Opinie

Die eeuwige goodwill-discussie

Als er een ranglijst wordt gemaakt van de top 3 discussie-onderwerpen in externe verslaggeving van de afgelopen 80 jaar, dan hoort de verwerking van goodwill daar zeker in thuis.

Toegegeven, een onderwerp als ‘het eenige en juiste' winstbegrip (weten we nog de Limperg-stelsels?) hoort daar ook bij. Maar waar de discussie over dat onderwerp, zelfs in Nederland, is verstomd, laait die over goodwill weer op. En terecht.

Laat ik u bijpraten. Zo rond de eeuwwisseling leek er overeenstemming te zijn dat goodwill periodiek moest worden afgeschreven. Zo stond in de RJ-Jaareditie 2000: Gezien de gewijzigde opvattingen in het maatschappelijk verkeer wordt het niet langer aanvaardbaar geacht goodwill ineens ten laste van het eigen vermogen of de winst- en verliesrekening te brengen.

Daarmee kwam de RJ in lijn met andere grote 'GAAPs' (UK, US, IAS) die destijds ook activeren en afschrijven als methode voorschreven.

Overigens moet daarbij wel worden opgemerkt dat de alternatieven (goodwill ineens ten laste brengen van het eigen vermogen of de winst-en-verliesrekening) in de Nederlandse wet bleven staan. En van de eerste methode (eigen vermogen) werd en wordt in de praktijk nog steeds gebruik gemaakt. De RJ is verder vanaf 2005 weer ‘gehoorzaam' geworden en noemde sindsdien gewoon weer de drie wettelijke varianten, hoewel de raad twijfels blijft houden bij de variant ‘ineens ten laste van het resultaat'.

Hoe dan ook, er kwam geen consensus want de Amerikanen gooiden weer eens roet in het eten door een politieke uitruil. De in de VS zeer populaire pooling-methode (geen goodwill-verantwoording want fusie geschiedt tegen bestaande boekwaarden) dreigde te worden afgeschaft en dat leidde tot felle protesten van de Amerikaanse ondernemerslobby. Als pooling zou worden afgeschaft zou dat volgens de lobby leiden tot concurrentievervalsing want elders (lees: in Nederland) kon goodwill zelfs ten laste van het eigen vermogen worden gebracht.

De FASB was gevoelig voor deze kritiek en stelde een nieuwe methode voor. Als we nu eens niet afschrijven op goodwill maar deze jaarlijks toetsen op waardevermindering (impairment)? Iedereen uiteindelijk tevreden en deze methode werd later ook door de IASB overgenomen (convergentie, nietwaar).

Maar er rijst verzet tegen deze goodwill impairment methode. Allereerst, en dat is toch wel verrassend, uit het land van herkomst zelf: de VS. Het is nu toegestaan voor niet-beursgenoteerde ondernemingen om goodwill af te schrijven over een periode van 10 jaar. Maar ook voor het beurssegment denkt de FASB momenteel aan andere methoden. Een van de alternatieven (naast afschrijving): directe afboeking ten laste van resultaat. Zouden ze een vertaling van Titel 9 hebben ingezien?

Ook een werkgroep bestaande uit de European Financial Reporting Advisory Goup (EFRAG) en regelgevers uit Japan en Italië spreekt de voorkeur uit voor amortisatie, terwijl ook de Europese financiële toezichthouder ESMA inmiddels heeft aangegeven dat de huidige impairment testmethode moet worden geëvalueerd. Zij vindt het opmerkelijk dat zelfs in deze tijden nauwelijks goodwill-impairments worden doorgevoerd. ESMA wsijt op subjectiviteit en het inprijzen van te veel optimisme.

En dan tot slot de nieuwe accounting-richtlijn van de EU. Ook daarin is goodwill-amortisatie het enige alternatief geworden. De Nederlandse wet zal hieraan moeten worden aangepast inclusief bepaling van een maximum-afschrijvingstermijn tussen 5 en 10 jaar.

Zijn we beter af met een ‘simpel' amortisatiemodel zoals de wet/RJ dat toestaat en binnenkort gebiedt? Ja, naar mijn mening wel. Het getal (goodwill) heeft weinig informatiewaarde voor analisten (behalve op moment van acquisitie zelf), de banken negeren het over het algemeen en in een impairment test model wordt eigenlijk door de te hanteren groeivoet veel optimisme ingeprijsd, vooral in de berekening van de restwaarde na 5 jaar. Het zorgt verder voor administratieve lasten, zowel in de opstelling als in de controle (inhuren specialisten), terwijl het informatienut voor de gebruiker van de jaarrekening uiteindelijk beperkt is. En daar moet het ons toch om te doen zijn.

