Opinie

Accountants moeten elkaar veel meer aanspreken

Leden van beroepsgroep moeten weer met trots hun handtekening kunnen zetten onder een financiële verantwoording.

In de kolommen van Het Financieele Dagblad en andere media is al heel wat geschreven over de toekomst van de accountancybranche. Op 14 mei debatteerde de Tweede Kamer over de branche en op 28 mei organiseerde de beroepsorganisatie voor accountants NBA een debat.

Wie de discussies volgt leest dat veel oplossingsrichtingen gaan over meer toezicht, meer regels en meer aandacht voor de techniek van de accountantscontrole. De ingezonden stukken tonen ook aan dat er grote verdeeldheid is in het accountantsberoep over de te nemen maatregelen. Deze verdeeldheid maakt het prijsschieten door ‘buitenstaanders' makkelijk. Het lijkt wel of de accountant zelf niet meer weet wat zijn bestaansrecht is. Tijd voor een reveil waarvan persoonlijke verantwoording, saamhorigheid en trots de ingrediënten zijn.

Enige tijd geleden sprak ik een bankier. Hij vertelde mij dat hij aan zijn collega's niet het verschil kon uitleggen tussen de verscheidenheid aan voorgeschreven accountantsverklaringen bij een jaarrekening die gebruikt kunnen worden. "Het zijn er namelijk ruim 160", zo vertelde hij mij. "Ik ben zo langzamerhand op het punt aangekomen dat ik denk als er maar een handtekening van een accountant onder staat. Dat moet voldoende zijn."

Daarmee sloeg deze bankier de spijker op zijn kop en verwees hij het accountantsberoep indirect naar de uitgangspunten van een van zijn grondleggers, de heer Limperg. Hij was van mening dat de handtekening van een accountant onder een financiële verantwoording voldoende behoorde te zijn om vertrouwen aan te ontlenen. Met het zetten van de handtekening neem je als accountant ook je persoonlijke verantwoordelijkheid. Een verantwoordelijkheid waar je altijd op aan te spreken bent.

Uit de gesprekken die ik de afgelopen tijd gevoerd heb met accountants, werkzaam bij kantoren van 20 tot 200 medewerkers, merk ik dat er een grote behoefte is om weer terug te keren naar de kern van het accountantsvak. Zorg dragen voor de financiële betrouwbaarheid van de cijfers, waarbij de handtekening voldoende moet zijn. Het is dus de vraag of de voorstellen van politici als Henk Nijboer over meer toelichting in de verklaring meer zekerheid bieden.

De perikelen bij KPMG laten zien dat accountants niet gewend zijn om elkaar onderling aan te spreken. Een enkele uitzondering daargelaten, denk aan Marcel Pheijffer in zijn blogs en het FD. Het zou voor de geloofwaardigheid van het accountantsberoep beter zijn als ook andere accountants hun collega's ter verantwoording roepen. Een groot deel van de accountants vindt dat de NBA deze taak van aanspreken op moet pakken en sommigen pleiten zelfs voor een openbaar aanklager in het accountantsberoep.

Daarmee spannen we wat mij betreft toch het paard achter de wagen. Op een eerzame beoefening van het accountantsberoep mag iedereen persoonlijk door iedere andere beroepsgenoot worden aangesproken. En de beroepsgenoot die wordt aangesproken mag zich dan niet aan de dialoog onttrekken door op te merken dat het de ander niet aangaat. Mocht blijken dat het aanspreken geen effect heeft dan dient een beroepsorganisatie in te springen.

Natuurlijk moeten we rond dat aanspreken wel het een en ander organiseren. Wellicht dat we iets kunnen leren van de advocatuur waarin de deken een belangrijke taak heeft als het gaat om integriteit van de beroepsuitoefening.

Daarnaast is het goed dat KPMG tijdens het NBA-debat op 28 mei publiekelijk haar excuses heeft aangeboden. De veroorzaakte imagoschade is groot en het is goed dat de accountants van KPMG zich dit aantrekken. Ook zij dienen te beseffen dat zij zich als het om een goede beroepsuitoefening gaat primair hebben te verantwoorden tegenover hun collega beroepsgenoten en pas secundair tegenover hun werkgever KPMG.

Tot slot merk ik op dat accountants er verstandig aan doen meer samen te werken bij het laten terugkeren van de beroepstrots. De huidige verdeeldheid geeft de buitenwereld het beeld dat accountants zelf ook niet meer weten waar ze voor staan en waar ze op aanspreekbaar zijn. Dat gegeven alleen al leidt tot meer politieke bemoeienis en toezicht. Ingrepen van buitenaf die niet nodig zouden moeten zijn als het beroep meer eensgezindheid aan de dag legde.

