NBA

Werk aan de winkel

De ontwikkelingen rond de nieuwe gedragscode (VGBA) en onafhankelijkheidsregels (ViO) zijn u waarschijnlijk niet ontgaan.

Op 16 december 2013 kunnen de NBA-leden stemmen over deze twee verordeningen, die zijn gebaseerd op principes en duidelijker dan voorheen aangeven wat van de accountant mag worden verwacht in de huidige maatschappelijke context.

Met deze verordeningen is een eind gekomen aan een zeer intensief voorbereidingstraject van twee jaar. Een proces waarin het Adviescollege Beroepsreglementering als adviseur van het bestuur heeft ervaren dat het functioneren als standard setter een voorrecht is en waarbij transparantie over het proces, aandacht voor een brede groep stakeholders, uitwisseling van argumenten en zorgvuldige afweging van belangen cruciale ingrediënten zijn.

Omdat de wereld niet stil staat, vergen nieuwe projecten uw en onze aandacht. Voor 2014 stelt het adviescollege daarom een aantal belangrijke speerpunten voor. Deze worden de komende maanden besproken met het NBA-bestuur en zullen een belangrijk onderdeel vormen van totale NBA-jaarplan.

  1. Verhoging relevantie met een nieuwe controleverklaring. De door IAASB voorgestelde verbeteringen voor een informatiever controleverklaring worden door NBA opgepakt en moeten worden opgenomen in onze beroepsreglementering. Gezien het maatschappelijke belang is het mogelijk dat NBA deze aanpassingen vervroegd doorvoert . Wil NBA deze nieuwe verklaringen afdwingen, dan worden die uiteraard met u geconsulteerd.
  2. Verduidelijking regelgeving door verdere stroomlijning van beroepsreglementering. Nu met betrekking tot kwaliteitszorg op het niveau van accountantspraktijken en accountantsafdelingen. Uit diverse signalen hebben wij ervaren dat de brede waaier aan regelgeving niet altijd bijdraagt aan duidelijkheid, begrip en naleving. Te denken valt aan de Verordening accountantsorganisaties (VAO), kwaliteitszorg voor accountantskantoren die assurance opdrachten uitvoeren(NVAK - ass), kwaliteitszorg voor accountantskantoren die aan assurance verwante opdrachten uitvoeren (NVAK-aav) en de nog niet afgeronde voorschriften voor kwaliteitszorg van accountantsafdelingen (NVAA) voor interne en overheidsaccountants. Dat is jammer, want deze regelgeving is juist bedoeld om kwaliteit te waarborgen. Over de wijze waarop deze stroomlijning gaat plaatsvinden wordt nog nagedacht.
  3. Bijdrage aan kwaliteit.Met overtuiging kan ik zeggen dat de NV COS principle based is met logische aanwijzingen hoe deze principes toe te passen. Denk hierbij aan een standaard over het identificeren van risico's op materiële fouten (Standaard 315), de verantwoordelijkheid van de groepsaccountant (Standaard 600) maar ook aan de logica van de nieuwe standaard voor samenstelopdrachten (Standaard 4410).
  4. Nadere duiding geven aan actuele ontwikkelingen. Te denken valt aan de werkzaamheden en rapportage van de accountant in het kader van een jaarrekening die is opgesteld in een SBR-omgeving.

Maar hoe zorgvuldig regelgeving ook tot stand is gekomen, de lakmoesproef is de toepassing in de praktijk. Dat is de primaire verantwoordelijkheid van de accountantspraktijken en -afdelingen, maar de standard setter kan er wel toe bijdragen. Bijvoorbeeld door diverse uitingen toegankelijker te maken met inzet van multimedia, door het voorbereiden van toetsvragen in het kader van permanente educatie en door het schakelen met toezichthouders over de lessons learned uit reviews.

Ongetwijfeld heeft ook u suggesties voor de invulling van bovenstaande projecten of heeft u aanvullende aandachtspunten. We horen het graag. De deur staat open voor dialoog!

