Opinie

De opdrachtgever van de accountant

Ik werd getriggerd door de op 19 juli 2013 geplaatste bijdrage 'De weeffout in het beroep: twee voorstellen' van Arnout van Kempen, mede omdat ik twee weken geleden de eerste opdrachtbevestiging getekend door de voorzitter van de auditcommissie van een cliënt mocht ontvangen.

Men vond namelijk (terecht) dat de opdrachtverstrekking niet bij de directie behoorde te liggen. De voorstellen van Arnout betreffen een verbod op opdrachtverstrekking door de directie en het verantwoorden van de controlekosten ‘onder de streep' als onderdeel van de winstverdeling.

In het Plan van Aanpak dat de NBA in november 2010 uitbracht staat het volgende op het gebied van de waarborging van de onafhankelijkheid:

"De beroepsorganisaties stellen derhalve voor de aansturing van de accountant exclusief bij de raad van commissarissen te beleggen, zonder advisering of preselectie vooraf door de raad van bestuur of de cfo. Zij vormen het toezichthoudend orgaan, en treden op voor alle stakeholders en nemen als zodanig een onafhankelijke positie in. De commissarissen hebben als geen ander belang bij een onafhankelijke accountant."

Geconstateerd werd dat daartoe het Burgerlijk Wetboek (BW) zou moeten worden aangepast, omdat thans ook de directie de accountant volgens de wet mag benoemen. Daarbij is recentelijk onderzocht of de NBA dit verbod via een verordening zou kunnen afdwingen door een accountant te verbieden om een opdracht van de directie aan te nemen.

Dat bleek echter niet mogelijk, omdat het BW dit nadrukkelijk toestaat en  een verordening de wet niet kan inperken.  De minister van Financiën zou een dergelijke conceptverordening dan ook niet goedkeuren.

Vervolgens werd dit in het Plan van Aanpak uitgewerkt met de volgende concrete voorstellen:

  • De raad van commissarissen, dan wel de auditcommissie, fungeert als feitelijk opdrachtgever van de accountant. Dit betekent onder meer de keuze van de accountant, bespreking van de controleaanpak, de reikwijdte van de controle, het urenbudget, het honorarium en ondertekening van de opdrachtbevestiging, alsmede voorafgaande goedkeuring voor alle eventueel door de accountant uit te voeren adviesopdrachten.
  • De accountant zal jaarlijks aan de raad van commissarissen rapport uitbrengen over alle aspecten van onafhankelijkheid en het systeem van kwaliteitsbeheersing.
  • Alle rapportages inzake de jaarrekeningcontrole, inclusief de management letter, worden aan de raad van commissarissen gericht.

In september 2011 liet de NBA vervolgens het Adviesrapport 'De Raad van Commissarissen als opdrachtgever van de accountant' het licht zien, waarin deze voorstellen verder zijn uitgewerkt. In grote lijnen was de onafhankelijke commissie het eens met de voorstellen. Ook in de daarop volgende bijeenkomsten waarin het rapport werd gepresenteerd bleken weinig bezwaren.

De Monitoring commissie Corporate Governance liet in haar rapport over 2011 weten dat "de voorstellen een goede uitwerking van de principes en bepalingen over de accountant in de Code zijn".

Op zichzelf is het eerste voorstel van Arnout van Kempen dus niet nieuw en het wordt onderschreven door de NBA. Echter, de aandacht voor de voorstellen van het Plan van Aanpak verdwenen snel naar de achtergrond door de politieke gebeurtenissen in februari en december 2012. Wat mij betreft zou hernieuwde aandacht hiervoor gewenst zijn, om het verbod op benoeming van de accountant door de directie ook daadwerkelijk in het Burgerlijk Wetboek op te laten nemen.

Over het tweede voorstel van Arnout van Kempen ben ik niet positief. Dit komt onder meer door mijn persoonlijke ervaringen. Ik heb meegemaakt  dat in een aandeelhoudersvergadering sommige  aandeelhouders de stelling innamen dat de goedkoopste accountant de beste was en liefst jaarlijks moest wisselen. Een stelling die resulteerde in veel discussie tussen voor- en tegenstanders maar verder tot niets leidde.

