Opinie

Laat gebruikers materialiteit bepalen

ESMA, de Europese toezichthouder op de effectenmarkten, consulteert over materialiteit. Een goed moment om te kijken of we niet veel fundamenteler kunnen kijken naar het gebrek aan duidelijkheid rondom materialiteit.

Eerst een eenvoudige definitie: Materieel is de informatie die de beslissing van een gebruiker zou kunnen beïnvloeden. In de woorden van de International Standard Board: Omissions or misstatements of items are material if they could, individually or collectively, influence the economic decisions that users make on the basis of the financial statements.

De materialiteit bepaalt daarmee dus de scherpte van de foto. Als de materialiteit laag is, worden meer details duidelijk, maar bestaat ook het risico dat deze details gaan afleiden. Net zo als een andere diafragmawaarde bij het maken van een foto van een auto of een topmodel in designkleding ertoe kan leiden dat meer of minder details scherp zijn. En soms is het juist gewenst dat alleen het model of de auto scherp zijn, en moet de achtergrond vervagen. 

Principieel is er geen verschil tussen verslaggevingsmaterialiteit en controlematerialiteit. Feitelijk zouden het management en de accountant dus hetzelfde uitgangspunt moeten gebruiken bij het opstellen en het controleren van de jaarrekening. Als je daar vooraf over communiceert kan dat discussies achteraf voorkomen. 

Laten we even bij dat beeld van de foto blijven. Gebruikers vragen om een foto van de onderneming. Deze foto willen ze gebruiken om een beeld te krijgen waarop ze hun beslissingen willen nemen. Waarom vragen we de gebruiker dan ook niet om aan te geven hoeveel detail nodig is? 

Anders gezegd waarom bepalen gebruikers, bijvoorbeeld de raad van commissarissen en aandeelhoudersvergadering of de gemeenteraad, die toch al de opdrachtgever zijn van de accountant, niet de in hun optiek relevante materialiteit? 

Die kan dan gewoon in de opdrachtbevestiging staan, en dan hoeven management en accountant niet te interpreteren wat de gebruikers belangrijk vinden. De materialiteit kan dan ook gewoon als uitgangspunt in de jaarrekening worden toegelicht. 

Wat het management en de accountant nog wel moeten doen is toetsen of de gestelde materialiteit in hun optiek niet te hoog is voor andere gebruikers die niet direct betrokken zijn bij het verstrekken van de opdracht. Het mag niet zo zijn dat de opdrachtgever een te hoge materialiteit kiest en daarmee de belangen van andere gebruikers van de jaarrekening schaadt. 

Bij een eventuele afwijking naar beneden zouden accountants daar transparant over moeten rapporteren. Hetzelfde geldt bij een tussentijdse verlaging. 

Dit is een veel betere oplossing dan achteraf in de accountantsverklaring vermelden wat de materialiteit is geweest. Wat moet gebruikers daarmee, als ze op een redelijke wijze concluderen dat die materialiteit in hun ogen te laag is? 

Hiermee halen we veel van de magie weg rondom materialiteit en maken het wat het eigenlijk ook is: een toetsingsnorm bij het opstellen, samenstellen of controleren van een jaarrekening.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jan Thijs Drupsteen is hoofd Vaktechniek bij de NBA en secretaris van het Adviescollege voor Beroepsreglementering. Hij schrijft op persoonlijke titel.

Gerelateerd

11 reacties

Jan Thijs Drupsteen

Arnout, Ik baseer met o.a. op het persbericht van de AFM: AFM streeft naar meer duidelijkheid over toepassing ‘materialiteit’ in jaarrekening (Te vinden op deze site) maar ook op de vragen van ESMA. Jan Thijs

Arnout van Kempen

Jan Thijs, Gevoelsmatig ga ik met je mee, maar ik zat me af te vragen of dit nu feitelijk zo is, of een voorbeeld van de elders besproken intuitie: waaruit bljkt dat het maatschappelijk verkeer de huidige benadering (die imho géén black box is) niet meer accepteert?