Deze bijdrage is ook als column geplaatst in het novembernummer van Accountant.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Peter Eimers is partner bij EY en hoogleraar Audit & Assurance aan de accountantsopleiding van de Vrije Universiteit te Amsterdam.

9 reacties

Gerard Dirven

Jan Thijs, Allereerst hartelijk dank voor je uitgebreide toelichtingen en voor de duidelijke inkijk in de gevolgde procedure bij het totstandkomen van de ontwerp ViO. In de ViO regelen we hoe we met een heel belangrijke kernwaarde in ons beroep, onze onafhankelijkheid, omgaan. Onder politieke druk is inmiddels de onafhankelijkheid inzake de OOB's geregeld. Het is jammer dat de politiek dit heeft moeten afdwingen en dat we daartoe niet zelf het initiatief hebben genomen. Wij waren tegen net als de OOB's zelf. Het is in ieder geval goed dat het nu geregeld is. Verder heeft diezelfde politiek het inderdaad niet nodig geoordeeld om voor de niet OOB's dezelfde norm te hanteren. Bij het vastleggen van onze onafhankelijkheidsregels nemen wij het initiatief en voeren wij de pen. Zoals eerder toegelicht vindt ik het een gemiste kans dat we daarin niet insteken met het meest zuivere uitgangspunt van 'zo onafhankelijk mogelijk'. Wij zijn immers aan zet en wij moeten aan het maatschappelijk verkeer duidelijk maken hoe we in de wedstrijd zitten en dat is wat mij betreft dus 'zo onafhankelijk mogelijk'. Het argument dat een zorgvuldige procedure is gevoerd om te komen tot het huidige voorstel, dat dat blijft binnen de bandbreedte van internationale standard setting en dat er voldoende draagvlak voor is is allemaal waar maar wat mij betreft dus niet het meest zuivere uitgangspunt. Als we in de penvoering wel waren uitgegaan van scheiding tussen controle en advies ook voor de niet-OOB's is de vraag of dit tot weerstand had geleid bij politiek, AFM en de MKB-ondernemingen? Of we er dan niet in zouden zijn geslaagd duidelijk te maken hoe belangrijk die onafhankelijkheid voor ons is bij het uitvoeren van onze wettelijke controletaak? Werken met twee petten op blijft ongemakkelijk en heeft eerder risico's voor de onafhankelijkheid dan dat deze daaraan bijdraagt. Bij de uitvoering van wettelijke controles nemen wij ondernemingen de maat wat betreft verslaggeving en interne beheersing. Die mindset moet zowel onszelf duidelijk zijn als de ondernemingen die wij controleren. Dit moeten wij niet laten vertroebelen door controle en advies/overige dienstverlening te vermengen. Hoe zouden wij het vinden als bijvoorbeeld de AFM naast haar wettelijke toezichtstaak op accountantsorganisaties deze zelfde organisaties tegen betaling zou gaan adviseren/diensten gaan verkopen? En wat te denken van de hoogleraren discussie? Onafhankelijkheid vraagt wat mij betreft een principieel uitgangspunt: zo onafhankelijk mogelijk.

