Opinie

Flikken en boekhouders: over de kwaliteit en integriteit van schriftelijke bronnen

Zo heb ik maar even kortweg het fantastische hoofdstuk 'Cops and Auditors. The Rhetoric of Records' van John van Maanen en Brian Pentland vertaald. (1) Waarom fantastisch? Omdat de auteurs een verklaringsmodel ontwikkelen voor de wijze waarop zowel binnen de politie als binnen de accountancy geschreven bronnen tot stand komen.

Zowel de politie als de accountancy produceren dag in dag uit (controle)rapporten, dossiers, (gesprek)verslagen, processen-verbaal en jaarrekeningen. Hiervoor bestaan (wettelijke) voorschriften en zijn binnen beide beroepsgroepen methoden en technieken ontwikkeld. De productie van geschreven bronnen voldoet daardoor aan hoge, vaak wettelijk verplichte, vorm- en inhoudvereisten. 

Hierdoor bestaat een beeld van objectieve, neutrale en bovenal rationele verslaglegging: onderliggende feiten worden waardevrij en professioneel weergegeven in schriftelijke bronnen. Als u dit gelooft, gelooft u alles. Dat is kortweg de essentie van het verklaringsmodel. 

Organisatorische bronnen en schriftelijke producten geven niet simpelweg een weergave van gebeurtenissen, maar zijn interpretaties daarvan en uiteindelijk gericht op eigenbelang van de organisatie. Dat uit zich in het feit dat schriftelijke producten worden geschreven met in het achterhoofd het publiek dat men wil overtuigen. Men schrijft niet uitsluitend volgens de wettelijke voorschriften, maar om het gewenste effect te bereiken. 

De scheidslijn tussen de vaktechnische vereisten en retorische technieken is feitelijk dun. Alle geschreven bronnen veronderstellen een publiek en worden (on)bewust geschreven voor dat publiek. 

De verbalisant volgt de regels van strafrecht en strafvordering, maar doet dat zodanig dat zijn leidinggevende (publiek), vervolgens de officier van Justitie (publiek) en uiteindelijk de rechter (publiek) overtuigt raakt van datgene wat is geschreven.2

Accountants werken veelal solo in een team aan onderdelen van een controle van de administratie. Assistent-accountants en junior-accountants rapporteren aan senior-accountants (publiek) en deze op hun beurt aan partners van de accountancy maatschap (publiek) die uiteindelijk rapporteert aan de cliënt (publiek). 

Op incidenteel zaakniveau zijn zowel politiefunctionarissen als accountants, maar ook de samenleving als geheel - zich natuurlijk bewust van het feit dat geschreven bronnen niet altijd een neutrale weergave vormen van de feiten. 

Op de website van de SMPV staat een voordracht van de advocaat/hoogleraar Geert-Jan Knoops, uitgesproken ter gelegenheid van de uitreiking van de SMVP-Publicatieprijs aan Peter van Koppen, over gerechtelijke dwalingen. Deze beginnen altijd met een of meer schriftelijke bronnen waarvan later blijkt dat sprake is geweest van tunnelvisie, niet opnemen van ontlastend bewijs, niet nalopen van sporen naar mogelijk andere daders of fabricatie van bewijs (geurproeven door speurhonden). 

Over accountants kunnen we in dit verband kort zijn. Sinds de eeuwwisseling is (inter)nationaal sprake van tientallen boekhoudschandalen. Keer op keer wordt gewezen op het feit dat accountantsrapporten niet, te weinig of te laat ook maar bij benadering een correcte weergave van de feitelijke gang van zaken binnen ondernemingen weergeven. 

Het schrijven voor een publiek is hier natuurlijk veel sterker aanwezig: de ondernemer is opdrachtgever van de accountant. Er zijn honderden cartoons over het meebuigen van accountants. Op een daarvan vraagt een opdrachtgever "hoeveel is twee plus twee"? De accountant antwoordt "hoeveel wilt u dat het is"?

Van Maanen en Pentland zetten wetenschappelijk onderzoek naar geschreven politiebronnen op een rijtje en concluderen dat hieruit blijkt dat de ‘accuratesse' daarvan nogal eens te wensen over laat. Omdat rapporten ‘after the facts' worden geschreven, wordt in voorkomende gevallen een gebeurtenis ‘aangepast' aan de wettelijke en organisatorische procedures (‘witgewassen') of wordt selectief omgegaan met (ontlastend) bewijs. 

