Renaissance beroep? Veeg eerst de trap van bovenaf
In het kielzog van de Grote Paascrisis van het accountantsberoep en vooruitlopend op alle verdere discussie over alternatieve bestuursmodellen, prikkelsystemen en wie weet wat voor nieuwe hervormingsvoorstellen, een voorstel voor een eerste stap, passend bij het grote-schoonmaakseizoen.
Een georkestreerde catharsis, of some sort.
Laten we, voordat er weer heftig gerenoveerd gaat worden, eerst een paasei bieden aan de Jan Hommens, Gerben Everts, gewaardeerde commentatoren op deze site en het getergde personeel van onze accountantskantoren, waarop staat geschreven: 'Rook liever eerst de misschien nog andere verborgen gebreken uit.'
Daartoe heeft men geen bataljon aan advocaten nodig, geen eindeloze discussies, geen diepte-investeringen in nog meer compliance officers of nog meer toezicht in het kwadraat.
Stel voor ieder oob-fähig accountantskantoor een eenvoudige verklaring op, inhoud-boven-vorm geformuleerd, ten eerste bedoeld voor iedere partner - actief of recentelijk gepensioneerd - en vervolgens voor ieder personeelslid, te tekenen vóór Pinksteren 2014:
'Ik, [naam, functie], ben van [datum] tot op heden werkzaam (geweest) bij [naam kantoor]. En verklaar hierbij dat mij uit mijn verbonden werkzaamheden van afgelopen tien jaar geen mogelijke kwade zaken bekend zijn (anders dan de zaken hieronder gesteld) [doorhalen indien niet van toepassing] die de reputatie van mijn kantoor belangrijk in gevaar kunnen brengen.
Getekend,
[naam]'
Onder speciaal protocol. Het origineel gaat naar maatschap en - niet zonder risico - een kopie naar de AFM. Met wettelijke aansprakelijkheid - exposure met terugwerkende kracht - voor apert valse verklaringen.
Voor het geval er behoefte bestaat aan consultatie alvorens te tekenen wordt daartoe een volwassen faciliteit gecreëerd, onafhankelijk van de kantoren. Basisregel: in geval van twijfel, laat het weten. Bang de geheimhoudingsplicht te schenden? Vinden we wel een oplossing voor. Bang voor represailles of anderszins? U krijgt geen immuniteit vooraf, maar wel een sterk verzachte behandeling.
Het is beter om iedere verdere renovatie met een redelijk schone lei te beginnen. Ook is het beter te vermijden dat er allerlei sprookjes ontstaan die het beroep ten onrechte kunnen blijven achtervolgen. Daarvoor moet je eerst de (nog) verborgen gebreken kennen. Je krijgt er niet iedere leugenaar mee uitgerookt, maar het zet hem/haar wel aan het denken.
Het is vanuit een 80/20 waarheidsvindingperspectief (de verwachting dat tachtig procent via zo'n verklaring boven water komt) een ferme eerste stap in het weten wat er werkelijk gaande is. Daarmee legt het een basis voor een mogelijk herstel van het publiek vertrouwen - al kan het aanvankelijk heel lastig blijken.
Het staartrisico moeten we (durven te) nemen ter wille van een op gezond publiek vertrouwen gebaseerd vervolgtraject - als het ons al wordt gegund.