Maar ik ben ook niet positief omdat de controlekosten al in de jaarrekening separaat worden opgenomen, het vraagt om een aanpassing van IFRS en BW, en het vanuit de agency-theorie de raad van commissarissen is (of de auditcommissie) die optreedt als vertegenwoordiger van alle stakeholders (dus niet alleen de aandeelhouders) en dit dus het orgaan is dat mijns inziens de opdrachtgever van de accountant moet zijn.

Dan de praktijk. Ik zie hier grote veranderingen ten opzichte van zo'n vijf jaar geleden. Er komt bijna geen benoemingsprocedure meer voor waarin de auditcommissie geen (leidende) rol speelt. Dat geldt overigens niet alleen voor het segment van organisaties van openbaar belang (oob's) maar ook voor de publieke sector.

Nu de wetgever nog.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Ruud Dekkers is partner bij PricewaterhouseCoopers Accountants NV. Dekkers was van 2010 tot en met 2012 voorzitter van het NIVRA.

10 reacties

Arnout van Kempen

Prima, graag!

Berry Wammes

Beste Arnout, ik begrijp dat mijn korte reactie jou aanleiding geeft te denken dat we weer terug zijn bij af. Veel van de genoemde argumenten zijn echter gewogen, en de kwestie ligt dus wat genuanceerder. Ik stel voor dat ik je bel voor een toelichting, en om eventuele misverstanden uit de wereld te helpen. Dat is belangrijk, want over het doel zijn we het naar mijn mening met elkaar eens.

Arnout van Kempen

Beste Ruud, het is in ieder geval mooi te merken dat jij invloed hebt. Je naam, je positie, geen idee, maar deze gang van zaken is nogal inzicht gevend. Maanden geleden dacht ik dat de benadering die jij nu voorstelt een goede zou zijn. Ik ben dus met EXACT dat voorstel naar Berry gegaan, en kreeg te horen dat het geen goed idee was. Het kon niet, juridisch. Prima natuurlijk. Ik heb navraag gedaan bij enkele juristen, en leerde ook waarom het niet zou kunnen: De vennootschap is verplicht een accountant opdracht te geven tot controle. By default is de RvB de vertegenwoordiger van de vennootschap. Dus als AVA of RvC hun "uitzonderlijke" vertegenwoordigingstaak in deze laten liggen, is er geen andere optie dan dat de RvB dat doet. Je kan dat niet bij wet verbieden, omdat de RvB als vertegenwoordiger van de vennootschap nu eenmaal vóór de RvB als opsteller van de jaarrekening gaat. Vandaar dat ik mijn tweede voorstel deed, ook weer eerst via Berry overigens. En ook weer zonder enige respons van welke aard dan ook. Je kan je wellicht voorstellen hoe verbaast ik ben dat Berry nu jij een voorstel doet dat letterlijk identiek is aan een voorstel dat ik maanden geleden voorlegde, het ineens een goed idee is en er al afspraken met MinFin zijn gemaakt. De inhoudelijke bezwaren tegen mijn eerste voorstel zijn kennelijk weg, nu het uit jouw toetsenbord komt. Dat verrast me. Vooral omdat ik sindsdien zelf juristen (van buiten de NBA dus) heb geraadpleegd, en zij die bezwaren nu juist bevestigden: het kan gewoon niet. Als MinFin er al in mee gaat, zou Justitie, Tweede of Eerste Kamer er gewoon voor moeten gaan liggen om wetstechnische redenen. Tegen een verordening die de accountant een verbod oplegt, zonder de taak van de RvB aan te tasten zal MinFin, op grond van de WAB geen bezwaar maken, simpelweg omdat het niet strijdig is met de wet. Overigens, je verhaal over partijen die met advocaten dreigen als hun opdracht geweigerd wordt: reden te meer voor mijn voorstel. Geef de accountant die een klant wil weigeren juridische rugdekking.

