Opinie

Waarom OK-Score niet als indicator gebruiken?

Velen zien de noodzaak van innovatie in de accountantscontrole. Waarom is er dan toch zoveel weerstand tegen de inzet van een innovatief en bewezen instrument als de OK-Score?

Laat ik één ding vooropstellen: ik ben zakelijk belanghebbende bij de OK-Score.  Maar het hiernavolgende zou ik ook zonder die betrokkenheid hebben kunnen schrijven. Ik schrijf hier als accountant en vertrouw er op dat we de discussie inhoudelijk kunnen voeren, op argumenten.

Veel van de veranderingen die tot nu toe bereikt zijn in de accountancy komen voort uit analyse van wat er fout ging en gaat, resulterend in voorstellen voor meer controle, andere regelgeving of een ander mensgedrag. Prima resultaten overigens.

Aan de kant van de techniek van accountantscontrole blijft het relatief stil. Logisch, want dat vergt enorme budgetten die zeker bij de 'big four' ook nog eens zijn gecentraliseerd en dominant worden aangestuurd vanuit de Verenigde Staten. Jammer, want de Amerikanen kennen de principes achter de goederen-geldbeweging nauwelijks, één van de fundamenten voor een goede accountantscontrole. Juist nu jammer, omdat data-analyse door de nieuwe beschikbare technieken aan een revival bezig is en het vertrekpunt bij dergelijke analyses wezenlijk is.

Toen ik op een van de eerste TUACC-bijeenkomsten Willem Okkerse tegenkwam, die claimde dat hij business failure vroegtijdig kon ontdekken leek het in ieder geval zinnig om eens te gaan luisteren. Immers, de grootste grief bij bijna alle debacles die de positie van de accountant zo hebben uitgehold is 'de accountant stond er bij en keek er naar, maar merkte niets of in ieder geval zei niets '.

Inmiddels lijkt toch wel vast te staan dat de methodiek van Okkerse werkt. Het model spoort logische maar vooral ook onlogische verbanden op in de opeenvolgende jaarrekeningen en tussen jaarrekeningposten en komt zo tot een soort unieke 'fingerprint' van een onderneming.

Die onderneming vaart een bepaalde koers en het model bepaalt ook de mate waarin die koers binnen een bepaalde termijn kan worden bijgestuurd. Blijkt de ruimte voor een koerscorrectie onvoldoende, dan loopt ze (uitgaande van de eigen mogelijkheden tot bijsturing) op de klippen. De OK-Score drukt dit uit in een cijfer: 1 is uitstekend, 10 een bijna zekere business failure in de komende drie jaar.

Vanuit de logische verbanden geeft het model ook nog 'onverklaarbare' posten aan (not accounted for). Die zijn een mogelijke indicatie voor vreemde boekingen, fraude en dergelijke. Zo zocht het model indertijd naar ongeveer € 1 miljard bij Ahold, reden voor Okkerse om vroegtijdig en in het openbaar te waarschuwen voor dit aandeel. Maar er zijn veel meer sprekende voorbeelden.

Het lijkt voor de externe accountant (maar ook voor toezichthouders bij ondernemingen) dus een ideaal instrument voor een eerste verkennende cijferbeoordeling: Wat zegt de OK-Score  en vooral, hoe is de score-ontwikkeling in de afgelopen jaren? Geeft een OK-Score 9 of 10 wellicht aanleiding om de continuïteitsveronderstelling van de leiding nog eens extra tegen het licht te houden? En is er wellicht een substantiële post not accounted for? Bedenk wat de gevolgen waren bij Landis en Imtech nadat ze een 9 of 10 scoorden.

Okkerse wil om een aantal redenen zijn methodiek niet openbaar maken. Om de drempel die een zo ontstane ‘one man show' opleverde weg te nemen, is in mei 2013 het European Rating House opgericht. Belangrijkste aandeelhouders zijn Evert Jan Lammers, de man die de meer dan tweeduizend OK-Scores heeft nagelopen, Willem Okkerse en ondergetekende. De constructie rond deze vennootschap biedt waarborgen voor governance, kwaliteit, borging van de gebruikte software en borging van de continuïteit tegen fatsoenlijke condities. Zij valt straks onder toezicht van de ESMA, de Europese toezichthouder op de financiële markten.

Toch blijven diverse accountants, recent bijvoorbeeld Jacques de Swart in het FD van 31 augustus 2013, opmerken dat eerst het deksel verder open moet, voordat de methode door accountants zal/kan worden geaccepteerd.

