Opinie

Beperkte ingreep, grote stap vooruit

De voorgestelde maatregelen ter verbetering van de accountantscontrole sluiten niet aan bij de oorzakenanalyse van de AFM. Een relatief beperkte ingreep zou de zaak niet meteen oplossen maar wel oplosbaar maken.

Op 26 september kopte het FD op de voorpagina: "AFM: nog één kans accountants". Een dag eerder verscheen het AFM-rapport over de kwaliteit van de wettelijke controles door de big four. De kwaliteit bleek onder de maat en niet significant verbeterd ten opzichte van de ‘nulmeting' in 2010.

Voor oplossingen kijkt de AFM allereerst naar de accountantsorganisaties zelf en de oorzaakanalyses die zij hebben gemaakt. Waar de Werkgroep toekomst accountantsberoep nog rept van "diepgaande oorzaakanalyses die binnen de kantoren zelf zijn gemaakt", constateert de AFM echter dat de door de kantoren aangehaalde oorzaken blijven steken op het niveau van symptomen: "De dieperliggende feitelijke oorzaken ... zijn vooralsnog niet volledig inzichtelijk." Vandaar dat de AFM aan de kantoren aanbeveelt hun oorzaakanalyses te verdiepen.

Of de door de kantoren voorgenomen maatregelen tot  de gewenste verbetering zullen leiden, lijkt mij onder deze omstandigheden twijfelachtig: immers de door de kantoren na 2010 genomen maatregelen hebben niet ook het beoogde effect gehad. Optimisme over het effect van de nu voorliggende maatregelen is in ieder geval niet gebaseerd op een oorzaakanalyse, noch op ervaring.

Toch leven er bij de AFM wel degelijk ideeën over de dieperliggende oorzaken van de malaise. In het rapport worden er drie genoemd:

  • de accountant wordt betaald door de controlecliënt;
  • de kwaliteit van wettelijke controles is niet zichtbaar;
  • het op winstmaximalisatie gerichte bedrijfs- of verdienmodel van de accountants.

Inderdaad, een giftige cocktail. De analyse is zeker niet nieuw, maar een echo uit het rapport ‘Prikkels voor kwaliteit accountantscontrole' uit 2011.

Nu is het niet fair om te zeggen dat er sindsdien niets is gebeurd. Er is de scheiding van advies en controle, er komt kantoorroulatie en er ligt een voorstel voor een meer uitgebreide rapportage door de accountant. En we moeten toegeven dat deze maatregelen van te recente datum zijn om er nu al zichtbare resultaten van te verwachten.

Anderzijds wordt op geen enkele wijze duidelijk gemaakt hoe accountantsorganisaties er door deze maatregelen toe zullen worden gebracht om tegen hun eigen commerciële belang te handelen - wat toch het geval is indien zij een kwaliteit zouden leveren die hun opdrachtgever niet wenst te betalen.

De AFM stelt dat het uiteindelijke doel van haar toezicht is het herstel en de borging van het gerechtvaardigd vertrouwen in de accountant en de door hem afgegeven controleverklaring. Ondanks het feit dat dat doel na acht jaar niet in zicht is, blijft zij op haar handen zitten.

Dit is in zoverre begrijpelijk dat de oorzaken, zoals de AFM die ziet, sectorbreed zijn: zij raken alle accountantsorganisaties en je kunt nu eenmaal niet alle vergunningen intrekken. Het aantal formele handhavingsmaatregelen, zo wordt geconstateerd in het recente evaluatierapport Wta 'Bouwen aan vertrouwen' van de Erasmusuniversiteit, is objectief gezien gering. Nadeel is wel, volgens de onderzoekers, dat de doelmatigheid van het toezicht daardoor minder zichtbaar is en het maatschappelijke draagvlak voor het toezicht afbrokkelt omdat verbetering uitblijft. Dat lijkt mij een serieus risico.

Zoals ik ook al betoogde naar aanleiding van het rapport van de Werkgroep Toekomst Accountantsberoep, is er alle reden om nu maatregelen te nemen die ingrijpen in de structuur van het opdrachtgeverschap van de controle. In het rapport van de AFM wordt gesteld dat accountantsorganisaties, afhankelijk van het type ondernemingen waarvan zij de jaarrekening controleren, nu al te maken hebben met toezichthoudende instanties, zoals het Centraal Fonds Volkshuisvesting, de Nederlandse Zorgautoriteit, De Nederlandsche Bank (DNB), en zo meer.

Het lijkt een beperkte ingreep om ook het formele opdrachtgeverschap van de controle bij deze en dergelijke instellingen neer te leggen. De opdracht tot controle wordt dan een driehoekscontract tussen de accountant als opdrachtnemer, de toezichthoudende instelling als opdrachtgever, en de gecontroleerde als lijdend voorwerp. Het zou in ieder geval aansluiten bij de oorzaakanalyse van de AFM.