Ook wordt gewezen op het interpreteren van interne bronnen dusdanig dat deze een positieve functie hebben in bijvoorbeeld misdaadstatistieken of wijk- en buurtscans. Dan wordt creatief omgegaan met bronnen om een gunstig beeld van de organisatie, de wijk, een stad of een burgemeester te creëren.

Het hoofdstuk is dunkt mij ook breder toepasbaar. Ook in de wetenschap bijvoorbeeld. Ook ik probeer in een column, een artikel of een college te ‘overtuigen'. Ik schrijf niet alleen voor mezelf - alhoewel dat ook in zichzelf een zekere voldoening geeft - maar voor u. Ik structureer deze column op een bepaalde manier, gebruik materiaal dat past in mijn doelstelling en laat wetenschappelijk materiaal dat afbreuk zou doen aan mijn betoog wellicht achterwege. Ik structureer woorden, alinea's en argumentaties om mijn publiek te verleiden ‘mijn' interpretatie te accepteren. Of, in het minste geval waarschijnlijk te achten. Maar mijn verhaal is ‘slechts' van mij en één onder meerdere verhalen.

Dat laatste is ook mijn boodschap als ik het hoofdstuk gebruik in colleges aan de Politieacademie en op Nyenrode waar ik aan accountants en controllers doceer. 

Binnen de accountancy is naar aanleiding van de boekhoudschandalen (verplichte) aandacht voor het leerstuk professioneel scepticisme. De nadruk wordt gelegd op het niet langer klakkeloos aanvaarden van geschreven bronnen maar (zelf)kritisch doorvragen. Niet alles is wat het lijkt te zijn. 

Hetzelfde zien we binnen de rechtshandhaving, waarin het leerstuk van de tegenspraak ingang heeft gevonden. Flikken en boekhouders zijn het aan hun professionele stand verplicht een kritische grondhouding te hebben. 

Noten
(1) In Sitkin, S. and R.Bies (eds.), The legalistic Organization. Newbury Park, Ca: sage: 1993 pp. 53-90.
(2) Zie ook: A.C. 't Hart, Strafrecht: de macht van een verhaalstructuur, in: E. André de la Porte e.a. (red.), Bij deze stand van zaken, Gouda Quint, Arnhem (1993)

Deze bijdrage is tevens geplaatst als column op de website van de Stichting Maatschappij Veiligheid en Politie.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Bob Hoogenboom is hoogleraar forensic business studies Nyenrode en veiligheidsvraagstukken aan de Vrije Universiteit.

7 reacties

Peter van Diepen

Beste Bob, Je schrijft: “Zowel de politie als de accountancy produceren dag in dag uit (controle)rapporten, dossiers, (gesprek)verslagen, processen-verbaal en jaarrekeningen. Hiervoor bestaan (wettelijke) voorschriften en zijn binnen beide beroepsgroepen methoden en technieken ontwikkeld. De productie van geschreven bronnen voldoet daardoor aan hoge, vaak wettelijk verplichte, vorm- en inhoudvereisten. Hierdoor bestaat een beeld van objectieve, neutrale en bovenal rationele verslaglegging: onderliggende feiten worden waardevrij en professioneel weergegeven in schriftelijke bronnen. Als u dit gelooft, gelooft u alles. Dat is kortweg de essentie van het verklaringsmodel “ Voor de duidelijkheid: Met het verklaringen model wordt in dit geval bedoeld het model voor de wijze waarop zowel binnen de politie als binnen de accountancy geschreven bronnen tot stand komen. Als dit beeld van objectieve, neutrale en bovenal rationele verslaglegging ook geldt voor het gerechtelijk apparaat waarin officieren van justitie en rechters functioneren, hoe is dit dan te rijmen met Nederlandse verankering in de wet dat de magistratuur (zowel zittend [de rechter] als staand [de officier van justitie]) objectief en onafhankelijk is. Als hier ook de opmerking past: als u dit gelooft, gelooft u alles, mogen we wel eens anders hier tegen aan gaan kijken (voor zover dat al niet gebeurt).

Paul Stoele

Inderdaad, Arnout, behoeven wij - en zeker niet op deze plaats - een hele discussie te voeren over het strafrecht in Nederland. Waar ik van schrok en waar ik dus op reageerde was het door jou gemaakte verschil in dramatiek voor een rechtsstaat. Immers. In beide situatie is sprake van een dramatische fout, die voor een rechtsstaat, waarvan 'rechtsgelijkheid'een belangrijk element is, even zwaar weegt [of op zijn minst behoort te wegen]. Overigens was dus het laatstgenoemde voor mij aanleiding om te attenderen op de eenzijdigheid in het betoog van de door mij hooggeachte mr. Knoops.