Jan Thijs Drupsteen

AT:Marcel, In mijn eerdere reactie heb ik geprobeerd duidelijk te maken dat doorslaggevende argument bij de regels met betrekking tot samenloop in het MKB de visie van de Nederlandse en Europese politiek is geweest. Hieronder zal ik proberen kort in te gaan op het proces dat gevolgd is om tot een dergelijke keuze te komen. Ik begin bij het proces van totstandkoming van de regelgeving. Er zijn twee zaken die grote invloed hebben op de regelgeving zoals die voorgelegd is aan de leden. Bij de fusie van NIVRA en NOvAA hebben we er als leden voor gekozen om de regelgeving van de IAASB en IESBA als uitgangspunt te nemen voor onze regelgeving. Dat is dan ook de reden om de Code of Ethics als uitgangspunt te nemen voor de VGBA en de ViO. Verder staat in de Wet op het accountantsberoep (Wab) dat NBA en AFM samenwerken in verband met het toezicht op de wettelijke controle (Artikel 24). We hebben bij het opstellen van de ViO en de VGBA dan ook regelmatig overleg gehad met de AFM waarbij AFM heeft gereflecteerd met het oog op toetsbaarheid en handhaafbaarheid in haar rol als toezichthouder op accountantsorganisaties, maar waarbij wij als standard setter uitdrukkelijk de pen vasthielden. Dit heeft in de zomer geleid tot het concept van de VGBA en de ViO. Bij dit concept zat overigens een consultatiedocument waarin de NBA al een toelichting gaf op de gemaakte keuzes. Uiteindelijk hebben bijna 50 respondenten (met een brede achterban) een reactie gegeven. Allereerst zijn deze reacties gelezen waarna een overzicht van de reacties per vraag is gemaakt. Daarbij is ook de verdeling gemaakt of de respondent het eens was met de keuze, de gekozen oplossing te ver of niet ver genoeg vond gaan of dat zij er niet op hebben gereageerd. Dit heeft geleid tot heatmaps die zijn gebruikt bij het beoordelen van de commentaren. Vervolgens is door de Subcommissie Ethiek en het Adviescollege nagedacht hoe om te gaan met de commentaren en is een nieuw concept opgesteld. Hierbij zijn de reacties zowel kwalitatief en kwantitatief gewogen, waarbij een reactie van een gebruiker of een toezichthouder gezien het maatschappelijk belang zwaar is meegewogen. Net als ook internationaal de gewoonte is in het kader van standard-setting, is met de AFM in detail besproken hoe we hun reactie gewogen hebben. Omdat dit individueel ondoenlijk is naar de andere respondenten afzonderlijk te overleggen, hebben wij de andere respondenten uitgenodigd bij een aantal bijeenkomsten waarbij is gesproken over de reacties en de manier waarop het Adviescollege dacht daarmee om te gaan. Vervolgens heeft het ACB haar gewijzigde voorstellen aan het bestuur gepresenteerd, zijn deze nogmaals kort voorgelegd aan de respondenten in het kader van een zogenaamd fatal flaw review. Hiermee heeft de NBA gewerkt aan draagvlak voor de ontwerpverordeningen die thans voorliggen voor consultatie. In het kader van de transparantie is vervolgens het document ‘Verwerking van de commentaren naar aanleiding van de consultatie van de ViO en de VGBA’ gepubliceerd. Dit document ,waarin onder andere de eerder genoemde heatmaps zijn opgenomen, onderbouwt de keuzes in de VGBA en de ViO. Nu is het weer aan de leden en andere belanghebbenden om te reageren op de voorstellen. Tot woensdag 13 november a.s. kunnen zij reageren op de ontwerpverordening. De NBA zal vervolgens nagaan of de reacties aanleiding geven om de voorstellen nog te amenderen. Ook de leden kunnen nog amendementen inbrengen (zie mijn vorige reactie). Het is vervolgens op de 16e december aan de leden om aan te geven of de voorstellen voor hun acceptabel zijn. Daarmee zijn we er echter nog niet. Het laatste woord met betrekking tot de VGBA en de ViO is aan de minister van financiën. Op grond van de Wab artikel 34 moet de minister de VGBA en de ViO goedkeuren. Deze goedkeuring kan worden onthouden als de VGBA of de ViO in strijd is met het recht of het algemeen belang. Het mag duidelijk zijn dat de NBA deze aspecten dan ook nadrukkelijk heeft meegewogen. Jan Thijs

Marcel Pheijffer

AT:JTD Jammer dat niet inhoudelijk wordt ingegaan op het door mij opgeworpen vraagstuk inzake de verwerking van commentaren en met name de weging van de diverse argumenten. Alsmede welke, waarom doorslaggevend zijn of worden geacht. Het ging mij hier niet om de inhoud, maar om het proces dat is gevolgd.