Wel zou er dan bij beursgenoteerde ondernemingen een rolconflict voor de AFM ontstaan, aangezien de AFM zowel toezichthouder is op de financiële markten als op accountantsorganisaties. Nederland blijkt in dit opzicht een buitenbeentje: de onderzoekers van de Erasmusuniversiteit vertellen ons dat "in een groot aantal andere landen de publiekrechtelijke toezichthouder op accountants(organisaties), anders dan in Nederland, zelfstandig en/of organisatorisch gescheiden opereert van de effectentoezichthouder/gedragstoezichthouder." We zouden ons in dit opzicht dus moeten aanpassen aan hetgeen internationaal gebruikelijk is.

Ik zal de laatste zijn om te beweren dat met zo'n maatregel het kwaliteitsprobleem van de controle is opgelost. Maar het zou wel oplosbaar zijn geworden. En dat zou al een stap vooruit zijn ten opzichte van de huidige situatie. 

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Joop Anemaet is directeur van Menon Consultants en externe compliance officer bij enkele mkb-accountantskantoren.

Gerelateerd

4 reacties

Richard Overweg

Ik denk inderdaad dat het betaald worden door de gecontroleerde te vaak wordt onderschat als onafhankelijkheidsprobleem. Dit wordt vervolgens opgelost door allerlei repressieve maatregelen achteraf. Het is beter om te voorkomen dat je in deze positie komt (preventieve maatregel). Voorkomen is beter dan genezen zegt het spreekwoord. Of zoals onze regels zeggen je moet elke schijn van afhankelijkheid proberen te vermijden.

Rik Blijham

AT: Arnout, - kijk naar de eerste vijftig jaar van het beroep: Weten we daar dan voldoende van? Dat er toen geen/minder schandalen waren, wil dat dan zeggen dat de kwaliteit toen optimaal was? Dat zal toch eerst bewezen moeten worden. Mijn (toegegeven: onbewezen) hypothese is dat accountants in die beginperiode gezien hun status veel minder kritisch gevolgd werden. Los daarvan: tijden zijn veranderd. Terug grijpen naar het verleden brengt ons niet verder. - leg eens uit waarom kennelijk tot op heden NIEMAND de rol van opdrachtgever heeft willen overnemen Omdat de wettelijke controleplicht daaraan in de weg staat. Als die wordt afgeschaft moet ik nog zien hoelang de markt accepteert dat de accountant betaald wordt door de gecontroleerde. - marktwerking is al vrij lang een bewezen middel om efficiency, innovatie en kwaliteit te bevorderen. Mits een toezichthouder eventuele imperfecties weg neemt. Ik zie in het pleidooi van Joop niet het wegnemen van marktwerking , eerder het versterken daarvan. Juist bij de huidige organisatie van de accountantscontrole is er geen marktwerking omdat de opdrachtgever geen gepercipieerd belang heeft bij kwaliteit; die wil alleen een goedkeurende accountantsverklaring. Vandaar de overdaad aan regelgeving en toezicht die tot op heden nog niets hebben uit gemaakt. - herinrichting van de makrt heeft in Nederland een opmerkelijk slechte historie. Afgezien van het feit dat me niet duidelijk is waarop je precies doelt zal dit toch niet slechter zijn dan de historie van de accountantscontrole zelf. De kritiek op het feit dat de accountant betaald wordt door de gecontroleerde komt voort uit de overtuiging dat dit een onacceptabele bedreiging van de onafhankelijkheid impliceert. Voor zover ik weet is de accountancy de enige beroepsgroep die geen onafhankelijkheidsprobleem ziet in een dergelijke belangenverstengeling (ik denk aan journalisten, mediators). Ik weet dat jij daar anders over denkt, dat mag, maar kom niet aan met onderbuikgevoelens. --------------------------------------------------------------------------------