Voer voor discussie, lijkt me. Moet een accountant de werking van zijn rekenmachine, zijn audit-software en dergelijke ook kennen voordat hij ze gebruikt? En wat doet een accountant eigenlijk met een credit-rating van een onderneming in de gevarenzone, die hij controleert?

Waarom de OK-Score niet inzetten als indicator voor mogelijke problemen? Waar je als accountant vervolgens rekening mee kunt houden in je controle?

Dat deze innovatieve tool werkt is nu wel duidelijk. De vraag blijft of we hem als accountants ook gaan gebruiken. Dat lijkt op zijn minst een rationele afweging waard. Al was het alleen maar ter bescherming tegen de miljoenenclaims die missers opleveren.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jan de Rooy RA (1954) is zelfstandig adviseur en commissaris bij diverse ondernemingen en instellingen.

Gerelateerd

2 reacties

Jan de Rooy

Dank voor jouw reactie Rene, het geeft me de gelegenheid wat nader in te gaan op de manier waarop ik me de inzet van de OK-Score in accountantscontrole voorstel. Ik had overigens op jouw vorige reactie ook al willen reageren, maar toen was het onderwerp al weer doorgestroomd. We weten allemaal dat accountantscontrole er op gericht is om een oordeel te geven over het getrouwe beeld dat een jaarrekening geeft. Het is een verslag van een afgelopen boekjaar, dat door de verantwoordelijken opgesteld moet worden volgens bepaalde regels. Je komt als accountant het continuïteitsvraagstuk alleen maar tegen, doordat de waarderingsgrondslagen anders hadden moeten zijn einde boekjaar als in het nieuwe boekjaar de onderneming omvalt. Sommige accountants zeggen, haal die beoordeling maar bij ons weg, dat is niet onze taak. Wij zijn van de geschiedschrijving. De gebruikers van jaarrekeningen vinden echter dat na al zijn dure gesnuffel juist de accountant van alles had moeten opvallen die het naderend onheil voorspelden. Hij had moeten ingrijpen. Mijn mening is dat we niet bij deze vraag weg kunnen lopen in het belang van de relevantie van ons vak. In de praktijk gaat dat zo dat een onderneming, die er financieel wat minder florissant bij staat, een jaarrekening aanlevert op basis van going concern. De ondernemingsleiding heeft allerlei argumenten waarom het niet fout zal gaan. Ze gaan niet door hun bankconvenanten zakken of er zijn nieuwe afspraken mogelijk, het nieuw product gaat aanslaan, de sanering gaat nog dit jaar haar vruchten afwerpen, kortom prachtige rapporten die aantonen dat het allemaal prima verder gaat lopen. Op basis van vragen, analyses en stevige gesprekken laat de accountant zich al dan niet overtuigen. Als hij het helemaal niet vertrouwd gaat hij tijdrekken. De werkelijkheid geeft dan de uitkomst en daar weet een rechtgeaarde accountant wel raad mee. Analyserend waarom het vaak toch fout ging terwijl de accountant niets had gemeld (volgens onderzoek >50% van de gevallen) kwamen ook vele red flags naar voren. Allemaal wat zachtere indicatoren. ‘De CEO was een zonnegod geworden’, ‘het business model stond op springen’, ‘er was geen controle op essentiële nieuwe activiteiten’, ‘perverse salarisprikkels’, etc. Vaak ook bleek fraude eenvoudigweg niet opgemerkt, maar de red flags stonden toch op alarm wordt dan in de rechtszaal gezegd. Waarom leek me de OK-Score nu juist een prima innovatie voor de accountant om hem te helpen om een koers te bepalen in deze jungle. Nadrukkelijk helpen. Een extra instrument dat hem ondersteund in zijn eigen oordeel. Net als de antwoorden op de vragenlijsten met red flags, de opgevraagde financiële- en cashflow-analyses, de contracten, etc. De OK-Score geeft een score op basis van solvabiliteit en vitaliteit van een onderneming. Het verloop van de score in de jaren is een eerste ondersteuning. Zakt die score te ver weg, de 9 of 10 score, dan bleek, tenminste in 97% van alle gevallen in het verleden, want die zekerheid heeft de gebruiker wel (!) en die mag hij ook komen testen, dat de onderneming niet kon voortbestaan zonder zware ingrepen of failliet ging binnen 3 jaar. Je zou dat zo kunnen vertalen, dat de eigen cashflow op enig moment en de mogelijkheden tot correctie daarvan als onvoldoende werd bepaald om noodzakelijke corrigerende maatregelen te nemen. Het model bepaald daartoe een volstrekt individueel DNA. Wat is nu prettiger voor de accountant dan tijdig met het bestuur aan tafel te kunnen gaan. ‘Heren, ik heb een dynamische tool ingezet (geen statistische dus) die in het verleden zeer betrouwbaar bleek’. Op basis van uw eigen jaarcijfers geeft die aan dat er hele drastische maatregelen genomen moeten worden om niet op een termijn van 1-3 jaar om te vallen. Maatregelen als het plaatsen van aandelen met stevige verwatering, fusies, verkoop bedrijfsonderdelen etc. kunnen dan door het bestuur genomen worden als zij denken dat dit nodig is. Een prachtige tool om in een dialoog te komen en nuttige adviestrajecten op te pikken. De accountant heeft er een red flag bij: wat zegt de OK-Score. Doet het bestuur niets, dan kun je altijd nog in je oude rol schieten, afwachten dus. Of je beargumenteerd in je dossier waarom je toch geen aanleiding ziet om aan de continuïteit in het komende boekjaar te twijfelen. Aansprakelijkheid achteraf kun je afdekken met een netjes omschreven voorbehoud. Naast de vele voorbehouden die we al kennen kan daar nog wel één bij voor de OK-Score lijkt me. Trouwens, de OK-Score kan je als accountant ook helpen om jouw beslissing om wel aan de continuïteit te twijfelen te helpen onderbouwen. Tenslotte is er nog de post Not Accounted For. Het model spoort onlogische verbanden op die het niet kan verklaren op basis van het dynamisch bepaalde DNA. Dit is ook een waarborg tegen manipulatie van de cijfers waar jij bang voor bent Rene. In het verleden bleek dat, ook in samenhang gemanipuleerde cijfers, feilloos werden opgespoord. Een prima ingang voor verder onderzoek in de accountantscontrole maar ook hier geldt weer: een prima hulpmiddel maar geen absolute fout. Het kan ook om bijvoorbeeld een bijzondere boeking gaan. En met betrekking tot die Urban Legend: we praten hier niet over één indicator die relevant bleek maar over 125 posten in onderlinge samenhang, steeds voortschrijdend dynamisch bepaald. Daar kun je niet zo gemakkelijk op anticiperen. Hopelijk begrijp je nu wat beter waarom ik me nog steeds afvraag waarom de OK-Score nog niet en masse wordt ingezet. In het belang van het vak!

