Ze bestaan nog, gelukkig
Toen eind 2006 de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta) van kracht werd, vroeg ieder zichzelf respecterend accountantskantoor een vergunning aan. En als je in het 'linkerrijtje' wilde meedoen, werd het zelfs een oob-vergunning.
In die tijd ontstonden er allerlei spookverhalen over kosten van het verkrijgen én behouden van de vergunning. Met slechts enkele opdrachten zou het hebben van een vergunning nooit uit kunnen. Veel kantoren trokken hun aanvraag weer in.
Van de week was ik bij een kantoor dat eind 2006 het traject was ingegaan om een vergunning aan te vragen. Ook zij hebben net als menig ander kantoor hun aanvraag weer ingetrokken. Jammer van de entree fee, maar op dat moment mogelijk wel verstandig.
We zijn nu ruim zes jaar ná het in werking treden van de Wta en het bewuste kantoor heeft besloten alsnog de vergunning aan te vragen. Ze hebben slechts enkele (potentiële) wettelijke controles, maar achten zich in staat om deze te kunnen uitvoeren.
Ik hoor u denken: Waarom zou het aanvragen van een vergunning nu wel een goede zet zijn van dit kantoor? Eerlijk gezegd weet ik dat ook niet. Uit het gesprek dat ik met het kantoor had bleek wel dat ze er goed over hadden nagedacht en bereid zijn om te investeren in tijd en kwaliteit om het tot een succes te maken. Al dan niet met (tijdelijke) externe ondersteuning.
De bereidheid om te investeren moet er zijn, want in de eerste jaren zal het niet altijd even efficiënt gaan. Toch is dit een uitgelezen mogelijkheid om het in één keer goed op te zetten.
Dit kantoor had hier goed rekening mee gehouden door in hoge mate gebruik te maken van geautomatiseerde toepassingen. Mooi om te zien.
Het mooiste vond ik nog wel het enthousiasme waarmee over het vak en het bedienen van hun klanten werd gesproken (#mooistevak, dacht ik nog). Ze wilden in hun kwaliteitstelsel niet 'roomser zijn dan de Paus', maar ik constateerde dat ze zichzelf toch meer verplichtingen oplegden dan volgens de regelgeving formeel noodzakelijk was. De tijd zal leren wat werkbaar is.
We hebben niet gesproken over het maatschappelijk verkeer en de rol van de accountant hierin. Ook niet over PKI, verplicht rouleren of scheiding van controle en advies. Het speelde hier geen bewuste rol. Maar tussen de regels door proefde je hoe dit kantoor het toch als bagage meeneemt in haar werkzaamheden.
Enerzijds een goede zaak. Anderzijds vraag ik me wel eens af of menig mkb-kantoor de regelgeving niet eerder als last dan als een lust ervaart. Zie bijvoorbeeld ook de blog van Albert Fieret.
Hoe dan ook, dit kantoor ziet de toegevoegde waarde wél, is bereid te investeren in kwaliteit en vraagt alsnog een Wta-vergunning aan. Ze bestaan nog, gelukkig.
Gerelateerd
Britse accountant krijgt 20 jaar beroepsverbod wegens valse handtekeningen
Een oud-BDO-accountant heeft van de Britse toezichthouder een beroepsverbod van twintig jaar gekregen, voor het vervalsen van elektronische handtekeningen en het...
AFM: Accountantskantoren lopen risico's rondom integriteit, digitalisering, duurzaamheid en fraude
Integriteitsincidenten bij meerdere accountantsorganisaties, zoals examenfraude, raken aan de integriteit van accountants. Ook thema's als de krappe arbeidsmarkt,...
IFIAR gaat inspecties van toezichthouders vier jaar lang meten
Het International Forum of Independent Audit Regulators (IFIAR), de wereldwijde organisatie van toezichthouders op het accountantsberoep, wil de kwaliteit van audits...
Toezicht op CSRD-assurance: een pleidooi voor systeemtoezicht
Het bevorderen en handhaven van de kwaliteit van niet-financiële audits hangt niet alleen af van regelgeving, maar ook van een toezichtmodel dat samenwerking, vertrouwen...
Accountants hebben nieuwe toezichthouder bij AFM
Arnold Pureveen is met ingang van 16 september gestart als afdelingshoofd Kwaliteit Accountantscontrole & Verslaggeving (KAV) bij de Autoriteit Financiële Markten...