Jan Thijs Drupsteen

Allen bedankt voor de reacties! Ik ben het met Arnout eens dat de vergelijking over de maximumsnelheid mank gaat. Mijn voorstel is namelijk om de gene ten behoeve van wie de onderneming zich verantwoord mee te laten denken over de materialiteit, Dat er meer gebruikers zijn dan alleen de aandeelhouders klopt, en daarom geef ik ook aan dat de accountant en het management hier rekening mee moet houden. Dat neemt niet weg dat de aandeelhouders een belangrijke plaats innemen en de accountant ook benoemen. Het voordeel van mijn aanpak is volgens mij dat een belangrijke gebruiker vooraf betrokken is bij het bepalen van de materialiteit. Dat deze gebruiker niet precies weet wat zij als materieel ervaren en dat de accountant en het management een belangrijke rol hebben om in gesprekken te helpen bij het bepalen van de materialiteit geloof ik best. Dat neemt niet weg dat het maatschappelijk verkeer een black box benadering niet meer lijkt te accepteren. Het is dan volgens mij beter om vooraf een gesprek te hebben over de materialiteit dan om achteraf tijdens de AVA het verwijt te krijgen dat de gebruikte materialiteit te hoog is. Of dit idee al dan niet praktisch is laat ik graag aan de praktijk. Jan Thijs

Elly Stroo Cloeck

Dit is een hele leuke discussie! Daar kan vast wel een round table, of een artikel in het FD aan worden gewijd. Naar mijn bescheiden mening is het goed dat we een algemeen geaccepteerd niveau van materialiteit hebben, het zou voor de generieke gebruiker een duidelijke uitgangspunt moeten zijn. De cijfers van de ene onderneming zijn niet betrouwbaarder dan die van de andere onderneming. Daarnaast zullen er ongetwijfeld specifieke gebruikers zijn die andere eisen stellen: wellicht een hogere betrouwbaarheid / lagere materialiteit, voor de hele jaarrekening of alleen voor bepaalde posten, of meer zekerheid over potentiele fraudes. Naast het duidelijke, gelegitimeerde belang dat een specifieke gebruiker bij de extra zekerheid moet hebben, lijkt het me dat de extra kosten die dat dan met zich mee zal brengen, ook door die gebruiker gedragen moet worden. Wellicht is er een onderneming die zich nu vrijwillig opwerpt als pilot voor 2012? Het NBA?

Arnout van Kempen

De realiteit is dat automobilisten inderdaad zelf de in hun optiek relevante maximum snelheid. Maar de vergelijking gaat niet op. Pas als de RvB zelf de materialiteit zou bepalen, niet de gebruiker, zou de vergelijking opgaan. Het past juist, theoretisch, exact in de betekenis van het materialiteitsbegrip dat de gebruikers bepalen waar de grens ligt. Het probleem met het voorstel van Jan Thijs ligt niet bij de theoretische juistheid van zijn betoog, die is evident. Het probleem is nu juist het probleem dat het beroep al heeft sinds het idee van "materialiteit" is bedacht: hoe krijg je in beeld wat de gebruikers echt als grens hanteren? Ten eerste weet de gebruiker dat zelf waarschijnlijk niet. Ik vind het wat dat betreft eerlijk gezegd wat naïef te denken dat een gemeenteraad of een RvC daarover een zinvolle uitspraak kan doen. Als ik me niet vergis schrijft prof. Prast al tijden over het verschil tussen wat mensen denken dat ze denken, en wat ze echt denken. In ieder geval zijn er velen die over dat onderwerp geschreven hebben, met als steeds terugkerend feit: mensen beweren dat ze A belangrijk vinden, maar handelen op een manier waaruit blijkt dat ze B belangrijk vinden. Kortom, aan de gebruiker vragen wat de gebruiker wil, lijkt wat hopeloos. Ten tweede kennen we de gebruikers grotendeels gewoon niet. Zeker in het quasi-rijnlandse model dat Nederland kent, is het echt raar om te doen alsof de AVA of de RvC de enige/belangrijkste/doorslaggevende gebruiker van de jaarrekening is. Ook dat signaleert Jan Thijs, alleen trekt hij de enig mogelijke conclusie niet, dat doet "Pieter". Het blijft de accountant die de materialiteit vaststelt. Dat betekent dat, per saldo, het voorstel van Jan Thijs zich laat lezen als een nog eens onder de aandacht brengen van de theorie rond materialiteit, met een volstrekt theoretische uitwerking van hoe die te bepalen zou zijn. Is dat nutteloos? Zeker niet. Accountants zouden zich bijzonder goed moeten realiseren dat de door hen vastgestelde materialiteitsgrens in feite de grens zou moeten zijn die door de gebruikers wordt bepaald. Als denkkader is het verhaal van Jan Thijs dus, naar mijn mening, essentieel. Als praktisch idee niet, maar dat hoeft ook niet. Laat voor het praktische gebruik vooral veel afstudeerders scripties schrijven over de vraag "welke materialiteitsgrens hanteert gebruiker X in situatie Y?" en laten accountants gebruik maken van die, wetenschappelijk verantwoord vergaarde, kennis.

