Opinie

Commercie en disfunctionaliteit

De afgelopen weken is de discussie over auditkwaliteit hoog opgelaaid. Graag draag ik bij aan de discussie op basis van drie overwegingen.

1. Commercie in de accountancy

Accountantsorganisaties zijn gewoon commerciële organisaties. Er werken duizenden mensen, met even  zoveel gezinnen daarachter, die hun inkomen in deze sector verdienen. Op zich is er niets mis met een commerciële organisatie. Daar zijn er veel van en ze leveren de economie toegevoegde waarde. Commercie kan evenwel op gespannen voet staan met de publieke taak die de accountant heeft, zeker wanneer het partnerinkomen geheel afhankelijk is van de winst van de organisatie.

Toch is dit geen pleidooi om de commerciële status van accountantsorganisaties te ontbinden. De besturen van de accountantsorganisaties zijn nu eenmaal verantwoordelijk voor de continuïteit van de onderneming, en daar hoort werving van cliënten en opdrachten onlosmakelijk bij.

Het probleem ontstaat wanneer de commerciële drijfveer de overhand krijgt en zaken als kostenreductie, prijsdruk en concurrentie een zodanige invloed krijgen dat ze leiden tot disfunctioneel gedrag van de accountant.

Disfunctioneel omdat te goedkope assistenten worden ingezet voor te ingewikkeld werk.
Disfunctioneel omdat noodzakelijke specialisten (die duur zijn) niet worden ingezet bij een controle.
Disfunctioneel omdat auditwerk tegen te lage prijzen wordt aangeboden (low balling) om de concurrentie de loef af te steken.
Disfunctioneel omdat noodzakelijke audituren of niet worden gemaakt of niet als overuren worden uitbetaald.

Houd de commercie dus in de hand en laat het niet de overwegende drijfveer worden voor de onderneming.

2. Commercie in de beoordeling

De uiteindelijke beoordeling van de partners in accountantsorganisaties heeft plaats in de beslotenheid van de kamer van de senior of lead partner. Daar zijn geen journalisten of blogschrijvers bij. Zolang in deze kamers en in de beslotenheid van het beoordelingsgesprek de commerciële aspecten uiteindelijk bepalend zijn voor een goede of minder goede beoordeling, zal commercie in het gedrag van de accountant de bovenhand blijven voeren, want 'what gets measured, will get done'.  

De partners die doorgroeien naar het hogere echelons, naar leidinggevende functies en naar raden van bestuur, zijn bijna zonder uitzondering de partners die het commercieel erg goed hebben gedaan, waarbij 'goed' wordt gedefinieerd als 'veel grote cliënten bediend of binnengehaald', 'veel aan cross selling gedaan', 'succesvol in de markt en gezien bij cliënten'.

Partners kijken uiteindelijk - niets menselijks is hen vreemd - naar de eigen bankrekening aan het einde van het jaar. De partner moet op basis van andere kritieke prestatie-indicatoren (kpi) worden beoordeeld en ik ben het dus eens met Michael de Ridder van PwC dat prestaties op het terrein van kwaliteit meer zichtbaar moeten worden en een belangrijke kpi moeten zijn in de beoordeling.

3. Radicaal andere aansturing

Accountantsorganisaties moeten anders worden aangestuurd. Er moeten andere bestuurders komen die niet noodzakelijkerwijs uit de accountancy komen, maar die een bedrijf kunnen aansturen op basis van een vast salaris. Bestuurders van vele duizenden bedrijven in Nederland en daarbuiten weten dat duurzaamheid uiteindelijk berust op kwaliteit van het product of de dienst en daarmee op tevredenheid van de cliënt.

Professionele bestuurders die geen accountant zijn en die de onderneming besturen vanuit een visie op kwaliteit en cliëntgerichtheid zullen het klimaat binnen de accountantsorganisaties kunnen veranderen. Zij moeten onder toezicht staan van professionele commissarissen, die ook primair toezien op de kwaliteit van de dienstverlening en daar keiharde kpi's voor afspreken.

Kwaliteit en NIET het partnerinkomen is de sleutel tot duurzaamheid. Maak van accountantsorganisatie gewone ondernemingen en geef partners voortaan een salaris in plaats van een winstdeel. Dat haalt de verkeerde stimulus weg.

Misschien nog een laatste punt:

Commissarissen van ondernemingen zijn ook niet van alle blaam gezuiverd. Zolang de raad van commissarissen van ondernemingen toestaat dat de directie of zijzelf alles in het werk stelt om de rekening van de accountant te verlagen, werk je daarmee ook disfunctionaliteit in de hand. Accountantscontrole van een hoge kwaliteit heeft een prijs en die moet ook worden betaald.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Prof. dr. Peter Diekman RA is partner van FourValue BV en hoogleraar aan de University of Curaçao en de Anton de Kom Universiteit van Suriname.

