Opinie

Eindrapport De Wit: eind- of beginpunt?

Het eindrapport van de commissie De Wit is er uit. Het zal u niet verwonderen, want het zat er al dagen, maanden, jaren aan te komen.

Ik vind het zelf een juweeltje van waarheidsvinding en vertelkunst. En dat als gezamenlijk werkstuk door een commissie van wederzijds politiek onvergelijkbaren. Chapeau voorzitter Jan de Wit!

We hebben nog wel tijd en gelegenheid om een aantal deelobservaties door te nemen als we het rapport goed hebben verwerkt. Maar ik kan nu al vast delen wat me het meeste trof in het rapport en in de reacties tot nu toe.

En dat gaat over de laconiekheid en kennelijke vanzelfsprekendheid waarmee we aanvaarden dat dit ons gewoon 'is overkomen' en niet iets is wat we over ons hebben laten komen of afgeroepen. Vooral waar het gaat over de speciale waakzaamheid die kan worden verwacht van een land dat:

  • (uitzonderlijk) een financiële sector heeft met balanstotalen van vier maal het nationale inkomen;
  • een uitzonderlijke spaarzame traditie heeft op het punt van pensioenvoorzieningen;
  • behoorlijk actief/zichtbaar is in een behoorlijk krakkemikkig mondiaal financieel systeem dat - toen ik er voor het eerst mijn grote mond over open deed in 2004 - al een derivatenpositie kende van vijf keer het wereldwijde Bruto Nationaal Product;
  • een Nederlandse systeemrelevante boegbeeld-bank in drieën laat verdelen voor overname door het buitenland, waarvan een cruciaal deel aan failliete Belgen die het vervolgens nog meer failliet aan ons terugverkochten samen met wat eigen boedel, terwijl onze 'vertegenwoordigers' niet in de gaten hadden dat het knollen met citroenen betaalde;
  • zelfs in 2007 en zelfs in 2008 niet in de gaten had dat de subprime-crisis echt het einde van de lol aankondigde en we speciaal alert moesten zijn en ons moesten voorbereiden op 'more to come'.

Het uur van waarheid was aangebroken.

De eerste reacties van betrokkenen op het eindverslag, hoe begrijpelijk ook vanuit een verdedigend standpunt, zijn werkelijk om te huilen. Het trieste beeld tekent zich af van een totaal onvoorbereid en reactief operationeel beleid, voortdurende onderschatting van de ernst van de situatie, 'agreement by exhaustion' als beslissingskader, en blind vertrouwen in het Oranjegevoel ('hij had internationaal toch zo'n goede reputatie') als ontsnappingsweg.

Het meest markant is de inbreng, erkenning of gefabriceerd excuus achteraf dat Nederland een verantwoordelijkheid had om systeemrelevante banken overeind te houden ter wille van de rest van de wereld. Wel eens een goede conferentie over dat onderwerp bijgewoond vóór 2008? En de consequenties als controlerend accountant ook wel eens doordacht?

Neen, ik kan me de verwondering over de verwondering van de acteurs van die dagen over wat hen overkwam, best voorstellen. De verdediging heeft alsmaar volgehouden (en nog steeds) dat niemand toen zag wat er echt gebeurde - maar zijn dat excuses.

En of we het vandaag echt beter voor elkaar hebben weet ik niet. Natuurlijk wordt er goed werk gedaan om systeem-gedreven risico's beter in kaart te brengen.

Maar het gaat ook om de (nieuwe) spelers. De Nederlandsche Bank heeft duidelijk een nieuwe toon. Maar zie de positie van minister Jan Kees de Jager op een aantal hervormingskernpunten: bijvoorbeeld over het (niet!) scheiden van de nutsactiviteiten van banken en de zakenbankactiviteiten, of die aangaande ons eigen beroep.

De minister geeft me het gevoel zo'n beetje warm en koud te blazen uit beide mondhoeken tegelijk. Dat geeft me geen vertrouwen.

Wat wel hoop geeft is de mogelijkheid dat dit rapport ons nu eindelijk brengt tot een goede inventarisatie van de randvoorwaarden voor het nodige voorwaardenscheppend beleid - internationaal en nationaal - voor een sterke en duurzame financiële sector. En dat voor een land dat niet alleen afhankelijk is van een goed functionerend globaal en nationaal systeem maar ook van eigen mensen die vooruit kunnen denken, de realiteit onder ogen kunnen zien en niet doen alsof ze iets begrijpen terwijl het te ingewikkeld voor ze is of ze de daadkracht niet hebben tijdig hun stem te verheffen dat ze het niet begrijpen.

Welke rol accountants daarin kunnen spelen, staat nog helemaal open. Maar dat het tot aanzienlijke bijstelling moet voeren van het vigerend bedrijfsmodel, in ieder geval voor de controle van 'systemic' instellingen, daar heb ik nooit een geheim van gemaakt.

Het volgende woord/oordeel is aan de Kamer en, als dat onvoldoende vertrouwenwekkend is, aan de markten. We hebben er nu nog niet zo'n last van en denken dat we kunnen wegkomen met wat pappen en nathouden. Maar vergeet het maar. Vooral wanneer ook de rekeningen van die ander bailouts ons via de Europese Centrale Bank en andere EU-constructies worden gepresenteerd.

Maar tegen die tijd hebben we misschien weer een andere minister van Financiën.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jules Muis verliet in 1995 het openbare accountantsberoep en was vervolgens vice president en controller van de Wereldbank en directeur-generaal en chief internal auditor van de Europese Commissie. Van 2014 tot eind 2020 was hij lid van de Public Interest Oversight Board (PIOB). Muis was van oktober 2012 tot oktober 2015 ook lid van de Board of Auditors van het European Stability Mechanism (ESM). Jules Muis schrijft op persoonlijke titel.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.