Harry Mock RA

Quote : ""Anders gezegd waarom bepalen gebruikers, bijvoorbeeld de raad van commissarissen en aandeelhoudersvergadering of de gemeenteraad, die toch al de opdrachtgever zijn van de accountant, niet de in hun optiek relevante materialiteit?"" En waarom bepalen de automobilisten niet de in hun optiek relevante maximumsnelheid ?

Webredactie

De webredactie dringt er op aan om, tenzij men om goede redenen anoniem wil blijven, bij reacties zowel voor- als achternaam te vermelden. Dit zowel vanwege de openheid van de discussie als om verwarring over de identiteit van personen te voorkomen.

Pieter

Wat het management en de accountant nog wel moeten doen is toetsen of de gestelde materialiteit in hun optiek niet te hoog is voor andere gebruikers die niet direct betrokken zijn bij het verstrekken van de opdracht. Met andere woorden: de accountant blijft de materialiteit bepalen...

Jan Thijs Drupsteen

AT: Jan, Het concept kan voor de jaarrekening in totaal, maar ook voor een individuele post gelden. Dit is iets wat ook nu al voorkomt in de controle. Bepaalde posten hebben een lagere materialiteit dan andere. Dit heeft dan vaak met kwalitatieve effecten te maken. Of dit moet leiden tot een materialiteit per post zien we later wel. Dat is m.i. afhankelijk van de gebruiker. AT:Jurgen, Ik zie niet precies waarom dit idee een verhoogd risico voor de opstellers zou opleveren. Ook nu moet een (kwaadwillende) gebruiker een beeld krijgen uit de jaarrekening. Of begrijp ik het verkeerd? Jan Thijs

Jurgen van der Vlugt

AT:Jan, Door/met XBRL kunnen we toch juist de vergelijkbaarheid terugbrengen, als we de materialiteit per post als bandbreedte kunnen opvatten/weergeven ..? En inderdaad, het brengt 100% transparantie in beeld. Maar welke orgaisatie wil 'de hele boekhouding' op straat... Per post materialiteit weergeven, geeft ook vrij nauwkeurige indicatie van kwaliteit AO/IC ... ;-( En de goeien zullen als eerste met de billen bloot moeten (je zal maar ZP'er zijn -- persoonlijke financiën. ook lastig voor rijke DGA's denk kidnapgevaar) terwijl de kwaadwillenden en overgrote organisaties vast wel weten hoe ze het systeem moeten 'riggen'. Mijn negativisme is niet dat maar realisme ...(!?)

Jan Pasmooij

Jan Thijs, Interessante stelling. Ik neem aan dat je spreekt over de overall materialiteit of betekent dit in jouw optiek ook de mogelijkheid van een materialiteit per post? In het laatste geval betekent dit dat de accountant in zijn controleverklaring zal moeten aangeven welke posten wel of niet aan de gestelde normen (inclusief materialiteit) voldoen. Als de keuze valt op per post zijn wij al aardig op weg naar een vorm van Data Level Assurance in plaats van Report Level Assurance (beeldverklaring). Lost gelijk het vraagstuk van het ‘getrouwe beeld’ op bij jaarrekeningen in XBRL / SBR formaat. Het betekent in mijn opnie ook dat wij meer naar maatwerk gaan. Vraagt in het maatschappelijk verkeer wel goede lezers om op basis van de afgegeven verklaring de juiste conclusie te trekken. De onderlinge vergelijkbaarheid van jaarrekeningen met hun controleverklaringen kan daardoor afnemen. Maar door maatwerk kunnen wij wel meer tegemoet komen aan de wensen van belanghebbenden. Ben benieuwd naar andere reactie. Jan Pasmooij

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.