Gerelateerd

4 reacties

Glenn Mungra

Uiterst leerzaam artikel. Maar ik mis nog één ding. Namelijk een expliciete en nederige erkenning dat ons ethisch gedrag beïnvloedbaar is. En op grond daarvan is er ook sprake van een vaag maar voortdurend risico dat de aansturing van controlewerk, organisatiebeleid, ons ethisch besef en zelfs van ons beroep als geheel beïnvloedbaar is. Tegen deze achtergrond voegt Peter uiteraard terecht nog toe dat het gedrag ook commerciele drijfveren kent. Commerciële drijveren kom ik tegen in de kringen van resp. bij het individu, in de organisatie, in de relatie met de klant en zelfs in de wet (ik denk bijv. aan lokale, nationale en zelfs Europese of internationale fiscale wetgeving). In zo'n situatie kun je je ook afvragen wat is dan de ideale benchmark of in welke spiegel moet ik kijken? Maar volgens mij werpt Peter de eerste steen met dit artikel. Mijn excuses als ik met deze uitspraak anderen tekort doe. Als ik voor elke fout die ik maak een euro zou kunnen krijgen zou ook graag op die manier zonder ook maar enige moeite heel rijk willen worden. En commercie is op zich natuurlijk geen vies woord. Maar commercie kan ook - vooral - een sluipende invloed hebben op de inhoudelijke definitie van kwalitatief goed werk en vervolgens op ons beoordelingsvermogen daarvan en dus op de kwaliteit van ons werk. Daarom denk ik dat het niet zonder meer volstaat om de verkeerde stimulus weg te halen via een ander verdienmodel of bedrijfsmodel. In dit verband pleit ik dus aanvullend ook voor structureel 'navelstaren' in plaats van 'ziende blind' worden. En daar is dit artikel wel een goed voorbeeld van.

Jan Bouwens

Elke accountant weet dat een een complex aan factoren het succes van een bedrijf bepaalt. Het verdienmodel is een van die factoren. Als deze factor intensief wordt ingezet zonder andere factoren hiermee te synchroniseren dan leren we als accountants op de universiteit dat je slechts op problemen hoeft te wachten. De factoren waar ik op doel zijn inderdaad het aanstellingebeleid, het promotiebeleid, grenzen stellen, grenzen handhaven; kwaliteitsnormen opstellen en handhaven, etc. De vraag is in mijn ogen waarom veel kantoren er niet in zijn geslaagd om de synchronisatie te realiseren. Het verdienmodel is daar een factor in, maar niet noodzakelijk de factor. Dat het verdeienmodel de kwade genius is willen velen geloven omdat het wel aannemelijk klinkt. Maar is dat ook de oorzaak van de problemen die we signaleren? Laat ik even meegaan in die redenering. Laten we voor het gemak even aannemen dat alleen bij kantoren met een scherp verdienmodel problemen voorkomen zoals we ze in de krant aantreffen. Geeft dit dan aanleiding om de these te onderbouwen? Nee, want stel we hebben 100 kantoren met een scherp verdienmodel, 10 ervan hebben de problemen die we in de krant tegenkomen. We hebben er dan 90 die de problemen niet hebben, toch ben je geneigd om op basis van de data te zeggen dat het verdienmodel de problemen oplevert. Het antwoord is echter veel complexer. Het hele bedrijfsontwerp deugt niet bij gebrek aan synchronisatie bij de 10; het verdienmodel is een aspect van het model. Het kan evengoed het geval zijn dat een aantal partners nooit zo hoog hadden mogen komen omdat zij onvoldoende kundig zijn. Ligt dat aan de commercie of aan een inadequate normering van kwaliteit? We zouden ook kunnen starten bij het promotiebeleid om dan te zien dat die kantoren die systematisch zelfverzekerde accountants promoveerden, gemiddeld een slechtere audit leverden. Laten we aannemen dat we 100 kantoren vinden die zelfverzekerde accountants promoveerden en dat we bij 10 het kwlaiteitsproblemen zien. We hebben er dan 90…..etc.

Roy Gorter

Relevant lijkt mij in deze bij wie het eigendom van de onderneming komt te liggen? Komt dat zoals bij 'gewone ondernemingen' bij de aandeelhouders, dan is het maar zeer de vraag of je hiermee het winststreven weghaalt en lijkt de effectiviteit van genoemde maatregelen mij vrij beperkt.

Marcel Pheijffer

Heldere analyse. Van binnenuit als ervaringsdeskundige geschreven. Bovendien voor de tweede keer in korte tijd dat een voormalig NBA-bestuurder klare wijn schenkt. Ik hoop dan ook dat de NBA Peter Diekman heeft uitgenodigd of zal uitnodigen voor het debat op 28 mei aanstaande.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.