Opinie

Beloon klokkenluiders niet, straf de zwijgers

De huidige klokkenluidersregelingen functioneren niet. In plaats van klokkenluiders te belonen, kunnen we beter de zwijgers bestraffen.

Vorige week werd in Engeland Seth Freedman ontslagen omdat hij de klok luidde over prijsmanipulatie in zijn bedrijf. Op 1 oktober 2012 is de Commissie integriteit overheid (CIO) opgeheven en overgegaan in de Onderzoeksraad Integriteit Overheid.
De commissie kreeg te weinig meldingen te verwerken. Zo ontving ze  in 2010 41 meldingen, waarvan er slechts 3 ontvankelijk werden verklaard.

Integriteitonderzoeker Gjalt de Graaf stelde in 2011 dat te weinig bescherming wordt geboden aan de klokkenluider. Op 1 oktober 2012, tegelijk met de opheffing van de Commissie integriteit overheid, stelde de minister het adviespunt klokkenluiders in, waar een ambtenaar advies kan vragen over hoe te handelen als hij een integriteitsinbreuk aan de orde wil stellen.

Terwijl de overheid met deze veranderingen een verdere bescherming van de ambtenaar wil bevorderen, is het de vraag of bescherming en beloning van de klokkenluider überhaupt kan werken. Het probleem met de regelingen die we kennen is dat de aspirant klokkenluider via de systemen wordt verteld dat het heel bijzonder is om integriteitskwesties aan de orde te stellen.

Hoe zien die systemen eruit?

Klokkenluiders kunnen bescherming verwachten tegen ontslag en eventuele andere represailles als zij de klok luiden, tevens mogen zij verwachten dat hun klacht vertrouwelijk wordt behandeld en ze mogen zelfs een financiële beloning tegemoet zien als zij de klok luiden. 

Als u dat leest, voelt u zich dan uitgenodigd om de klok te luiden als dat opportuun is? Het antwoord is nee. In de eerste plaats blijkt men niet zijn woord te kunnen houden, zoals bleek uit een studie van de Universiteit van Utrecht; anonimiteit noch rechtsbescherming worden waargemaakt.

De anonimiteit en rechtsbescherming zijn problematisch voor de klokkenluider, omdat vanaf de start van het onderzoek de overtreders op zoek zullen gaan naar de ‘verrader'. De klokkenluider kent anderzijds niet alle overtreders en hij moet daarom uit onbekende hoek tegenstand verwachten.

De zwakste schakel in de klokkenluidersregelingen is de beloning. De suggestie die de beloning oproept is dat van de werknemer niet wordt verlangd dat hij optreedt tegen integriteitsinbreuk. Integendeel, een beloning moet de medewerker overhalen de inbreuk aan de kaak te stellen.

De Groningse onderzoeker Laetitia Mulder demonstreert dat er in termen van normbesef en handhaving een groot verschil bestaat tussen belonen en bestraffen. Waar een beloning suggereert dat het niet noodzakelijk maar wel wenselijk is om overtreding van een norm aan de kaak te stellen, zendt bestraffing het signaal uit dat het onacceptabel is als een overtreding NIET aan de kaak wordt gesteld.

Met andere woorden, waar de beloning suggereert dat degene die een inbreuk observeert ervoor kan kiezen hiervan melding te maken, geldt dat voor bestraffing niet. Als ooit wordt gevonden dat de betrokken medewerker een inbreuk zag en hij geen aangifte deed, dan wordt hij daarvoor gestraft.

Bij bestraffing is de norm: aangifte; bij beloning is de norm: fijn dat je aangifte doet. Dit essentiële verschil in normopvatting is getest door de Illinoise onderzoekers Clara Chen, Jennifer Nichol en Flora Zhou. Om hun these te testen stelden ze een eerste subgroep een beloning in het vooruitzicht als zij aan hen gepresenteerde overtredingen aangeven, terwijl een tweede subgroep een boete krijgt als een waargenomen fraude NIET wordt aangegeven.

Het achterliggende idee is dat de aangever zich door het doen van aangifte onttrekt aan de groep. Van de deelnemers die vooraf te horen kregen dat in het verleden bijna altijd aangifte werd gedaan, ging 94 procent over tot aangifte als ze een financiële straf in het vooruitzicht werd gesteld voor niet-aangeven, en daalde dit percentage tot 62 procent wanneer ze wisten dat ze een beloning zouden ontvangen voor aangifte.
Deze percentages dalen naar respectievelijk 58 en 46 procent als vooraf wordt gemeld dat aangifte in het verleden grotendeels achterweg bleef. De onderzoekers vinden dan ook dat de aanwezige aangiftenorm sterk is geassocieerd met de kans op aangifte.

Wat leren we van dit onderzoek?

Ten eerste is het van belang in het bedrijf te communiceren dat integriteit de norm is en dat van iedereen wordt verwacht dat zij inbreuk op integriteit aan het licht brengen.
Ten tweede moet het systeem dat men gebruikt om integriteit te bevorderen niet zijn gebaseerd op een beloning, maar is het dienstig om een straf in het vooruitzicht te stellen voor de medewerker die integriteitskwesties verzwijgt!

(met dank aan Ronald Jeurissen)

Een verkorte versie van deze opiniebijdrage is gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 31 januari 2013

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jan Bouwens is hoogleraar accounting UvA en research fellow University of Cambridge.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.