Opinie

Spookcijfer: de 'machtigste' accountants

In het juninummer van Accountant vinden we op pagina 9 een kostelijke en indringende Spookcijfer-column van Nart Wielaard en Tom Nierop over zin en onzin van boodschappenlijstjes en ‘objectieve' prijsvergelijkingen, van kaas tot mondwater.

Slaan we de pagina om, dan vinden we de jaarlijkse publicitaire tophit uit eigen keuken, met de ongebruikelijk vette kop/kuif die er bij past: 'Top 50 Accountants in business 2012'.

Het is een verslag van het zesde onderzoek naar de machtspositievraag van medeclubleden RA's en AA's. En het wordt leuk geïllustreerd met portretschilderingen enkelen hunner, met een exclusieve voorkeur voor de sterke stijgers. Het onderzoek is duidelijk een aardige, eenzijdige poging om de clubgeest hoog te houden: het succes van een van de leden is ons aller succes. En zo is het.

Geïnspireerd door het aandringen van Wielaard en Nierop om een scherp oog te houden op relevantie, mogelijke appels- en perenvergelijkingen en 'de misleidende werking van percentages en absolute getallen' laat ik op deze regenachtige dag op dit onderzoek even een eigen fantasietje los. Met wat suggesties voor de toekomst.

We zullen hier niet zeuren over de relevantie van 'macht' als een succesindicator. Ik laat het bij de vaststelling dat je macht kunt gebruiken en misbruiken. En een uitgebreide verhandeling over de mogelijkheid dat ‘onmacht' onder bepaalde cruciale omstandigheden wel eens een veel betere succesindicator zou kunnen zijn, gaat voor een blog net iets te ver.

De achilleshiel van zo'n onderzoek is natuurlijk de definitie van 'macht'. Vooral als je dat voornamelijk ophangt aan omzetcijfers. Meer in het bijzonder als een euro omzet van een financiële instelling wordt gelijkgesteld aan een euro van een handels- of industriebedrijf.

Bovendien, wat is de werkelijke macht van een cfo van een instelling die door de overheid overeind wordt of is gehouden? En hoe zit het met de machtsverhouding tussen cfo's in de voedingsindustrie? Tussen de een die medebeslissingsmacht heeft over de hoogte van het aanvaardbare risico van E-coli in onze voeding en de andere die (budgettair) iets te zeggen heeft over het lot van mondwater, met of zonder alcohol, en daarmee over de veiligheid van onze dochters?

En dan de dalers, die het zonder portretschildering moeten stellen, maar misschien wel in die positie zijn geraakt omdat ze gewoon hun werk goed hebben willen doen. Een net iets te rechte rug toonden. En daarmee wel degelijk een verschil kunnen hebben uitgemaakt - daar gaat het toch om - dat ver boven de stijgers uitstijgt; wie weet hebben die eigenlijk een veel interessanter verhaal te vertellen.

En is nummer 34, Schiphol-ceo Jos Nijhuis, nu werkelijk zoveel minder machtig dan al die cfo's die hoger in de hitparade hangen? Sommigen als ‘vanilla' Nederlandse zetbazen van dochterondernemingen van buitenlandse bedrijven?

Ik zou ook wel eens iets willen horen over de vraag - als we toch zoeken naar de relatieve plaats van beroepsgenoten in een landschap bij uitstek geschapen voor RA's en AA's - of we als beroepsgroep nu werkelijk ons functioneel gewicht doen gelden. Waarom vinden we eigenlijk maar relatief zo weinig RA's en AA's in de binnen de AEX beschikbare posities van cfo? Zou een onderzoek naar de onmacht van het RA/AA-beroep niet een aardige aanvulling zijn, ook al neemt dat iets van de cheer weg van het huidig product?

En mogen we van de geïnterviewden ook eens horen hoe ze nu denken over het machtseffect van die ingebakken functievermenging van de beherende en registrerende functie die inherent is aan de cfo-rol? Dat het bevalt, neem ik zonder meer aan, ook dat ze geen bezwaar zien in een bonusregeling. Maar is die constructie wel volgens de essentialia van het boekje over functiescheiding dat ze ooit ingestampt hebben gekregen in de opleiding?

Samenvattend, om Nart Wielaard en Tom Nierop even te parafraseren: Dit type 'machtsvergelijkingen' behoort tot de categorie spookcijfers, die stelling durven we - hand in eigen boezem - wel aan.

Wat niet wegneemt dat als volgend jaar het zevende onderzoek weer wordt gepubliceerd, ik het weer gretig zal 'voyeuren'.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jules Muis verliet in 1995 het openbare accountantsberoep en was vervolgens vice president en controller van de Wereldbank en directeur-generaal en chief internal auditor van de Europese Commissie. Van 2014 tot eind 2020 was hij lid van de Public Interest Oversight Board (PIOB). Muis was van oktober 2012 tot oktober 2015 ook lid van de Board of Auditors van het European Stability Mechanism (ESM). Jules Muis schrijft op persoonlijke titel.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.