Echt ingewikkeld hoeft dat niet zijn want alle accountants werken met dezelfde noemer: het geven van financiële betrouwbaarheid. Laten we werken aan een situatie waarin iedere accountant weer met trots zijn handtekening zet onder een financiële verantwoording en daar zonder mitsen en maren op aanspreekbaar is.

Deze opiniebijdrage is tevens gepubliceerd in het FD van 6 juni 2014. Bovenstaande versie is licht geactualiseerd.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jan Wietsma is directielid bij MKB-kredietcoach. Hij is als adviseur betrokken bij vraagstukken van accountantskantoren op het terrein van visieontwikkeling en strategievorming, onder meer via Full Finance. Tot medio juni 2021 was hij bestuurslid van de NBA.

Gerelateerd

2 reacties

Arnout van Kempen

160 voorgeschreven verklaringen bij de jaarrekening? Serieus? En dat had die bankier geteld, omdat hij het allemaal niet meer begreep? En hij kreeg stress van het aan zijn collega's uitleggen van de verschillen? Goh. Opmerkelijk dat bankiers het daar zo druk mee hebben. Is nu het voorstel serieus om al die verklaringen maar af te schaffen, niet meer nauwkeurig en genuanceerd uit te leggen wat je als accountant gedaan hebt en wat je mening over een jaarrekening is? Alleen een handtekening, en dan weten we het wel? Ik zou die bankier oprecht graag eens spreken. Misschien dat hij dan ook meteen wil aangeven hoe vertrouwenwekkend het is als accountants geen onafhankelijke instantie willen die hen tuchtrechtelijk aanspreekt als daar aanleiding voor bestaat, omdat ze liever elkaar aanspreken. As if.

Wim Nusselder

In de kolommen van het FD is inderdaad al zoveel geschreven over de toekomst van de accountancy dat ze de opinie die ik hen aanbood teveel van het goede vonden. :-) Hopelijk verschijnt hij eerstdaags hier. Meer toezicht versus meer zelfregulering, dat zijn inderdaad de oplossingsrichtingen in een notedop. Toegeven van een noodzaak van meer extern toezicht op een beroep met externe controle als kerncompetentie is ... misschien ietwat beschamend. Terug naar de kern van het vak: de handtekening als symbool van aanspreekbaarheid op persoonlijke verantwoordelijkheid. Of je nu extern of ‘in business’ bent. Zonder mitsen, maren en andere voorbehouden. Meer toelichting en minder eenvormigheid van verklaringen is echter wél zinvol. Vertrouwen op gezag van anderen, op basis van slechts een handtekening, is namelijk niet meer van deze tijd. Daarvoor zijn teveel mensen inmiddels te mondig en te goed opgeleid. Een financieel verslag en een verklaring daarbij moeten aanknopingspunten bieden om vragen te stellen, verantwoording te vragen én -inderdaad- elkaar aan te spreken. De beroepsorganisatie moet de relatieve veiligheid en de organisatie bieden voor wederzijdse aanspreekbaarheid en aansprakelijkheid én voor het samenwerken rond de thema’s die daarin bovendrijven. Kernthema lijkt mij dat financiële deskundigen uit moeten leggen aan niet-deskundige belanghebbenden wat voor hen van belang is in financiele verslaglegging. Deskundigheid is vermogen om uit te leggen wat je doet en waarom je het doet en -slechts in de mate waarin die uitleg uitleg op hoofdlijnen vertrouwd wordt- niet-deskundigen de bemoeienis met de details te besparen. Bij gebrek aan vertrouwen van niet-deskundigen is de taak van deskundigen ‘leg uit of vereenvoudig’. ‘Substance over form’: substantieel vereenvoudigen dus, als vertrouwen in ernstige mate verminderd blijkt. Een bank er op wijzen dat de complexiteit van financiële dienstverlening ernstig uit de hand aan het lopen is, bijvoorbeeld, niet meer uit te leggen valt. Een fondswerver er op wijzen dat huis-aan-huis-donateurswerving door betaalde krachten en ‘marktconforme’ salarissen voor directeuren niet meer uit te leggen vallen als aanvaardbare werkwijzen in een sector waarvan financiers een zo klein mogelijke strijkstok verwachten, bijvoorbeeld. Een accountant is verantwoordelijk voor de begrijpelijkheid van verdienmodellen die tot uitdrukking komen in financiele verslaglegging én voor dringend advies aan de verslagleggers om dat verdienmodel te vereenvoudigen als het niet meer uit te leggen valt. Door elkaar aan te spreken op die verantwoordelijkheid ontwikkelen zich de normen voor begrijpelijkheid en aanvaardbaarheid van verdienmodellen. Ook de eigen verdienmodellen.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.