Nieuw rapport toont noodzaak AFM
En- helaas - weer kan een AFM-rapport worden bijgeschreven dat er niet om liegt. Ditmaal betreft het een onderzoek naar diverse kwaliteitsaspecten van de controlepraktijk van negen oob-vergunninghouders. Het kwantitatieve beeld is desastreus en wederom mag het beroep zich schamen.
Een passage uit het persbericht van de AFM: 'Voor het onderzoek naar de kwaliteit van de controle bekeek de AFM in totaal 47 dossiers, van zowel de controle van de jaarrekeningen van OOB's, als van niet-OOB's. In 35 controles zijn ernstige tekortkomingen geconstateerd (74 procent). De AFM heeft in 58 procent van de onderzochte OOB-controles ernstige bevindingen. Bij vier van de negen organisaties was dat bij alle onderzochte accountantscontroles het geval.'
Dit zijn niet de rapportcijfers die je wenst. Niet als toezichthouder, niet als beroepsorganisatie, niet als accountantsorganisaties en zeker niet als maatschappelijk verkeer.
De toezichthouder toont zich echter mild en stelt nuancerend vast dat de negen oob-vergunninghouders inmiddels zijn begonnen met het implementeren van verdergaande kwaliteitsmaatregelen in hun organisaties. Met de beleidsbepalers zijn normoverdragende gesprekken gevoerd en de verbeterplannen (zie met name hoofdstuk 5 van het rapport) worden door de AFM nauwlettend gevolgd: wanneer de AFM in 2014-2015 opnieuw ernstige bevindingen heeft, zijn formele handhavingsmaatregelen niet uit te sluiten.
En terecht: wie niet luisteren wil, moet maar voelen!
De beroepsorganisatie mag zich in het hemd gezet voelen. De volgende zin in het AFM-persbericht toont immers nul rendement voor een fors aantal accountants (het gaat om 35 controles) van de - door mij overigens altijd sceptisch bejegende - verplichte cursus professioneel-kritische instelling: 'De externe accountants die verantwoordelijk zijn voor de accountantscontroles waarbij de AFM ernstige bevindingen had, hebben allen een onvoldoende professioneel-kritische instelling getoond bij de uitvoering van accountantscontroles.'
Dus niet eens eentje (binnen die groep van 35 controles) die voor zijn praktijkexamen is geslaagd. Treurig. Het toont ook aan dat het goedbedoelde NBA-project 'Lerend vermogen' en het kijken naar de medische sector en de luchtvaart in de ijskast kan. Toch maar eerst de projectvoorstellen uit mijn vorige blog ter hand nemen? Of nu toch maar eens met een stevig Plan van Aanpak komen en doorpakken?
Dat het AFM-onderzoek zich vooral heeft gericht op controles in de sectoren financieel en bouw/vastgoed maakt de bevindingen overigens niet minder ernstig (men zou kunnen aanvoeren dat dit sectoren in zwaar weer betreft), maar maakt de bevindingen juist ernstiger: met name bij controles in dergelijke sectoren is een professioneel-kritische accountant onmisbaar.
De accountantsorganisaties die het aangaat mogen, néé: moeten zich schamen. En dat niet alleen: ze laten een forse kans laten liggen nu er marktkansen gloren om marktaandeel van de 'grote vier' - die ook al geen best rapportcijfer scoorden - af te snoepen. Nu door verplichte kantoorroulatie of (de mildere maatregel van) tendering een carrousel op gang komt, is dit AFM-rapport geen aanbeveling voor potentiële cliënten om over te gaan naar de tweede laag kantoren. En dat is goed nieuws voor de 'grote vier' die graag hun marktaandeel willen behouden of uitbreiden.
De AFM formuleert het in haar rapport overigens als volgt: 'Tot slot adviseert de AFM de gebruikers van jaarrekeningen kennis te nemen van de uitkomsten van dit onderzoek. De uitkomsten stellen de gebruikers van jaarrekeningen in staat kritische vragen te stellen over de uitgevoerde accountantscontrole en het stelsel van kwaliteitsbeheersing en -bewaking van de negen OOB-vergunninghouders. Het onderzoek kan voor hen dus een inspiratiebron om kritisch te zijn richting hun accountant met het uiteindelijke doel dat de kwaliteit van de accountantscontrole in Nederland wordt verhoogd.'
Minst genomen hebben de negen kantoren iets uit te leggen als ze hun offertes bij cliënten proberen te slijten.
Tot slot het maatschappelijk verkeer. Dat mag, onder meer bij monde van politiek en media, terecht teleurgesteld zijn in de kracht van het accountantsberoep. De vraag hoe lang het maatschappelijk verkeer de wettelijke controle nog aan het accountantsberoep toevertrouwt wordt prangender.