En laten we eerlijk zijn: we hoeven toch niet tot in de lengte der dagen vast te zitten aan deze Amerikaanse uitruil?

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Ralph ter Hoeven is partner bij Deloitte Accountants en hoogleraar externe verslaggeving aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Gerelateerd

9 reacties

Jan de boekhouder

AT:student simon: iets ten laste van/in mindering op de omzet boeken betekent bottom line dat het ineens ten laste van de resultatenrekening komt, niet heel creatief dus. Tentamen Nederlands al gehaald?

student simon

Boek goodwill ineens af ten laste van de omzet en rubriceer dat apart. A neemt B over. B is 70 waard waarvoor A 100 betaald. Rede overname? Groei, afzetmarkt uitbreiden, aanschaf middelen welke toekomstige economische voordelen zullen genereren etc. In feite erken je hier een omzetinvestering en dwing je de organisatie na te denken bij de uitgave (goodwill). Synergie effecten worden vanzelf al dan niet duidelijk in de omzetontwikkeling. Of is dit toch wat te creatief...

Ralph ter Hoeven

Dank voor de reacties. Tja, wat is het leidende principe bij het verwerken van goodwill? Bij impairment-only feitelijk de minimumwaarderingsregel (kostprijs of lagere 'markt'waarde). En bij afschrijven denken we uiteraard aan matching; tegenover de afschrijvingskosten zouden de synergievoordelen moeten staan die door de acquisitie worden behaald. We weten echter maar al te goed dat die synergievoordelen in de praktijk vaak niet worden behaald en dat pleit dan weer om goodwill als residuwaarde niet (als actief) te erkennen en ineens ten laste van het eigen vermogen te brengen. Nadeel daarvan is dat beeld ontstaat van een 'unlucky buy' en dat eigen vermogen vooral bij grotere overnames kan worden 'opgegeten' wat overigens fantastische REV-ratio's in de toekomst kan opleveren. Het is wat Gerard Dirven zegt: dan kun je maar beter een simpele handelwijze kiezen en dat is wat de EU-Richtlijn nu ook voorschrijft. Wat herlevingsmogelijkheden betreft: dit valt onder de business combinations under common control en is eigenlijk een gebied waar de regelgevers hun vingers niet of nauwelijks aan hebben willen branden. De visie op de entiteit speelt hier inderdaad een rol maar ook het onderscheid tussen enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening; de visie op de positie van de overgenomen dochter (al dan niet push down accounting), et cetera. De EFRAG kwam in zijn DP van 2011 eigenlijk niet verder dan het formuleren van drie visies. Guidance is/was vooral te vinden in handboeken Big4. En de RJ heeft eigenlijk in RJ 216.503 (Ed 2014) een zeer korte samenvatting opgenomen. Hierin staat dat purchase accounting alleen mag worden toegepast als recht wordt gedaan aan de economische realiteit van de transactie. De realiteit moet dus zijn dat ondernemingen worden samengevoegd en dat een partij als verkrijger moet worden gezien. Ik wijs de lezer ook op RJ 214.342 (ook net toegevoegd in editie 2014); als de transactie niets anders is dan een voorzetting van de overgenomen onderneming, dan is de juridische verkrijger (bv nieuwe holding) in economische zin geen verkrijger. En daarmee geeft de RJ voor het eerst handvatten bij de verwerking van dit soort transacties. Mijn aanbeveling zou zijn om deze regels verder uit te breiden. Er is grote behoefte aan in de praktijk.

Jan Weezenberg

Geachte Heren ter Hoeven, Kersten en Dirven, Hieronder een reactie die zou kunnen zijn geschreven door de Amerikaanse parodist Allan Sherman, die in 1965 zong (LP nog steeds in mijn collectie bruikbare muziek): Chim chiminey, chim chiminey, chim-chim-cheree; Those are three words that don't make sense to me. But I'm used to words that don't make sense to me, From all those commercials I see on TV. When I see an ad that can't be understood I know that the product has got to be good; (volgt een serie reclame-uitingen) I've lived all my life in this weird wonderland; I keep buying things that I don't understand, 'Cause they promise me miracles, magic, and hope, But, somehow, it always turns out to be soap. Ik herken deze situatieschets ! Dus: Frans Kersten heeft helemaal gelijk ! Maar hoe krijgen we de regelgevers zo ver dat ze shareholders value teruggeven en weer gewoon toegepaste bedrijfseconomie als leidend principe gaan hanteren ? Waarschijnlijk geeft Heer ter Hoeven de juiste indicatie : Het blijft een eeuwige goodwill-discussie. Vriendelijke groet, Jan Weezenberg

Gerard Dirven

AT: Frans Kersten Misschien helpt het in de discussie als we goodwill een duidelijker naam geven: Nog niet verdiende resultaten (Unrealized earnings).

