NBA

Zekerheid bij overeengekomen specifieke werkzaamheden?

Naar aanleiding van de recent uitgegeven NBA Alert zijn vragen gesteld over de interpretatie dat overeengekomen specifieke werkzaamheden met betrekking tot financiële informatie ('4400-opdracht') zijn toegestaan bij OOB-controlecliënten, mits uitgevoerd ten behoeve van derden of de Raad van Commissarissen (RvC).

Het gaat daarbij met name over de vraag in hoeverre een 4400-opdracht zekerheid geeft.

Tijd om een paar zaken ten aanzien van 'overeengekomen specifieke werkzaamheden' aan de hand van een aantal vragen nader toe te lichten.

Vraag 1: Kan een gebruiker zekerheid ontlenen aan de rapportage van de accountant over overeengekomen specifieke werkzaamheden?

Er is een verschil tussen het verschaffen van zekerheid door de accountant en het ontlenen van zekerheid door de gebruiker. ISRS 4400 van de IAASB, de Engelstalige bron voor Standaard 4400 zegt: 'no assurance is expressed'. Dat is in het Nederlands vertaald als 'wordt geen zekerheid verschaft'. Het gaat er dus om dat de accountant niet suggereert dat hij een conclusie uit zoals bij een assurance opdracht.

Een assurance opdracht is een opdracht waar de accountant op grond van zijn werkzaamheden een conclusie trekt over een verantwoording die is opgesteld op basis van geschikte toetsingscriteria. Bij een assurance opdracht bepaalt de accountant de aard, omvang en reikwijdte van de werkzaamheden om een conclusie te kunnen trekken. Dan ben je als accountant dus ook in staat om zekerheid te verschaffen.

Dat is anders bij overeengekomen specifieke werkzaamheden. Bij deze werkzaamheden bepaalt de opdrachtgever, waar van toepassing samen met de gebruiker, de uiteindelijke aard, omvang en reikwijdte van de werkzaamheden. De opdrachtgever en eventuele gebruiker worden geacht zelf de omstandigheden te kennen en kunnen dus zelf, op basis van de rapportage van de feitelijke bevindingen van de accountant, een conclusie trekken over de betrouwbaarheid van de door de directie verstrekte informatie. Hij ontleent daarmee zekerheid aan de werkzaamheden van de accountant.

Vraag 2: Is 4400-werk controlewerk?

De genoemde IAASB-standaard heeft het over 'procedures of an audit nature'. Waarom? Omdat het weliswaar niet gaat om een controle (de Nederlandse vertaling van audit), waarbij de accountant als uitvloeisel van zijn werkzaamheden een conclusie trekt, maar wel over werkzaamheden die in het kader van een controle uitgevoerd kunnen worden. Van een accountant mag je verwachten dat hij een deugdelijke grondslag heeft voor zijn rapportage. Met de robuustheid zoals je ook een audit doet, maar wel met inachtneming van de specifiek afgesproken aard, omvang en reikwijdte van de werkzaamheden.

In de Nederlandse beroepsreglementering is ervoor gekozen om 'of an audit nature' niet te vertalen, omdat dergelijke werkzaamheden ook in het kader van andere assurance-opdrachten kunnen worden uitgevoerd.

Vraag 3: Mag een rapportage van overeengekomen specifieke werkzaamheden aan derden worden verstrekt?

Ja dat mag! Zoals gezegd, de aard van de opdracht is de invulling van specifieke (verificatie)werkzaamheden voor een bepaald doel in een bepaalde context. Zeker omdat de accountant geen overall conclusie geeft zou een willekeurige buitenstaander op het verkeerde been kunnen worden gezet, omdat hij de gevolgen van de afgesproken beperkingen in het onderzoek mogelijk niet juist kan interpreteren. Vandaar dat Standaard 4400 de verspreidingskring van de rapportage beperkt tot de partijen met wie de werkzaamheden zijn afgesproken. Dat kunnen echter wel degelijk specifieke externe partijen zijn: denk bijvoorbeeld aan een bank (in een comfort letter of een rapportage over het voldoen aan bepaalde ratio's) of een rapportage aan toezichthouders zoals OPTA, NMA en DNB.

Tot slot

In deze bijdrage hebben we antwoord gegeven op een aantal vaktechnische aspecten van specifiek overeengekomen werkzaamheden. We constateren op grond van het bovenstaande dat de werkzaamheden voor een 4400-opdracht vergelijkbaar zijn met die voor een assurance opdracht. Ook is er (vaktechnisch) geen reden om te veronderstellen dat de werkzaamheden in het kader van 4400-opdrachten de onafhankelijkheid van de accountant zouden aantasten. Daarmee past een 4400-opdracht - mits uitgevoerd ten behoeve van derden of de RvC - binnen de doelstellingen van de wetgeving.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Peter Eimers is partner bij EY en hoogleraar Audit & Assurance aan de accountantsopleiding van de Vrije Universiteit te Amsterdam.

Jan Thijs Drupsteen is hoofd Vaktechniek bij de NBA en secretaris van het Adviescollege voor Beroepsreglementering. Hij schrijft op persoonlijke titel.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.