NBA 17 augustus 2012

Marktonderzoek

Tijdens vakantie bekijk ik de gebeurtenissen in Nederland wat meer van een afstand. Ik begrijp dat het weer inmiddels verbetert maar hier is het elke dag zon en 30 graden.

Ook het nieuws houd ik minder goed bij. Er is trouwens tijdens vakantietijd weinig nieuws, dus de krant lezen kan wel een dag wachten.

Daarbij komt dat het accountantsdossier stil ligt tot na de verkiezingen. De fracties van de Eerste Kamer hoeven pas op 11 september hun vragen in te dienen voor wat betreft de Wab en zullen naar verwachting ook tot die dag daarmee wachten.

Ook vanuit Brussel hoor je weinig, hoewel rapporteur Karim van de coördinerende JURI commissie wel bezig is om zijn rapport te schrijven over de Barnier-voorstellen en er in juli een kritisch Impact Assessment vanuit de Impact Assessment Unit van het Europarlement is verschenen.

Echter, recent viel mijn oog op een onafhankelijk marktonderzoek van de Engelse auditmarkt op deze site waarin een aantal observaties wordt gedaan die wellicht ook  voor ons interessant kunnen zijn.

Dit onderzoek van IFF Research is verricht ten behoeve van de UK Competition Commission, als onderdeel van hun "investigation in the statutory audit market in the UK" op verzoek van de Office for Fair Trading, wat voortkomt uit de House of Lords enquiry van 30 maart 2011. Het onderzoek is gepubliceerd op 26 juli 2012.

Via circa zeshonderd interviews met cfo's en voorzitters van audit committees van de FTSE 350 en andere oob's heeft men getracht een beeld van de auditmarkt te krijgen.

Een aantal observaties die mij troffen:

• De belangrijkste kwaliteitskenmerken van accountantscontrole zijn: onafhankelijkheid, het vermogen om fouten te ontdekken, het challengen van het management en de efficiency van het auditproces.
• 82% is van accountantskantoor gewisseld in de laatste 20 jaar, gemiddeld wisselt men na ruim 11 jaar.
• 71% heeft in de laatste 10 jaar een tender uitgeschreven, waarbij in 30% van de gevallen één of meer niet-big four kantoren zijn uitgenodigd.
• Bij de FTSE350 die een big four accountant hadden is dat in alle gevallen zo gebleven; van de 17% die een niet-big four kantoor hadden heeft 13% een big four kantoor gekozen en 3% een niet-big four kantoor (het telt niet op tot 17% maar dat zal ongetwijfeld een afronding zijn).
• Ook bij de niet-FTSE350 categorie is er een trek naar de big four (van de 43% niet-big four koos 40% voor een big four kantoor en 3% voor een niet-big four kantoor; van de 57% die al bij een big four kantoor zat is er 50% bij een big four-kantoor gebleven en heeft 7% voor een niet big four kantoor gekozen).
• Big four-kantoren zijn meer "marktgericht". In 71% van de gevallen werd de cfo benaderd door een ander kantoor en in 46% van de gevallen de voorzitter van het audit committee. De big four hadden hiervan met 76% respectievelijk 80% het grootste aandeel.
• De belangrijkste trigger voor een tender is ‘complacency' (zelfgenoegzaamheid) van het zittend kantoor.
• Daarbij is de belangrijkste factor voor de keuze de kwaliteit van de engagement partner, volgens 92% van de cfo's en 97% van de voorzitters audit committee.
• De prijs speelt met 56% voor cfo's en 36% voor voorzitters audit committee een aanzienlijk minder belangrijke rol. Na wisseling gaat die prijs overigens bij de FTSE350 in 52% van de gevallen omlaag en bij 15% omhoog.
• Expertise op adviesgebied speelt bij de selectie nauwelijks een rol, slechts 17% van de voorzitters audit committee vond het van belang. Dit in tegenstelling tot de capaciteit op het terrein van auditverwante diensten, die 67% belangrijk vond.
• De audit committee heeft de belangrijkste stem in de keuze.

Al met al een uiterst interessant stuk marktonderzoek. Het valt de Engelsen te prijzen dat ze belangrijke beleidsbeslissingen met grondig onderzoek onderbouwen. Daarbij ben ik verheugd dat het bij de keuze uiteindelijk gaat om de persoonlijke kwaliteiten van de externe accountant. Het is dus echt een professie, en dat is hiermee maar weer eens bewezen.