Wim Nusselder

Het (systematisch en gestructureerd) opsommen van (theoretisch) mogelijke oorzaken is een oorzakenanalyse, maar geen bewijs van oorzakelijkheid. De enige echte manier om oorzakelijkheid te bewijzen is mogelijke oorzaken wegnemen en kijken of het probleem verdwijnt. Al het andere is een kwestie van meer of minder sterke (overtuigende) verhalen vertellen. Percepties en aansluiting bij dominante zienswijzen hebben meestal meer overtuigingskracht dan ‘feiten’ (voorzover ‘feiten’ niet ook gewoon breder gedeelde percepties zijn). De initiatiefgroep passend verdienmodel is in gesprek met Nyenrode over de opzet van een onderzoek naar de mogelijkheden (per bedrijfstak en/of organisatiecategorie) voor het verleggen van het opdrachtgeverschap van accountantscontrole. Dat onderzoek gaat het mogelijk maken om systematischer te experimenteren met daadwerkelijk vergroten van de financiële onafhankelijkheid van accountants van de rechtspersonen die ze controleren. Het ligt in de lijn van de verwachting dat accountants dan beter kunnen en zullen rekening houden met de belangen van andere belanghebbenden bij financiële verslaggeving dan de gecontroleerden en hun eigenaars zelf. Dat vergt echter wel dat het opdrachtgeverschap wordt verlegd naar organisaties die minstens evengoed in staat zijn om de kwaliteit van de accountantscontrole te beoordelen als de eigenaars of bestuurders van organisaties die dat opdrachtgeverschap tot nu toe vooral vervullen en dat accountants in voldoende mate vasthouden aan hun beroepsethiek en zich niet tezeer laten afleiden door het winststreven van de eigenaars van accountantsorganisaties. Daar waar accountants al controleopdrachten krijgen van anderen dan de gecontroleerde (soms als review of extra controle) functioneert dat bij mijn weten goed. Naar verluidt geldt dat bijvoorbeeld voor het betaald voetbal in Duitsland (waar de accountants worden gecontracteerd door de voetbalbond als licentieverstrekker). Het is ook zeer gebruikelijk bij overheidsgesubsidieerde instellingen dat de subsidiegever de accountant (of een extra accountant) contracteert (of betaalt via het subsidiebudget, een specifiek controleprotocol meegeeft via de subsidievoorwaarden en/of een specifieke controleverklaring voorschrijft).

A. van Kempen

Het opsommen van vermoede oorzaken is géén oorzakenanalyse, ook niet als het de vermoedens van de AFM zijn. Het accountantsberoep is groot geworden met de directie als opdrachtgever, zonder wettelijke regeling en zonder titelbescherming. Twintig jaar geleden leverde Brenda Westra al een analyse die als voorname component had: de titelbescherming en de controleplicht. Vond ik toen al een sterk verhaal, en vandaag nog steeds. Accountants en hun omgeving doen me al vele jaren denken aan mensen die eerst bedenken wat ze willen meten, om daarna alleen nog maar dat te zien wat ze al op voorhand zelf bedacht hadden. "De weeffout in het beroep" is al tot oorzaak van alle problemen verheven, zonder dat er enig bewijs is dat het opdrachtgeverschap inderdaad het echte probleem is. Het spijt me dat ik de sukkel ben die roept dat de keizer geen kleren aan heeft, maar ik doe het toch. Dan maar een sukkel. Ik geloof niet dat het accountantsberoep ooit beter zal gaan functioneren tenzij: - de kwaliteit voldoende meetbaar wordt gemaakt voor de gebruikers - de AFM toezicht houdt voor zover die kwaliteit niet meetbaar is voor de gebruikers - de gebruikers van verantwoordingen serieus waarde gaan hechten aan de betrouwbaarheid van die verantwoordingen en daar consequenties aan gaan verbinden richting de organen van de vennootschap die daarop aanspreekbaar zouden moeten zijn. In dat licht past opdrachtgeverschap bij RvC of AvA (zie rapport), een sterke AFM (zie wta en rapporten), verantwoording van de accountantskosten na winstbepaling (zie mijn voorstel terzake) en opdrachtgeverschap bij het juiste orgaan van de vennootschap (zie kijn voorstel en de verwerking daarvan door de werkgroep). Anders gezegd, wat nodig is, is met de Wta voor een belangrijk deel, en met de voorstellen van de werkgroep voor nog een belangrijk deel al ingevuld. Ik hoor al jaren het verhaal dat de problemen voort zouden komen uit het feit dat de gecontroleerde tevens opdrachtgever is. Zelfs als we daarbij vergeten dat het object van controle niet de vennootschap of haar management is, blijft het punt dat dit hele verhaal onderbouwing mist, buiten een breed bestaand onderbuikgevoel. En, naar mijn overtuiging, de onwil om te zien wat er echt aan de hand is. Bescherming van de titel, bescherming van de markt voor controles, verbieden van inhoudelijke concurrentie, hebben een beroep gevormd van ambtenaren ipv ondernemers. Zolas woningbouwverenigingen, hogescholen, ziekenhuizen, en andere instituten waar het wat al te makkelijk graaien is aan de top, en waar de kwaliteit van het geleverde niet in concurrentie wordt gemeten, zo is ook in de accountancy het simpelweg nog steeds te makkelijk om beroerde kwaliteit te leveren en toch lekker te verdienen. Mijn onderbouwing is in de basis: - kijk naar de eerste vijftig jaar van het beroep - leg eens uit waarom kennelijk tot op heden NIEMAND de rol van opdrachtgever heeft willen overnemen - marktwerking is al vrij lang een bewezen middel om efficiency, innovatie en kwaliteit te bevorderen. Mits een toezichthouder eventuele imperfecties weg neemt. - herinrichting van de makrt heeft in Nederland een opmerkelijk slechte historie.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.