Jan Thijs Drupsteen

De discussie over samenloop van dienstverlening in het MKB kent vele meningen. Er zijn collega’s en belanghebbenden die net als onderstaand weergegeven voorstander zijn van het verbieden van niet controle/ assurance-diensten net als bij OOB’s. Andere groepen vinden dat je helemaal niets moet regelen en dat de principes voldoende zijn. En ook zijn er meningen die daar tussenin liggen. De oproep om in het kader van het herwinnen van het vertrouwen een duidelijk signaal te geven is begrijpelijk en getuigt van principes. Gelijktijdig is de doelstelling van de nieuwe onafhankelijkheidsregels om tegemoet te komen aan de verwachtingen in het maatschappelijk verkeer. En juist het maatschappelijk verkeer,bijvoorbeeld vertegenwoordigd door de politiek, maakt duidelijk dat zij verschil ziet tussen de regels die moeten gelden voor OOB’s en de regels die gelden voor MKB ondernemingen. Een dergelijke splitsing geldt overigens niet alleen voor accountantsregelgeving maar ook bijvoorbeeld voor de jaarverslaggeving en voor de transparantie van organisaties. Reden voor deze tweedeling is het maatschappelijk belang van de organisatie die zich verantwoord . Ik denk hier mee duidelijk gemaakt te hebben dat de keuze die gemaakt is in de ViO niet voorkomt uit het laten hangen van de oren naar de commerciële belangen van leden maar dat geprobeerd is regels op te stellen die passen bij de maatschappelijke verwachtingen. Overigens is het niet zo dat, zoals in sommige commentaren op de ViO is gesuggereerd, de samenloop van dienstverlening in het MKB in de eerste versie verboden was en in de tweede is toegestaan. In wat mag en wat niet mag is op zich niks veranderd. De eerste versie gaf regels in specifieke situaties, de tweede versie heeft dit meer generiek geregeld. Uit de toelichting blijkt echter dat dit voor de voorbeelden uit versie 1 nog steeds tot dezelfde uitkomsten leidt. Wat in de eerste versie verboden was is nog steeds verboden. Zoals uit de reactie van de heer Dirven blijkt, heb ik hem in een telefoongesprek aangegeven, dat het ACB nog voor de ledenvergadering concepten van de NBA-handreikingen zal publiceren bij de VGBA en de ViO zodat belanghebbenden en leden meer inzicht krijgen in de werking van de regelgeving. De heer Dirven heb ik ook verteld dat ik het jammer vind als iemand nu al beslist om tegen te stemmen op de ledenvergadering. De discussie is immers nog niet afgerond. Tot 13 november kunt u de NBA vertellen wat u van de voorstellen vindt. U kunt dit doen door uw ‘zienswijze’ in te sturen naar de NBA via consultatie-wet-en-regelgevingAT:nba.nl. Mocht de reactie daarop niet toereikend zijn dan kunnen leden tot 2 weken voor de ledenvergadering bij het bestuur een amendement indienen waarin ze voorstellen een deel van de voorliggende regelgeving aan te passen. Een dergelijk voorstel moet van een korte toelichting zijn voorzien. Een amendement kan per brief of per email worden toegezonden aan de NBA (emailadres: consultatie-wet-en-regelgevingAT:nba.nl). Op grond van de verordening op de ledengroepen en in lijn met de wettelijke regeling voor het indienen van een conceptverordening moet een dergelijk amendement een week voor de ledenvergadering door ten minste honderd leden zijn ondertekend. Meer informatie over dit onderwerp vindt u in de verordening op de ledenvergadering op de website van de NBA. Tenslotte herhaal ik hier nog maar eens het aanbod op de website van de NBA. Mocht u vragen of opmerkingen hebben naar aanleiding van de consultatie dan kunt u altijd contact met mij opnemen. Mijn contactgegevens staan op de pagina over de voorstellen voor de ViO en de VGBA. (http://www.nba.nl/Wet-en-regelgeving/Beroepsregels/In-ontwerp-zijnde-regelgeving/Consultatie-onafhankelijkheidsregels-en-VGBA/) Jan Thijs Drupsteen

