Onafhankelijkheid is een sprookje
Mijn kinderen zijn dol op sprookjes. Regelmatig vragen zij mij een sprookje voor te lezen of te vertellen. De vaak idealistische beschrijving van de werkelijkheid heeft een grote aantrekkingskracht op hen, vooral als de hoofdpersonen uiteindelijk nog lang en gelukkig leven.
Als gesproken wordt over de accountant als vertrouwensman van het maatschappelijk verkeer bekruipt mij wel eens het gevoel dat het hier ook om een sprookje gaat. De accountant is dan de prins op het witte paard die met zijn onafhankelijkheid als schild in zijn ene hand en de controleverklaring als vlijmscherp zwaard in zijn andere hand het maatschappelijk verkeer behoedt voor verkeerde beslissingen.
In sprookjes wordt vaak één eigenschap van de hoofdpersoon uitvergroot en zwart-wit neergezet zodat hiermee een boodschap aan de lezer kan worden overdragen. Op vergelijkbare wijze kan de eigenschap onafhankelijkheid aan de accountant worden toegedicht.
Van de accountant wordt verwacht dat hij bij assurance-opdrachten zowel 'in wezen' als 'in schijn' onafhankelijk is van de gecontroleerde. Maar zoals het een goed sprookje betaamt, wordt het de hoofdpersoon niet gemakkelijk gemaakt om aan zijn queeste te voldoen. Alleen controleren is allang niet meer goed genoeg. Klantgericht denken, toegevoegde waarde leveren en vooral meedenken met de klant zijn belangrijke sleutelwoorden geworden voor een succesvolle accountant. Deze manier van werken kan echter haaks staan op de vereiste onafhankelijkheid.
In discussies met zijn klanten probeert onze hoofdpersoon zijn rug recht te houden. In de praktijk merkt hij echter dat hij steeds vaker toch meebuigt. De ene keer wat verder dan de andere keer, maar buigen doet hij. Hij wil natuurlijk geen klanten kwijtraken; hij heeft ze keihard nodig om zijn eigen rekeningen te kunnen blijven betalen. En of het nu om een controleopdracht gaat bij een organisatie van openbaar belang van enkele tonnen of bij een mkb-opdracht van € 25.000: het omzet- (en prestige-) verlies doet pijn.
In den beginne past het meebuigen nog ruim binnen de kaders van de wet- en regelgeving. De grens tussen de belangen van de klant aan de ene kant en die van het maatschappelijk verkeer aan de andere kant vervaagt in de loop van de tijd echter meer en meer. Het is een dagelijkse worsteling voor de accountant. Zal het de accountant lukken om onafhankelijk te zijn en te blijven?
Binnenkort wordt een nieuw hoofdstuk aan het onafhankelijkheidssprookje toegevoegd door middel van een nieuwe verordening, een verdere aanscherping van de huidige ‘nadere voorschriften'.
Wordt dit het laatste hoofdstuk van het sprookje, waarna de accountant nog lang en gelukkig leeft?
Deze bijdrage is ook als column geplaatst in het oktobernummer van Accountant.