Rene van Wingerden

AT:Ruud: De door jou geschetste dwang via advocaten om een nieuwe controleopdracht te aanvaarden riekt naar zwichten voor intimidatie. AT:Barry: Als dat inderdaad juridisch houdbaar is, zou dat punt m.i. ook in een nieuwe wetsbepaling moeten worden geblokkeerd. Het enige voorbeeld dat ik zou kunnen verzinnen is dat een internationale groep het wereldwijde accountantsnetwerk heeft ingeschakeld, onder de voorwaarde dat de local accounting firms de dochters controleren. Maar dan is het probleem te verschuiven dat die groepsopdracht verstrekt wordt door de RvC / of heeft de NL dochter toch geen eigen RvC.

Berry Wammes

Goede discussie en zinnig voorstel. Het wijzigen van BW 2 art 393 lijkt inderdaad een meer houdbare weg dan een zelfstandig NBA-verbod. We hebben inmiddels contact gezocht met het ministerie van Financiën om het punt te bespreken.

Ruud Dekkers

Beste Arnout, Mijn concrete voorstel is dat de NBA met Financiën in discussie gaat of de wet op dit kleine maar voor accountants belangrijke punt kan worden aangepast. Mijn ervaring is dat als wij als beroepsgroep met een dergelijk voorstel komen en dat consequent in Den Haag neerleggen daar wel degelijk naar geluisterd wordt. Het voorbeeld waar de NBA recent zijn zin heeft gekregen is het voorstel van de Minister om de AFM rappportages kantoorspecifiek te maken. Ook dat voorstel stond in het PvA en ook dat vergt een wetswijziging. Beste Rene, Ik ben niet voor de door jou gesuggereerde oplossing zo die al mogelijk is omdat dit leidt tot een accountant die mogelijkerwijs in een moeilijke positie wordt geplaatst. Onderschat niet dat ook het accepteren cq weigeren van opdrachten in sommige gevallen behoorlijk gejuridiseerd is en ik heb situaties meegemaakt waarbij clienten zich door advocaten lieten bijstaan om een accountant te dwingen om de opdracht te accepteren. Overigens vind ik dat elke zichzelf een beetje respecterende accountant geen opdracht moet aanvaarden zonder kennis gemaakt te hebben met het toezichthoudend orgaan al is het maar om vast te stellen hoe de governance werkt. Maar dat is een persoonlijke mening. Beste Johan, De door jou geschetste situatie klinkt niet goed want als ik jouw schets van de feiten volg dan is er zowel aan de kant van de opdrachtgever als aan die van de accountant sprake van een onderschatting van met welke zorgvuldigheid dit soort opdrachten uitgevoerd moeten worden. Je ziet dan ook dat relatief veel van dit soort opdrachten door de tuchtrechter getoetst worden.

Johan

Beste Ruud, Opdrachtverstrekking en aanvaarding van de opdracht vormen twee essentiele onderdelen. In de praktijk heb ik iets meegemaakt dat echter veel verder gaat dan jouw casus. Er wordt een integriteitsonderzoek gelast in een gemeente. Namens de gemeente treedt de griffier op als contactpersoon en het is een publiek geheim dat hij al jaren gebrouilleerd is met de te onderzoeken persoon omdat deze niet meewerkt aan een forse loonsverhoging van de griffier. De griffier houdt alle onderzoeksbureaus buiten de deur, behalve 1 en daarvan is bekend dat deze goed is in afrekenen. Er vindt geen aanbesteding plaats en het bedrag van het onderzoek gaat 15x over de kop. De griffier en de hoofdonderzoeker zijn dorpsgenoten en zijn goede bekenden van elkaar. Vooruitlopend en tijdens het onderzoek is er sprake van een hetze die doet denken aan de oude heksenprocessen van de 17e eeuw, maar dat weerhoudt de onderzoeker/accountant er niet van de opdracht te weigeren of extra waarborgen in te bouwen, nee sterker nog anoniem beschuldigen wordt actief gestimuleerd zonder sanctie op liegen. De griffier krijgt het rapport vooraf om commentaar. Kijk als accountants zich hier voor lenen dan wordt de beroepsgroep ten schande gemaakt en ik vind dat het zelfreinigend vermogen van de beroepsgroep zo moet zijn dat dit soort praktijken resoluut aan de kaak worden gesteld en worden afgekeurd. Ik zie te veel egeltjesgedrag bij accounts. Het rapport wordt door de big 4 gekraakt achter gesloten deuren, maar het is not done dat te doen met de deuren open. Is het wellicht een cultuurprobleem waarin transparantie gemeden wordt?

