Stand up for your beliefs
Als het accountantsberoep de drieënvijftig maatregelen invoert omdat anderen vinden dat het moet, niet omdat we het zelf willen, verkwanselen we alsnog ons eigen beroep.
De hoogst gewaardeerde spreker op de jongste Accountantsdag was Rob de Wijk. In een van de deelsessies verhaalde de oprichter van het Haagse Centrum voor Strategische Studies over actuele geopolitieke ontwikkelingen. Accountants luisteren graag naar dit soort beschouwingen, misschien wel vanwege de lering die je er uit kunt trekken.
Zo analyseerde Bernard Hammelburg (gewaardeerd gast van een eerdere Accountantsdag) in het FD van afgelopen weekend de Amerikaanse betrokkenheid bij de oorlogen in Azië en het Midden-Oosten. Desastreus, zo luidde zijn eindoordeel. Aan de kostenkant miljarden dollars en miljoenen doden, aan opbrengstzijde een resultaat van nul komma nul. De belangrijkste reden was volgens hem het telkens weer niet stellen, laat staan beantwoorden, van de waaromvraag. Ingrijpende beslissingen werden genomen op basis van emoties en traditionele loyaliteiten, maar de vraag naar het einddoel - waar willen we uitkomen met dit land of volk? - werd vrijwel nooit gesteld. Met alle gevolgen van dien.
Het niet stellen van de waaromvraag is een risico dat we ook in de accountantssector lopen. Drieënvijftig maatregelen moeten er worden doorgevoerd en die zijn inmiddels vertaald in tientallen projecten bij kantoren en de beroepsorganisaties, want er moeten snelle en zichtbare resultaten worden geleverd. Maar waarom doen we het eigenlijk? Om louter tegemoet te komen aan de eisen van politiek en toezichthouder?
De druk van politiek en media is een gerechtvaardigd uiting van maatschappelijke behoeften, maar de vraag is of het beroep de norm over haar presteren voortdurend buiten zichzelf kan blijven leggen. De vraag over wat kwaliteit is, hoe diepgaand je moet controleren, wat wel of niet kan, wordt momenteel vooral afgemeten aan de vraag wat de toezichthouder ervan vindt. Terwijl de toezichthouder niets anders zou moeten hoeven doen dan toezicht houden op de beroepsstandaarden die we zelf vast stellen.
Het risico is dan ook dat we de drieënvijftig maatregelen invoeren omdat anderen vinden dat het moet, niet omdat we het zelf willen. En zo verkwanselen we alsnog ons eigen beroep.
Op een recente bijeenkomst van de top dertig niet-oob-kantoren over de in te voeren maatregelen stelden we als NBA de vraag waarom de betreffende kantoorvertegenwoordigers eigenlijk naar die vergadering toe waren gekomen. Dat leverde een interessante en levendige discussie op. "Ik wil weer een gerespecteerd beroep uitoefenen", zei één bestuurder onomwonden. Zijn uitspraak kwam dicht bij het doel dat de stuurgroep afgelopen zomer formuleerde: de regie over het eigen beroep terugwinnen. Maar ook werd duidelijk dat die urgentie niet door iedereen even sterk wordt gevoeld.
Met het rapport van de werkgroep heeft het accountantsberoep een unieke kans gecreëerd. Niet eerder in het afgelopen decennium heeft de politiek het beroep zoveel ruimte en vertrouwen gegund om de regie te hernemen. Maar dat gaat niet lukken als we de in te voeren maatregelen louter als een technische exercitie beschouwen. We zullen ook de waaromvraag moeten beantwoorden.
In november woonde ik een seminar bij met Sir David Tweedie als spreker. Tweedie heeft een veertigjarige carrière achter de rug bij diverse accountantskantoren en in vele nationale en internationale functies, waaronder voorzitter van de International Accounting Standards Board en het Schotse instituut. Op accountantsgebied heeft hij alles gezien wat er te zien viel.
De 'grand old man' verhaalde hoe hij in de jaren zeventig werd opgeleid door senior accountants. Niet door de regels te bestuderen, maar door indringend onderricht over de praktijken van list en bedrog. En door letterlijk bij de oren naar lastige klanten te worden gesleept om ze de les te lezen, en de deur te wijzen als ze niet luisterden.
Sir David Tweedie sloot zijn bijdrage af met het uitspreken van de Schotse beroepseed. De woorden vielen perfect op hun plaats, als sluitstuk van een overtuigend betoog over beroepsnormen en beroepseer.
"Stand up for your beliefs", luidde de oproep van Tweedie. En daarin ligt naar mijn mening het antwoord op de waaromvraag besloten. Want natuurlijk moeten de scores van de AFM omhoog en natuurlijk moeten we minder incidenten veroorzaken, maar zijn dat niet resultanten van een achterliggend doel? Namelijk het herwinnen van het vertrouwen in eigen kunnen en zelfbewust en op basis van maatschappelijk gezag het beroep uitoefenen? Het streven om vertrouwenspersoon van het maatschappelijk verkeer te zijn heeft naar mijn mening niets aan actualiteit ingeboet.
Makkelijker gezegd dan gedaan, natuurlijk. Er is echter geen alternatief. We zullen onze ambitie opnieuw helder en overtuigend moeten verwoorden en waar moeten maken.
Gerelateerd
Meer krassen, meer moed
Het accountantsberoep is niet gewend om het open gesprek te voeren over fouten en leert er daarom niet van. Berry Wammes gunt accountants 'in het veld' en ook bestuurders...
Waar maak jij je druk om?
Waarom spreken zo weinigen binnen het accountantsberoep zich uit, vraagt Pieter de Kok zich af. Het beroep zou gebaat zijn bij meer tegengeluid, boosheid en compassie.
Verbeterplan accountantssector is tien jaar oud
Precies tien jaar geleden, op 25 september 2014, bood de accountantssector aan de politiek het verbeterplan 'In het publiek belang' aan. Dat plan moest zorgen voor...
Team beroepsprofiel start gesprekken met stakeholders
Het kernteam van de NBA dat een nieuw beroepsprofiel zal opstellen, heeft uitnodigingen aan de beroepsgroep en stakeholders gestuurd. Betrokkenen kunnen hun wensen...
Pheijffer: Nieuwe minister moet letten op private equity bij accountants
De nieuwe minister van Financiën is via een introductiedossier door zijn ambtenaren bijgepraat over relevante onderwerpen. Maar de aandacht daarin voor het accountantsdossier...