Jan Het is maar de vraag wat de definitie van goed is. Ook op dit moment worden de "goede" mensen, die hun rug recht proberen te houden of te doen wat juist is, gezien als "slecht voor de onderneming" door de zogenaamd "goeden" die ondernemen. Als je als accountant meedenkt met je klant, maar je hebt een assistent die er geen goed gevoel bij heeft en daarom zichzelf distantieert van het dossier... wie is er dan goed? Deze assistent wordt al gauw gezien als een vervelend mannetje die niet "onder controle" is, terwijl hij juist probeert te doen wat goed is. Door de markt wordt dit vervelend mannetje afgestraft, want hij krijgt een naam.... Maar de accountant met zijn "meedenken" wordt hoog beloond, krijgt misschien nog wel een extra klant van die klant omdat hij "zo goed is voor zijn klanten" terwijl in realiteit hij meehelpt te frauderen. Jouw markt beloond de klant en de accountant, maar de "goede assistent" wordt afgestraft...... Het is maar de vraag of de markt KAN bepalen wat goed is en wat de definitie is van goed.

Arnout van Kempen

Even aangenomen dat met "jullie" openbaar accountants worden bedoeld: ik vind eigenlijk dat openbaar accountants geen loon zouden moeten ontvangen, maar ondernemers zouden moeten zijn. Kortom, wat in veel accountantskantoren ook de realiteit is: tekenend accountant = partner, vennoot, hoe je het maar noemen wil. Niks loon, maar het resultaat van wat de klant wil betalen minus de kosten die het kantoor moet maken om haar werk goed te doen.

Jan Bouwens

AT: Koen, Wim en Rene Het punt is dat we de neiging hebben niet met minder genoegen te nemen als het perfecte systeem. Dat is wel als de walhalla fallacy aangemerkt. We moeten echter kiezen voor het minst slechte systeem. Helaas is dat de markt. Elke keer als we de overheid laten kiezen of de overheid inschakelen om keuzes te maken waarmee inkomens worden beperkt gaat er meer fout dan goed. Als een loon door de maatschappij als te goed wordt aangemerkt, zal de correctie vanuit de maatschappij moeten komen, niet vanuit de overheid. Wat goed is kan een overheid niet bepalen. Ze kan hooguit bezit en eigendom wettelijk vastleggen of beperkingen opleggen aan macht. Deze middelen zet ze in om markt in goede banen te leiden. De overheid is echter niet in staat het goede loon vast te stellen, en zelfs als ze dat zou kunnen op enig moment, dan zou dit goede loon meteen na de vaststelling veranderen. Elke cap die je kunt verzinnen gaat binnen de kortste keren mank. Vraag maar eens rond bij de toezichthouders hoe moeilijk het is goed mensen te vinden. De Balkenendenorm zal kwaliteit van de semioverheidsmanager verlagen. Ik zeg daarmee niet dat semioverheidsorganisaties goed werden bestuurd in het verleden, dat lag echter aan de slechte keuzes die RvTs maakten. De burgemeester van Harderwijk is niet echt gekwalificeerd om een manager te kiezen voor een schoolbedrijf waar duizenden mensen in werken. Wellicht vraag je je dan af waarom mensen toch voor de semioverheid werken? Mijn antwoord: wie zegt er dat dat de meest efficiënte manier van organiseren is? En ja zelfs voor hoge ambtenaren geldt dat zij soms de overstap maken als ze dat durven. En ja mensen kiezen voor de inhoud van het werk. Maar als ze succesvol zijn willen ze ook beter worden betaald. De allerbeste bedrijfseconomen zie je eerder bij een top business school in het buitenland dan in Nederland. Het is zeer moeilijk voor Nederland goed bedrijfseconomen uit het buitenland aan te trekken.

Wim Nusselder

In dit verband nog altijd ter lezing aanbevolen “Ethiek van de inkomensverdeling” van P.J. Roscam Abbing uit ... 1973. (Een half jaar geleden ook aanbevolen door Bert Bakker op deze website: http://www.accountant.nl/Accountant/Vaktechniek/Out+of+print/Ethiek+van+de+inkomensverdeling.aspx.)

Koen

AT:Jan: Getuige de diverse "zaken" die spelen, waar ik niet de mate van waarheid kan beoordelen, maar bewezen voorbeelden te over, is het juist die markt die niet geheel zuiver werkt. Daarnaast is het die markt die in onze behoefte dient te voorzien, maar wat als die behoefte niet zuiver is, een ziekte bevat genaamd begeerte? Een jaar geleden of zo zag ik een onderzoek dat als iedereen de planeet zou gebruiken zoals Nederland zou doen, dan hebben we 9 aardbollen of zelfs meer nodig. Dit betekent dat de behoefte niet meer in balans is met de basis, de planeet die in die behoefte voorziet. Wellicht ligt er al een basis die niet zuiver is, dan is je markt ook onzuiver en daarmee kan de "goede loon"-bepaling ook niet zuiver zijn.

Rene van Wingerden

AT: Jan: Je lijkt te concluderen dat de markt per definitie een 'goede' uitkomst biedt (uitgaand van een efficiente markt etc.) Maar ik denk dat Margreeth juist ter discussie wil stellen of de markt tot een goed loon leidt in morele zin. En de economische wetenschap wordt geacht waarde-vrij te zijn, ook al stamt deze wetenschap uit de moraalfilosofie. Op zich is het denkbaar dat je de markt ook moreel het beste instrument vindt om het loon te bepalen, maar dat moet je dan wel onderbouwen, niet voetstoots aannemen omdat de markt nu eenmaal bestaat. De economische wetenschap kan geen antwoord geven op de vraag of een loon 'goed' in morele zin is. Je moet dan andere normen gebruiken, bijvoorbeeld de Bijbel, of een andere levensovertuiging.

Jan Bouwens

Probeer de markt Het goede loon wordt bepaald door de mate waarin de persoon geeft en onttrekt. Hij geeft aan: het bedrijf waarvoor hij werkt, de leveranciers die aan zijn bedrijf leveren, de werknemer voor wie hij werk creëert. Hij neemt ook van de maatschappij doordat hij gebruik maakt van de kennis die via belastinggeld werd bekostigd of de (elektronische) wegen die werden aangelegd om de goederen en diensten te vervoeren. Het eerste levert hem op, het tweede gaat ten laste van zijn bijdragen. Nu we weten hoe we dat goede loon is moeten we een methode instellen waarmee we dit goede loon bepalen. Ik zou eerlijk gezegd geen beter middel weten dan de markt. Elke andere methode gaat mank omdat op enig moment een boven en ondergrens zal worden gesteld. Deze grens is per definitie arbitrair. Het probleem met boven en ondergrenzen is dat de kans dat de juiste persoon ook op de juiste plaats eindigt afneemt. Immers, als de juiste v/m beschikbaar is, maar deze kan ook met minder risico en/of inspanning een alternatieve functie vinden die het zelfde salaris biedt (vaweg de bovengrens) dan zal deze geneigd zijn deze functie te kiezen. Onderzoek van Gabaix en Landier laat zien dat het precies deze afweging is die ertoe leidt dat moeilijke banen heel hoog betalalde managers hebben. Je mag het natuurlijk niet omdraaien, als je veel betaald dan komen de goede managers. Dat hebben we bij de HBOs en de MBOs en WoCo’s gezien, veel betalen en veel waarde vernietigen!

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.