Liever geen protocollaire polonaise
Zo heeft Piet Hein de Zilvervloot ook niet binnengehaald, zou mijn moeder bij leven gezegd hebben, de beroepsactualiteit van vandaag samenvattend.
En ik zou daarop geantwoord hebben dat met een naam als Muis je voorzichtig moet zijn waar je om vraagt. Wij muizen hebben een ingebakken belang de kat wel op het spek gebonden te zien. Het houdt ze van de tafel, het houdt ze van de straat.
Toen ik veertig jaar geleden voor het eerst met de onafhankelijkheidsvoorschriften van een big eight-kantoor werd geconfronteerd, heb ik ten praktische principale - eerder dan uit moreel principe -besloten dat ik aan mijn hoofd geen protocollaire polonaise, ieder jaar weer, wilde hebben. En dus geen investeringen te doen in waardepapieren van genoteerde fondsen, full stop.
Een gedragslijn die ik onverplicht maar oh so happy day heb voorgezet in mijn functies bij de Wereldbank en de Europese Commissie.
En, om heel andere redenen, ook sinds mijn pensionering in 2004: als je een implosie van het financieel systeem voorziet, kun je beter je kruit nathouden bij een bank die te groot is om om te vallen.
De prijs van deze extreme voorzichtigheidspolitiek ligt ergens tussen een onbehoorlijk gemiste kans en een behoorlijk gemist verlies, afhankelijk van timing, timing, timing.
Ik gun anderen graag de bewegingsvrijheid, zolang ze de rest van de wereld niet voor de voeten lopen. Maar de waarde van deze investeringsoptie-abstinentie is er een van permanente gemoedsrust en onbetaalbaar, tegen de achtergrond van een per definitie bevoorrechte job (professioneel en pecuniair).
En dan hoef je ook nooit te klagen over de 'compliance-dictatuur' die binnen de grote kantoren heerst.
De keus op het spek gebonden te zijn, is geheel des Katzen. Deze Muis kiest voor bewegingsvrijheid. Dat vermijdt ook dat ie nog eens tegen zijn eigen staartje aanloopt.