Opinie

Brussel als urinoir voor ons aller falen

't Is me nogal wat om in pers en lezerscommentaren te lezen hoe veel Nederlanders tegenwoordig denken over 'Brussel'. Als ik door de woede en gifkelken probeer heen te kijken, zie ik allereerst een overvloed aan aandacht voor symptomen en vervolgens te weinig hand in eigen boezem. We waren er toch allemaal bij en juichten de EU toch decennialang toe?

Als de pijlen worden gericht op de inkomens van de EU-ambtenaren, weet je bijna zeker dat we bezig zijn met achterhoedegevechten over bijverschijnselen, eerder dan met de essentie van de gezamenlijke goede zaak.

Als oud EU-'zakkenvuller' (drie jaar en vijftien dagen als collaborerend ambtenaar bij de Europese Commissie) moet ik natuurlijk beginnen met een disclaimer als het gaat over de ophef over het salarisniveau van Europese ambtenaren, politici en andere Europese luxe- en werkpaarden. Een ophef waarop handig maar niet altijd even geïnformeerd en eerlijk wordt ingespeeld door het groeiend aantal Eurosceptici en -cynici.

Ik sta niet zozeer te kijken van die wijdverbreide aversie, die komt met het voorrecht van vrije meningsuiting en de kosteloze manier waarop die vandaag kosteloos digitaal kan worden verspreid. En eigenlijk heb ik over dit specifieke geval niet eens zo veel te klagen: de over de EU-salarissen gepubliceerde cijfers zijn redelijk betrouwbaar, al jarenlang publiek bekend, en al decennialang onderwerp van eindeloze napluizing door allerlei rekenaars, afhankelijk en onafhankelijk.

Overigens, als u ze onredelijk of excessief vindt: ze zijn eigenlijk nog onredelijker wanneer u ze vergelijkt met de salarissen in EU-lidstaten aan de onderkant van de Europese per capita statistieken.

Alhoewel ik zelf de EU-ambtenarensalarissen nooit als excessief heb ervaren en gezien, begrijp ik de gezwollen reacties in deze tijd van crisis best. Evenals de vragen over het EU-experiment zelve. Maar die hebben minder te maken met de salarissen zelf dan met een inmiddels diep ingebakken ongenoegen over de gang van zaken rond Europa en de euro.

Dus beperk ik me tot de praktische suggestie om het rekenwerk over de ratio van de EU-beloningsschalen nog eens over te doen. En als ze te hoog blijken, dit gewoon te corrigeren.
Maar dan wel op voorwaarde dat als blijkt dat de EU-ambtenaren te weinig verdienen, er ook een correctie naar beneden zal plaatsvinden van de salarisschalen in de lidstaten die als referentie zijn gebruikt. Want dit kan alleen volwassen worden opgelost worden als er twee partijen zijn die risico willen nemen met het heropenen van deze discussie. Er kan misschien best iets verrassends uitkomen, maar het zou me verbazen.

Neen, als we 'Brussel' iets willen verwijten dan mag best eerst worden gekeken naar die zes procent van het budget die het Europese ambtenarenapparaat kost, maar vervolgens dan toch vooral het totaalbudget van zo'n 130 miljard euro, waarvan driekwart onder gezamenlijk management met de lidstaten. Denk aan landbouw en de structurele fondsen, die van aanvankelijk goed bedoelde 'change management'-projecten zijn verworden tot herverdelingspotten voor inkomen en welvaart.

Waaraan iedereen die er ooit zijn vinger in heeft weten te krijgen eeuwige rechten ontleent. Wij dus. En waarop de eerste integrale audit van echte efficiëntie en effectiviteit nog moet worden gedaan. En waarbij van de 27 EU-ledenlanden er maar vier - waaronder Nederland - bereid zijn om hun nek uit te steken in de vorm van een nationale verklaring dat de aldus ontvangen EU-gelden zijn gebruikt zijn voor het doel waarvoor ze zijn bestemd. Terwijl geen enkel land - Nederland incluis - een verklaring wil of durft te geven over de volledigheid van de door de EU gemandateerde afdrachten/contributies, de andere kant van dezelfde rekening.

Met zo'n verantwoordingsontkenning op Europees budgetniveau verbaas het me nauwelijks meer als de gemiddelde EU-burger, vooral die in de netto-afdrachtlanden, de kriebels begint te krijgen. En als die burger ten aanzien van de (Euro-)crisisonderhandelingen, waar het niet gaat om miljarden maar om biljoenen aan sluipende wederzijdse en externe schuldposities, gewoon geen enkel vertrouwen overhoudt. En dat ziet als een balletje-balletje-spel.

Ik reken mezelf nog steeds tot de Eurofielen waar het gaat om het grote nettobelang van het voortzetten van het Europese 'project'. Maar vooralsnog ben ik scepticus-aankomend-cynicus in mijn overtuiging dat dit niet kan gebeuren zonder dat de EU-burger, inclusief deze Nederbuitenlander, het vertrouwen herstelt ziet via de introductie van redelijke verantwoordingskaders op nationaal niveau. Iets wat op het veel eenvoudiger niveau van het EU-budget gewoon binnen handbereik ligt.

En als die bereidheid er nog steeds niet blijkt te zijn, ben ook ik bereid de handdoek in de Europese geldmanagement-ring te gooien. Want 'wie de EU-budgetmiljarden niet eert, is de eurobiljoenen niet weert'.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jules Muis verliet in 1995 het openbare accountantsberoep en was vervolgens vice president en controller van de Wereldbank en directeur-generaal en chief internal auditor van de Europese Commissie. Van 2014 tot eind 2020 was hij lid van de Public Interest Oversight Board (PIOB). Muis was van oktober 2012 tot oktober 2015 ook lid van de Board of Auditors van het European Stability Mechanism (ESM). Jules Muis schrijft op persoonlijke titel.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.