Kortom: het vertrouwen in accountants loopt met dit rapport (alweer) een deuk op. Niet omdat de AFM op alle slakken zout aan het leggen is en alleen naar formele vereisten kijkt, zoals weleens wordt gesteld. Daarvoor is het rapport te gedegen en bovendien met teveel voorbeelden van misslagen gelardeerd (zie met name hoofdstuk 4 van het rapport). Met andere woorden: het rapport laat weer eens zien hoe broodnodig het AFM-toezicht is. En niet alleen ter relativering van alle mooie woorden over kwaliteit in de transparantieverslagen en andere uitingen van accountantsorganisaties.
Een voorbeeld van een terechte AFM-constatering en de juiste toon die in het rapport wordt aangeslagen betreft de volgende passage over prijsdruk: 'Dit hoort vanzelfsprekend bij een concurrerende accountantsmarkt. Prijsdruk wordt echter problematisch als dit leidt tot de reflex om minder uren dan noodzakelijk te besteden aan het verrichten van een goede accountantscontrole. De AFM verwacht van accountantsorganisaties dat zij te allen tijde kwalitatief goede accountantscontroles uitvoeren, ongeacht de accuraatheid van de voorcalculatie qua inzet van uren. Zij doen dit immers ten behoeve van het maatschappelijk verkeer welke niet onder de indruk zal zijn van bedrijfseconomische afwegingen tussen accountant en controlecliënt.'
En ook in de volgende passage staat een 'waarheid als een koe' (en sluimert tussen de regels door veelzeggend hoe het er in de praktijk aan toe gaat): 'De AFM beschouwt de feitelijke betrokkenheid van externe accountants bij de controles die onder hun leiding worden uitgevoerd als cruciaal voor de kwaliteit van de uitvoering. Voor een goede betrokkenheid bij de accountantscontroles is het belangrijk dat externe accountants de juiste focus hebben op de controle en gemotiveerd zijn om deze goed uit te voeren. De externe accountant dient een belangrijke rol te vervullen bij de risicoanalyse, het controleplan, de uitvoering van controlewerkzaamheden, de beoordeling van de bevindingen en het vormen van het eindoordeel. De AFM constateert dat bij een aantal OOB-vergunninghouders de externe accountant veel kennis heeft van de controlecliënt, maar weinig kennis van de daadwerkelijke uitgevoerde controlewerkzaamheden.'
Overigens heb ik een punt van kritiek op de AFM. De vaststelling dat in 74 procent van de door de AFM beoordeelde accountantscontroles geen voldoende en geschikte controle-informatie is verkregen leidt tot onzekerheid over de vraag of de jaarrekening in die gevallen al dan niet een materiële fout bevat. De AFM stelt dat het aan de accountants zelf is 'om te beoordelen of de reeds afgegeven controleverklaringen bij de jaarrekeningen moeten worden aangepast'.
Wat mij betreft past bij die onzekerheid een dwingendere houding van de AFM in de richting van de betrokken accountants(organisaties). Nu klinkt het te vrijblijvend en blijft de onzekerheid in het maatschappelijk verkeer in stand: een expliciete uiting van de accountants(organisaties) - getoetst door de AFM - over het al dan niet aanpassen van jaarrekeningen lijkt mij maatschappelijk gewenst.
Indien na aanvullend onderzoek door accountants(organisaties) zou blijken dat er geen aanpassingen in jaarrekeningen nodig zijn, dan doet dat geen enkele afbreuk aan de AFM-rapportage. Dat de jaarrekeningen dan toch goed zijn is dan niet dankzij maar ondanks de accountant. En die feitelijke constatering is geen enkel applaus waard.
Gerelateerd
AFM: Accountantskantoren lopen risico's rondom integriteit, digitalisering, duurzaamheid en fraude
Integriteitsincidenten bij meerdere accountantsorganisaties, zoals examenfraude, raken aan de integriteit van accountants. Ook thema's als de krappe arbeidsmarkt,...
IFIAR gaat inspecties van toezichthouders vier jaar lang meten
Het International Forum of Independent Audit Regulators (IFIAR), de wereldwijde organisatie van toezichthouders op het accountantsberoep, wil de kwaliteit van audits...
Toezicht op CSRD-assurance: een pleidooi voor systeemtoezicht
Het bevorderen en handhaven van de kwaliteit van niet-financiële audits hangt niet alleen af van regelgeving, maar ook van een toezichtmodel dat samenwerking, vertrouwen...
Accountants hebben nieuwe toezichthouder bij AFM
Arnold Pureveen is met ingang van 16 september gestart als afdelingshoofd Kwaliteit Accountantscontrole & Verslaggeving (KAV) bij de Autoriteit Financiële Markten...
ICAEW: dertig procent Britse audits is nog onder de maat
Volgens de Britse beroepsorganisatie van accountants ICAEW is ruim zeventig procent van de getoetste audits goed of acceptabel. Bijna dertig procent voldoet nog...