Wie niet horen wil, moet voelen
Dat zou zomaar de titel voor de nieuwe Publieke Management Letter kunnen worden. Deze keer echter niet bedoeld voor een groep van afnemers van accountantsdiensten maar voor ons zelf, specifiek gericht op de oob-controleurs van de big four.
Het is deze controleurs en hun organisaties in het verkeerde keelgat geschoten dat de Autoriteit Financiële Markten het begrip transparantie invult op de manier die de NBA al jaren voorstaat, namelijk de vinger op de zere plek leggen. Daar zijn die Publieke Management Letters toch voor bedoeld? Dat we collectief zichtbaar maken, wat we individueel niet publiekelijk kunnen zeggen?
En nu doet de AFM als de NBA, en dan breekt de hel los. Dat is de wereld op zijn kop.
Onze collega's begrijpen nog steeds niet wat in een wereld die in een diepe vertrouwenscrisis verkeert ten gevolge van 'pak wat je pakken kunt', in de speltheorie beter bekend als verradersgedrag, nodig is om tot fundamenteel herstel van vertrouwen te komen en welke rol de grote kantoren en hun topaccountants - de elite binnen het beroep - daarin dienen te vervullen.
Accountants hebben niet voor niets, als enige beroepsgroep op het gebied van verantwoorden, de Code of Ethics hoog in hun vaandel staan. Dat betekent dat te allen tijde vertrouwensgedrag moet prevaleren boven verradersgedrag. Ook al komt dat even niet uit en is er nog wel een gaatje tussen alle regeltjes door te vinden. Het voorbeeldgedrag staat centraal.
Hoe meer toonaangevende personen en organisaties zich hier niet aan houden of de kantjes er van af lopen, hoe meer navolgers zij krijgen en hoe verder de moraal ineenstort. Dat moet stoppen.
Ik zeg hier niks nieuws. Onze collega's en hun organisaties weten dit als geen ander, maar handelen er niet naar.
Vaak wordt voor de verklaring van dit gedrag een relatie gelegd met de partnerinkomens. Als dat waar is, dan zouden die partnerinkomens mede afhankelijk moeten zijn van de hoeveelheid advies. Ik kan mij niet voorstellen dat een accountant zo'n domme fout zal maken.
Toch blijken onze controlerende collega's wel erg gevoelig te zijn voor hun band met de met hen verbonden adviseurs . De loyaliteit aan die adviseurs is ongezond groot. Om in de termen van Olof Bik te spreken: 'het naleven en interpreteren van accountancyregels is cultuurbepaald'.
Het hemd is nader dan de rok. Niet door financiële belangen, maar door onderschikking van het eigen moraalsysteem aan dat van verbonden adviseurs. Die kennen geen Code of Ethics.
Deze vermenging van ethieksystemen in één organisatie heeft nu al zo vaak tot normovertredend gedrag geleid, dat er ingrijpende stappen nodig zijn. Nu de big four-accountants hun eigen ethiek aan die van de met hen verbonden adviseurs onderwerpen, begaan zij de ergste doodzonde in het beroep. Splitsen die handel.
Afzonderlijke wetgeving voor een verbod op combinatie van diensten is dan niet meer nodig. Dat vermindert de administratieve lasten, niet in de laatste plaats voor de kantoren zelf.