Arnout van Kempen

Zonder nu een hele discussie overr strafrecht te willen beginnen: het strafrecht gaat niet over een evenwichtige behandeling tussen slachtoffer en dader, het strafrecht gaat tussen overheid en dader. Het slachtoffer is in het strafrecht volmaakt ondergeschikt. Dat de laatste tijd wat kleine elementen zijn toegevoegd die een civiel karakter hebben of die vooral cosmetisch zijn, doet daar niets aan af.

Paul Stoele

Sorry Arnout, Nu lijk je mij toch een enigszins te beperkt beeld van de idee "rechtsstaat" te demonstreren. Neem, bijvoorbeeld, deze omschrijving die ik aantrof op Wikipedia (maar die overeenkomt met de uitwerking in "Inleiding Constitutioneel Recht" van prof. Bovend'Eert): De rechtsstaatgedachte wil willekeur voorkomen en rechtszekerheid en rechtsgelijkheid bevorderen. Welnu, dan gaat het bepaaldelijk te ver om de positie van slachtoffers of hun nabestaanden ondergeschikt te achten aan die van daders. Beide catgorieën betreffen burgers met gelijke rechten en plichten. Anders gezegd: voor slachtoffers of hun nabestaanden - en dus voor een zichzelf respecterende rechtsstaat - is het (onterecht) vrijuit gaan van een dader even dramatisch. Waar is dat in (pakweg) de laatste 40 jaar meer oog is geweest voor daders dan voor slachtofeers of nabestaanden, maar dat wil niet zeggen dat er dus verschil is in belangen [dan wel: verschil mag zijn]. Om de discussie zuiver te houden en omdat vergelijkingen meestal mank gaan, ga ik even niet in op de door jou gemaakte vergelijking inzake verklaringen.

Willem D. Okkerse CEO OK-Rating Institute

Arnout, Met een bullet opmerking erachter Je schrijft : Vergelijk de ten onrechte afkeurende verklaring met de ten onrechte goedkeurende verklaring. Voor de gecontroleerde is de eerste een probleem (dus NIET VOOR DE ACCOUNTANT????) Voor de maatschappij veeleer de tweede (maar dat weet de accountant (nog) niet In dat kader van een "ten onrechte goedkeurende" verklaring verwijs ik je graag naar mijn bijdrage in de Financiële Telegraaf van dinsdag : www.telegraaf.nl/dft/goeroes/willemokkerse/11606667/__Een_Griekenlandje_per_jaar__.html De bestaande rating organisatie (dus ook de accountants van de onderliggende bedrijven via hun ten onrechte goedkeurende verklaringen) hebben in de afgelopen twintig jaar door een verkeerde rating slechts 4500 miljard dollar aan maatschappelijk verlies gekost. Een klein Griekenlandje per jaar. Er valt nog wat te verdienen.....

Arnout van Kempen

Het is daarbij wel goed te bedenken dat het strafrecht, net als de audit, zich (terecht!) richt op het beta-risico. Een onterechte vrijspraak is vervelend voor slachtoffers, maar voor de rechtstaat minder dramatisch. Een onterechte veroordeling is voor de rechtstaat wel dramatisch. Vergelijk met de ten onrechte afkeurende verklaring met de ten onrechte goedkeurende verklaring. Voor de gecontroleerde is de eerste een probleem, voor de maatschappij veeleer de tweede.

Paul Stoele

Met grote interesse (en instemming) heb ik kennis genomen van deze column. Het gaat inderdaad om 'waarnemen' en de vertaling van het waargenomene door iemand, die nooit geheel waardevrij is en ook altijd (door van alles en nog wat) beïnvloed wordt. Overigens spreekt m.i. uit de voordracht van mr. Knoops een duidelijke 'tunnelvisie' (naast een warm pleidooi voor zijn kantoor), omdat hij slechts een deel van de missers bespreekt. Voor onterechte vrijspraak schijnt hij geen oog te hebben. Hierbij zouden slachtoffers of hun nabestaanden dezelfde rechten en faciliteiten moeten krijgen als door mr. Knoops bepleit.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.