Frans Kersten

Ook deze discussie bewijst maar weer dat het in de huidige accounting standaarden ontbreekt aan een set van elementaire principes (zo u wilt 'goed koopmansgebruik') die consistent over alle onderwerpen worden toegepast. Wie kan mij vertellen wat hier het leidende principe is? Gelet op de vele onderzoeken dat fusies en overnames zelden het beoogde effect hebben, zou het voorzichtigheidsprincipe pleiten voor direct afboeken. Als de economische realiteit voorop zou moeten staan (zie bijvoorbeeld financial versus operational lease) dan zou zelfs in eigen beheer gecreëerde goodwill geactiveerd moeten kunnen worden (zie eerder pleidooi van prof. Strikwerda op dit forum. Dat blijft hier nu weer buiten de discussie, Tijd om deze kant de accountancy eens grondig tegen het licht te houden.

Gerard Dirven

AT: Rene van Wingerden Economisch gezien is goodwill niet anders te beschouwen dan een winstuitkering aan de vorige aandeelhouders. Dit zou ervoor pleiten goodwill steeds als vermogensuitkering (in dit geval aan de oude eigenaren) direct ten laste van het eigen vermogen van de verkrijger te brengen. Het verworvene door de nieuwe verkrijger plus diens reeds bestaande activiteiten moeten eerst voldoende revenuen genereren alvorens de winstuitkeringen aan de nieuwe eigenaren te kunnen hervatten.

Rene van Wingerden

De BoerCroon casus illustreert het 'filosofische' onderscheid of een jaarrekening ziet op de BV als een zelfstandige entiteit, of dat de BV het eigendom is van zijn aandeelhouders. Als de aandeelhouders dezelfde blijven (common control) is verwerking van goodwill niet aan de orde (en wordt een eventuele betaling gezien als een verkapte vermogensuitkering), terwijl als derden de aandelen zouden hebben gekocht, het wel goodwill is. Dus de identiteit van de (vorige) aandeelhouders heeft gevolgen voor de verwerking in de jaarrekening van de BV zelf. De visie dat de onderneming eigendom is van de aandeelhouders is typisch angelsaksisch: het is "shareholders' equity", terwijl in de Nederlandse traditie het eigen vermogen het vermogen van de BV (zelf) is. Met de nieuwe richtlijn voor common control (pooling) zwalkt de RJ dus enigszins tussen beide fundamentele visies. De discussie van het al of niet activeren van goodwill raakt dus een zeer basaal aspect van verslaggeving / het ondernemingsrecht. Tweede probleem is dat goodwill op grond van het conceptual framework eigenlijk geen actief zou zijn: het is niet identificeerbaar. Voorheen definieerde IFRS dit probleem weg door goodwill een 'asset by definition' te noemen. Maar dat is natuurlijk om het probleem heenlopen, wat de praktijk nu ook laat zien.

Gerard Dirven

Uw artikel gaat in op de wijze van (niet) afschrijven van goodwill. Probleem bij die discussie is dat voor iedere handelwijze (mits integer uitgevoerd) wel voordelen te benoemen zijn. In zo'n situatie verdient het naar mijn mening de voorkeur om een zo simpel mogelijke handelwijze te kiezen; zeg maximale afschrijving in 5 jaar. Duidelijk voor iedereen en af van het probleem om 'gebakken lucht' te moeten onderbouwen. Bijkomend voordeel is dat het ondernemingen mogelijk aanspoort om bij overnames niet meer teveel te betalen, omdat dit rechtstreeks invloed op haar W en V rekening heeft. Zover over waardering en afschrijving. Hoe kijkt u echter aan tegen goodwill herlevingsmogelijkheden die nu nog door regelgeving worden ondersteund. In dat kader verwijs ik naar de BoerCroon discussie die op dit forum is gevoerd. Aandeelhouders van een onderneming richten een koopholding op waarvan zijzelf weer de aandeelhouders zijn, vinden een financier, keren nog niet verdiende winsten aan zichzelf uit, activeren daarmede de eigen goodwill die vervolgens weer netjes afgeschreven kan worden. Ben u van mening dat deze juridische benadering uit de RJ dient te worden geschrapt? Graag uw mening daarover.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.