Opinie

Rechter wordt klager: Kafka in het tuchtrecht

Een accountant staat voor de tuchtrechter. De rechter heeft het dossier bekeken en partijen gehoord. De rechter staat op van achter zijn tafel, steekt de zaal over en gaat naast de klager zitten. "Rechter", zegt hij tegen zijn inmiddels lege stoel: "Ik wil de accountant op basis van de mij gebleken feiten een nieuw verwijt maken."

Huib Blaisse en Jan Garvelink

De rechter keert terug op zijn plaats en zegt: "Interessant. U bent daar tegenwoordig toe bevoegd: kunt u uw verwijt toelichten?", waarna hij de zaal weer oversteekt naar klagerszijde om zichzelf uitleg te verschaffen.

De advocaat van de accountant maakt nog bezwaar maar wordt de mond gesnoerd door de rechter/klager. De rechter is al weer onderweg is naar zijn eigen plaats om daar bedachtzaam te knikken na het aanhoren van zijn eigen klacht. De rechter geeft de accountant vier weken om te reageren en deelt partijen mede dat hij dan zal beslissen op de door hemzelf nieuw ingediende klacht.

Een scene als deze hoort thuis bij - afhankelijk van je perspectief - Kafka of Monthy Python, niet in een Nederlandse rechtszaal. Je hoeft geen jurist te zijn om te begrijpen dat de rechter die over de zaak moet oordelen niet ook partij kan worden. De strafrechter gaat niet naast de officier staan, de civiele rechter dient zelf geen vordering in. De rechter kan wel de duiding van het recht aanvullen - daar is hij voor - maar niet de klacht of de vordering.

Het is dan ook rondweg onaanvaardbaar dat in het accountantstuchtrecht, voor zover wij overzien als enige procesgang in Nederland, de rechter een gemengde rol van beslisser en partij gaat krijgen. In het nu bij de Eerste Kamer liggende voorstel tot wijziging van de wet krijgt de Accountantskamer de bevoegdheid de klacht ambtshalve aan te vullen en zelf nieuwe feiten aan de accountant tegen te werpen.
De Raad van State heeft dat terecht "niet passend" genoemd, de minister lijkt niet in te zien of niet in te willen zien en de Tweede Kamer is het niet opgevallen.

Intussen laat zich raden wat het effect zal zijn als de Accountantskamer klachten ambtshalve aanvult en daar vervolgens zelf over oordeelt. Een dergelijke uitspraak moet als van weinig waarde worden gezien. De (tucht)rechter verliest meer in het algemeen zijn positie van onafhankelijk en onpartijdig rechter als hij partij wordt.

Bij de beroepsgroep - zeker een beroepsgroep die zo hecht aan onafhankelijkheid en onpartijdigheid - verliest de tuchtrechter aan gezag en geloofwaardigheid. Rechters in andere procedures, denk aan de civiele rechter bij claims tegen accountants, zullen niet meer kunnen of willen hechten aan het oordeel van de tuchtrechter.

Om zo ingrijpend te tornen aan de rechtsorde en aan de positie van de tuchtrechter - zo dat ooit al acceptabel zou zijn - zou je minstens zwaarwegende motieven verwachten. Die zoekt men vergeefs in de toelichting van de minister. De minister heeft het vooral over klagers die onvoldoende onderlegd zouden zijn om de klacht "voldoende nauwkeurig te formuleren" en de mogelijkheid dat er nieuwe feiten boven tafel zouden kunnen komen.

Nog afgezien van het feit dat dat in de praktijk reuze meevalt moet de politiek met dat badwater het kind, de onpartijdige rechter, niet weg willen gooien.

Huib Blaisse en Jan Garvelink zijn beiden advocaat in Amsterdam. Zij zijn gespecialiseerd in tuchtrecht en aansprakelijkheid van accountants.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.