adriaan van der putten

AT:Gerard Dirven Citaat: Scheidt controle van advies / overige dienstverlening. Dus niet een beetje maar volledig. En niet alleen bij de OOB's maar bij alle wettelijke controles. Want waarin onderscheiden de wettelijke controles bij OOB's zich nu principieel van de wettelijke controles bij de niet OOB's? Onafhankelijk is toch onafhankelijk? Ik kan het niet uitleggen. Het bovenstaande geldt voor alle assurance opdrachten. Want waarin onderscheiden de vrijwillige controles zich nu principieel van de wettelijke controles? Onafhankelijk is toch onafhankelijk? Ik vermoed dat je dit ook niet kunt uitleggen.

Gerard Dirven

Scheidt controle van advies / overige dienstverlening en we zetten naar mijn persoonlijke overtuiging een belangrijke stap in het herwinnen van het vertrouwen van het maatschappelijk verkeer. Dus niet een beetje maar volledig. En niet alleen bij de OOB's maar bij alle wettelijke controles. Want waarin onderscheiden de wettelijke controles bij OOB's zich nu principieel van de wettelijke controles bij de niet OOB's? Onafhankelijk is toch onafhankelijk? Ik kan het niet uitleggen. Dat het bij niet OOB's best een beetje minder onafhankelijk kan zijn. Artikel 20 biedt (te) ruime interpretatiemogelijkheden. Dit is vooralsnog mijn mening hoewel de NBA geeft toegezegd nog voor de stemming met een concept handreiking te komen. Waar ruimte wordt gegeven wordt gebruik gemaakt. Dat bewijst de praktijk. Onlangs nog gedemonstreerd door de big four en hun advies raamcontracten waar de AFM corrigerend moest optreden. Willen we ons dat hier weer aandoen? Weer negatieve publiciteit? Stel dat artikel 20 wel direct goed gaat werken. Dan kun je als wettelijk controleur waarschijnlijk toch niet meer alle benodigde diensten aanbieden en zit de ondernemer toch 'opgezadeld' met twee accountants. Verder denk ik dat het zal bevorderen dat we weer een faire prijs gaan vragen voor het kwaliteitsproduct: controleverklaring en raken we eindelijk af van het commodity spook. De artikelen 19 en 20 zouden als volgt kunnen worden gecombineerd: ‘Het is verboden een assurance-opdracht uit te voeren bij een verantwoordelijke entiteit als de accountantseenheid of een ander onderdeel van het netwerk aan die entiteit een non-assurancedienst verleent of gedurende de verantwoordingsperiode waarop de assurance-opdracht betrekking heeft, heeft verleend.’ Of simpeler nog artikel 16 niet limiteren tot OOB's. Ik ben voorstander van amendering als hierboven aangegeven met 2014 als overgangsjaar en inwerkingtreding op 1 januari 2015 (derhalve controlejaren 2014).