Rene van Wingerden

Jan, onderstaande punten had ik al eerder een keer naar voren gebracht, maar daarop werd toen niet inhoudelijk gereageerd. Graag jouw visie over deze mogelijke bezwaren. Er zijn m.i. wat praktische problemen bij het gebruik van de OK-score als controlemiddel voor de continuiteitsbeoordeling door accountants. - De werking van het model is geheim, dus een 'black box'. Wat als de score negatief is, maar accountant noch client zien negatieve indicatoren? (nb, dat is dus de situatie waar de OK score de meeste toegevoegde waarde heeft). Ga je als accountant een continiteitsparagraaf opnemen louter gebaseerd op deze score die je zelf niet kan verklaren, terwijl je zelf juist neutrale of juist positieve signalen ziet? Klinkt dan als de scene van de comedy Little Britain waarin een bankmedewerker op een kredietaanvraag alleen weet te antwoorden "Computer says no." Hier is wel enige overeenkomst met de inschakeling van "andere deskundigen": ook bij een vastgoedtaxateur moet je als accountant maar uitgaan dat de taxateur de gegevens met zijn expertise juist weet te interpreteren. Maar waar je bij taxateurs nog enigszins de uitgangspunten en expertise kan beoordelen, is dat bij de OK-score niet zo. - Als de werking toch openbaar wordt gemaakt - of tenminste de inputs - , dan loop je het risico dat ondernemingen hierop gaan anticiperen. Een urban legend is dat ooit een bepaald faillissementsmodel is Belgie erg populair was. Daarbij bleek dat het model vooral gevoelig was voor de variabiele 'achterstand bij betaling sociale premies'. Bijgevolg zorgden ondernemingen er voor om bij betalingsproblemen in ieder geval deze premies te betalen / of gewoon in de jaarrekening te liegen dat er geen achterstand was (qua omvang vaak niet materieel, maar in dit geval natuurlijk wel kwalitatief een zeer materieel punt). - Sowieso zijn statistische modellen (ik raad dat de OK-score een statistisch model is) niet zo geschikt voor de beoordeling van individuele gevallen. Voor een beleggingsfonds of bank kan zo'n score inzicht geven in de gemiddelde kwaliteit van de portefeuille, en kan je je spreiding daar op aanpassen, maar bij een accountantscontrole op een individuele onderneming heeft een puntschatting van de score een vrij hoge variantie (en daarmee onzekerheid). En wederom, we weten niets over de variantie van de OK-score.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.