Arnout van Kempen

AT:Rene: je hebt volledig gelijk. Dat is precies de achtergrond van mijn eerste voorstel. Wat Ruud zegt is deels waar: de NBA had dit idee al, maar krijgt het niet rond omdat het via de wet wordt geprobeerd, Ruud gaf het al aan. Mijn voorstel is in zoverre dan ook wel nieuw, dat het erkent dat het onmogelijk is de RvB uit te sluiten als opdrachtgever (dat probeerde de NBA zonder succes), maar dat het wel degelijk mogelijk is de accountant uit te sluiten als opdrachtnemer. De bewering van Ruud dat dat een beperking van de wet oplevert is gewoon niet waar. Ik heb dat argument al vaak gehoord vanuit NBA-burelen, maar het klopt niet. Voor ik mijn voorstellen in een blog heb gezet, heb ik ze al vaker bij de NBA neergelegd, en behalve "interessant, maar het kan niet", heeft dat niets opgeleverd. Praktische bezwaren (zoals Ruud ook geeft tegen mijn tweede voorstel) zijn relevant, zeker. Maar zoals ik bij PwC leerde: dat zijn uitdagingen, geen problemen.

Rene van Wingerden

Dat het stuur bevoegd is om de accountant benoemen wil toch nog niet zeggen dat de accountant dan ook verplicht is de opdracht via het bestuur te accepteren? Het staat m.i. een accountant vrij om uitsluitend een opdracht te aanvaarden als die door de RvC wordt verstrekt. De structuur van de wet is dat het bestuur pas aan de beurt is als de AVA of RvC in gebreke blijft. Dus is het m.i. zelfs terecht (d,.w.z een valide voorwaarde) dat een accountant om bij een verzoek door de RvB eerst de RvC oproept zijn verantwoordelijkheid te nemen. Pas als de RvC dan nog in gebreke blijft, wordt de opdracht via de RvB aanvaard. Maar dan mag de RvC zich verantwoorden waarom het zijn taak in dezen niet heeft opgepakt. Kortom, volgens mij is een wetswijziging (art 393) niet nodig voor de voorgestelde oplossing. Ook zonder verordening kunnen accountants met een rechte rug dit zelf al praktiseren.

Arnout van Kempen

Inderdaad, nu de wetgever nog. Ruud, vanuit je ervaring als topman van PwC, maar vooral uit je ervaring als voorzitter van het NIVRA: zo te zien zijn we het over de doelen van mijn voorstellen niet oneens. Je geeft bezwaren tegen de door mij voorgestelde vorm en/of je constateert dat mijn voorstel niet origineel is (Gerard Reve wees er al op dat streven naar originaliteit funest is voor grote kunst, dus wat dat betreft dank voor dat compliment ;), en dat lijkt me niet verkeerd. Het zou wel verkeerd zijn als er vervolgens niets gebeurt, mits we het wel eens zijn over de te bereiken doelen: 1. Het agency-model moet voor alle partijen helder zijn. De verhoudingen tussen partijen, en met name de positie van de accountant, moet voor alle partijen helder zijn. 2. In de gevallen, zelfs al zijn het tegenwoordig uitzonderingen (?), waarin de opdrachtgever tot het verschaffen van assurance tevens de opsteller is van het object waarbij assurance verschaft moet worden, kan NOOIT sprake zijn van de vereiste onafhankelijkheid. 3. De accountant levert geen bijdrage aan het resultaat van een onderneming, zijn kosten vormen geen kosten die bepalend zijn voor de omzet. ALS ze al niet resultaat-verdelend zijn, dwz direct ten laste komen van de aandeelhouders, dan zijn ze hooguit te beschouwen als financieringskosten en zouden aldaar verantwoord moeten worden. De vraag is dus concreet: Ruud, als je denkt dat mijn voorstellen niet de juiste weg zijn, wat dan wel? Hoe gaan de beoogde doelen dan wel bereikt worden?

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.