Verdienmodel versus inkomens accountants
De Tweede Kamer vindt veranderingen in governance, aansturing én verdienmodel nodig voor kwaliteitsherstel van externe accountantscontrole. In de discussie hierover zijn we tot nu niet helder over wat we bedoelen met 'verdienmodel'.
Ik stel voor om het verdienmodel van het beroep te onderscheiden van de inkomens van individuele accountants. In mijn opinies hier tot nu toe bepleit ik het opvatten van de keuze voor een verdienmodel als vraagstuk van economische ordening. Inkomens van individuele accountants staan daar tot op zekere hoogte los van.
Arnout van Kempen roept op tot discussie op een accountantswaardig niveau in zijn reactie (30 juni) op de discussie over het VEB-pleidooi voor een salarisplafond. Het is lastig voor accountants om hun eigen inkomen zuiver te beoordelen, dus hierbij mijn voorzet als niet-accountant.
Het 'verdienmodel van individuele accountants' verschilt tussen kantooreigenaars en niet-kantooreigenaars. Dat van kantooreigenaars wordt direct bepaald door het verdienmodel van het beroep. De keuzemogelijkheden zijn in grote lijnen commercieel (marktprijzen), collectief regelen (belastingen) of onderling regelen (contributies, abonnementsgeld, onderlinge verzekeringspremies etc.). Niet-kantooreigenaars zijn loonslaven in de intensieve menshouderij, zoals Marcel Pheijffer de arbeidsomstandigheden opnieuw karakteriseerde tijdens de discussie over de toekomst van het accountantsberoep op 3 juli.
Ik stel voor om bij de beoordeling van individuele accountantsinkomens onderscheid te maken tussen doelmatigheid en rechtvaardigheid. Het relevante doel is betrouwbare financiële verslaggeving (samenstelpraktijk) cq. betrouwbare zekerheden bij verslaggeving door derden (controlepraktijk) met bruikbaar advies als nevenproduct. Betrouwbaar valt uiteen in correct (werkelijk) en vertrouwd (perceptie). Rechtvaardigheid is te onderscheiden in verdelende rechtvaardigheid (accountantsinkomens versus inkomens van andere beroepsgroepen) en vereffenende rechtvaardigheid (eerlijke ruil tussen klant en kantoor en tussen kantoor en medewerker).
Elke accountant in een (mede)verantwoordelijke positie kent de worsteling om binnen het budget te blijven dat bepaald wordt door de prijs die de klant verwacht. Hoe lager het inkomen van de accountants in het team, des te meer uren beschikbaar zijn om correct werk af te leveren. Daar staat tegenover dat uurtarieven samenhangen met de status van beroep en organisatie. Onder het motto 'goedkoop is duurkoop' vertrouwt een klant een product waarvan hij als leek de kwaliteit niet zelf kan beoordelen meer naarmate de prijs hoger is, mits de PR van de producent op orde is.
De PR van het accountantsberoep kon beter... Daaraan zijn vooral fouten van de grote kantoren debet. Niet omdat kleinere kantoren minder fouten maken, maar omdat die van de grotere kantoren nieuwswaardiger zijn. Negatieve PR is zelf-versterkend: de media zoeken harder naar schandalen en vinden er dus meer naarmate er al meer naar buiten zijn gekomen.
Alle reden dus voor inkomensmatiging. Dat vergroot de budgetruimte om kwaliteit te leveren en is meer in overeenstemming met de gepercipieerde kwaliteit. Vrijwillige inkomensmatiging zou bovendien positieve PR opleveren.
Verdelende rechtvaardigheid vergt een collectief perspectief, een algemeen geldende norm. De norm voor collectief gefinancierde inkomens is maximering tot een ministerssalaris, volgens de op stapel staande WNT-aanpassing. De norm voor commercieel gefinancierde inkomens is dat de topinkomens in verhouding staan tot de andere inkomens binnen de organisatie, krachtens de corporate governance code (p. 14). 'Pas toe of leg uit': waarom 'verdienen' big four-partners een veelvoud van een ministerssalaris en waarom is dat zoveel meer dan het salaris van een beginnende assistent, rekening houdend met de mate waarin beide overwerken en als er voldoende competente werklozen zijn die graag een deel van die overuren zouden overnemen...? Het arbeidsmarktargument ('we zoeken ons heil elders als we daar meer kunnen verdienen') is hier niet van toepassing. Dat argument heeft betrekking op doelmatigheid (alias toegeven aan chantage) in plaats van op rechtvaardigheid. Het is bovendien slechts van toepassing op gesalarieerden en niet op partners die hun eigen uurtarieven vaststellen.
Vereffenende rechtvaardigheid vergt onderhandeling in gelijkwaardigheid en informatiesymmetrie. Intensieve menshouderij (een verdienmodel gebaseerd op leverage en overwerk) zou waarschijnlijk geen lang leven beschoren zijn in een sector met een grotere vakbondsrol. De ruil tussen klanten en kantoren zou eerlijker zijn bij minder marktconcentratie: "Op bedrijfstakniveau is er geen sprake van een big four maar een big two die die betreffende markt domineren", volgens Robin Litjens twee jaar geleden. "Specialisatie leidt tot schaalvoordelen en kostenbesparingen, maar kan ook leiden tot een hoger prijsniveau doordat specialisten een premie verlangen ten opzichte van niet-specialisten." Lees "kunnen afdwingen" in plaats van "verlangen"...
Hogere prijzen bij kostenbesparingen impliceert hogere winsten, dus hogere inkomens voor kantooreigenaars. Eenmaal gewend daaraan en eenmaal gerationaliseerd op grond van omvang en status van hun organisatie, gaan die inkomens niet zomaar omlaag als de prijzen onder druk staan. In plaats daarvan worden dan de leverage en de druk op medewerkers opgevoerd, met als gevolg dalende kwaliteit.
Nogmaals: alle reden voor vrijwillige inkomensmatiging vóórdat de politiek dat afdwingt. Die vermeende schaalvoordelen van grote accountantskantoren verdienen overigens ook een kritische blik, maar dat is een onderwerp voor een volgende keer.
Gerelateerd
Meer krassen, meer moed
Het accountantsberoep is niet gewend om het open gesprek te voeren over fouten en leert er daarom niet van. Berry Wammes gunt accountants 'in het veld' en ook bestuurders...
Waar maak jij je druk om?
Waarom spreken zo weinigen binnen het accountantsberoep zich uit, vraagt Pieter de Kok zich af. Het beroep zou gebaat zijn bij meer tegengeluid, boosheid en compassie.
Verbeterplan accountantssector is tien jaar oud
Precies tien jaar geleden, op 25 september 2014, bood de accountantssector aan de politiek het verbeterplan 'In het publiek belang' aan. Dat plan moest zorgen voor...
Team beroepsprofiel start gesprekken met stakeholders
Het kernteam van de NBA dat een nieuw beroepsprofiel zal opstellen, heeft uitnodigingen aan de beroepsgroep en stakeholders gestuurd. Betrokkenen kunnen hun wensen...
Pheijffer: Nieuwe minister moet letten op private equity bij accountants
De nieuwe minister van Financiën is via een introductiedossier door zijn ambtenaren bijgepraat over relevante onderwerpen. Maar de aandacht daarin voor het accountantsdossier...