Marcel Pheijffer

Naar aanleiding van mijn reactie werd ik vanuit de NBA gebeld. Met de vraag of ik het document had gelezen dat het door mij hieronder gestelde van een antwoord voorziet. Ja, luidde mijn antwoord. U kunt het ook lezen. Zie: www.nba.nl/Documents/Wet-%20en%20Regelgeving/Regelgeving%20beroepsorganisatie/VGBA/Verwerking-van-de-commentaren-naar-aanleiding-van-consultatie-ViO-en-VGBA.pdf Zie bijvoorbeeld de verwerking van de commentaren onder 2.19 Bent u het eens met de wijze waarop de samenloop van dienstverlening is geregeld in de ViO? (Artikel 16 t/m 33, versie 16 oktober 2013; artikel 16 t/m 22) Veel respondenten waren van mening dat de samenloop van dienstverlening onjuist is geregeld. Daarom staat er in de aangepaste voorstellen een meer op principes gebaseerde aanpak. Deze leidt tot meer consistentie en is in overeenstemming met de uitgangspunten van de CoE voor assurance-opdrachen. Hierbij krijgt de accountant een kader waarbij hij weegt of de werkzaamheden: ? betrekking hebben op managementtaken; ? materiële invloed hebben op het assurance-object; ? subjectief of niet-routinematig zijn; ? leiden tot twijfel of de voorgeschreven verwerkingswijze in het assurance-object passend is; ? resulteert in belangenbehartiging. De ViO beschrijft wanneer deze onderwerpen of een combinatie daarvan leiden tot het nemen van een maatregel of tot een verbod. Daarnaast is onderscheid gemaakt tussen assurance-opdrachten voor een nader bepaalde kring van gebruikers en assurance-opdrachten voor een niet-nader bepaalde kring van gebruikers. Hiermee verwachten wij aan de meeste bezwaren tegemoet te komen. De bijpassende 'heatmap' toont grote verschillen in de reacties. De reacties lezende (een slag dieper gaande dus) treffen we allerhande argumenten aan. Het document legt dus wel uit wat er is veranderd, maar legt in het geheel niet uit op welke wijze er met de verschillende visies - die van de toezichthouder wijkt bijvoorbeeld wezenlijk af van die van de kantoren - is omgegaan.

Marcel Pheijffer

Hear, hear! Minstgenomen mag worden verwacht dat de voorstellen worden voorzien van een analyse van de reacties, wisselende meningen en doorslaggevende argumenten als het gaat om de heikele punten. Zoals degene waar Gerard met name op duidt. Pas dan kan de conclusie worden getrokken of het de inhoud is of dat het de commerciele belangen zijn die hier zegevieren. Zolang die analyse ontbreekt ontstaat automatisch de verdenking dat het laatste leidend kan zijn geweest. Meer huiswerk vqoor de commissie dus na al dat harde werken. Waarvoor respect, maar het is nog niet voldoende.

Gerard Dirven

Voor wat het waard is. Indien de ViO ongewijzigd blijft ten opzichte van het thans voorliggende ontwerp zal ik tegenstemmen. Mijn principiële bezwaar spitst zich toe op paragraaf 4.2: de samenloop van dienstverlening bij een niet-OOB. Deze paragraaf staat naar mijn mening haaks op het zo broodnodige herstel van het vertrouwen van het maatschappelijk verkeer in het accountantsberoep. Herstel van vertrouwen vraagt een duidelijk statement van het beroep richting maatschappelijk verkeer onder meer waar het de wettelijke controle betreft. Om deze controle zo onafhankelijk mogelijk uit te voeren betekent dit het uitvoeren van de wettelijke controle en verder niets: ook (en misschien wel juist) in het MKB. Dit was ook de strekking van het oorspronkelijke ontwerp maar is onder druk van de (commerciële belangen van de) accountants lobby afgezwakt. Over leiderschap gesproken. Het huidige artikel 20 is een gruwel. Je kunt er namelijk alle kanten mee op en zal in de praktijk leiden tot veel interpretatieverschillen. Het wachten is op de zoveelste praktijkhandreiking, leidraad of wat dan ook. Het moge duidelijk zijn dat dat niet in het belang van vertrouwensherstel is. Naar mijn mening kan het vertrouwen alleen worden hersteld als we duidelijk naar het maatschappelijk verkeer durven aan te geven dat een wettelijke controle een volledig onafhankelijke controle in het belang van alle stakeholders is, niet gedreven door de commerciële belangen van accountantsorganisaties en niet met een overbedeeld belang van directie / aandeelhouders van de gecontroleerde. NBA toon leiderschap en laat uw oren niet hangen naar de commerciële belangen van uw leden. Een echte leider durft de nieuwe weg te wijzen.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.