Wassenaar: spreken dronken mensen altijd de waarheid?
Uitdrukkingen en gezegden kunnen veel kwaad doen, domweg omdat ze niet juist zijn. Zo is 'gelegenheid maakt de dief' een onzinnige uitdrukking.
Bedenk in dat verband wat jou er toe zou aanzetten om een brood of iets vergelijkbaars te stelen, of nou juist niet. Je antwoord heeft vermoedelijk weinig met gelegenheid of AO/IB te maken. Toch jagen accountants, als het om het frauderisico gaat, 95 procent van hun tijd achter AO/IB-maatregelen aan.
Ook ‘een beetje integer bestaat niet' is flauwekul. Deze uitdrukking is in 1991 door een ambtenaar voor zijn minister verzonnen om op een VNG-congres indruk te maken. De uitdrukking spoort niet met de gedachte dat iedereen wel eens een keer stout is, al was het maar in gedachten. Ondertussen zitten vele overheden met codes en integriteitprogramma's die op deze onzinnige uitspraak zijn gebaseerd.
‘Dronken mensen en kinderen spreken altijd de waarheid.' Wellicht dacht de ex-accountant bij zijn onderzoek naar een Wassenaars drankgelag dat hij daarom kon volstaan met het horen van slechts een enkeling. Wat er ook van dat onderzoek valt te zeggen: niet alleen schade voor de directe betrokkenen, maar het zet ook de (forensische) accountancy weer in een kwaad daglicht.
In dat verband een wél ware uitspraak: 'Drank maakt meer stuk dan je lief is.'
Van meerdere kanten heb ik de vraag gekregen of een accountant een drankgelag kan onderzoeken, vaak verwijzend naar een blog van Marcel Pheijffer, waarin een meetlat een rol speelt.
In beginsel: als een ander het kan onderzoeken dan kan een accountant dat vaak ook. Het is een misvatting dat een accountant slechts cijfers optelt of aftrekt. Een accountant constateert, verifieert en falsifieert en kan dat met cijfers, maar ook met andere verantwoordingen waarvan partijen beweren dat ze de waarheid representeren en waartoe de accountant over de deskundigheid beschikt.
Het Bijbelse ‘want wie vraagt ontvangt, en wie zoekt vindt, en voor wie klopt zal worden opengedaan', geldt feitelijk in geen enkel onderzoek, er zijn altijd tekortkomingen, er is zelden onvoorwaardelijke medewerking. Dat hoort bij het vak van onderzoeker, accountant of anderszins. Dit hoeft goed accountantsonderzoek niet in de weg te staan, mits aan belanghebbenden duidelijk wordt gemaakt wat daarvan de gevolgen zijn.
Ten slotte een 'waarheid als een koe': ‘In de beperking toont zich de meester'. Je hoeft niet alles te onderzoeken wat je wordt gevraagd, net zoals ik deze opinie wellicht ook beter voor mijzelf had kunnen houden.