Unieke uitspraak Q-Park vraagt om duidelijkheid
De Accountantskamer sprak zich op 12 november 2012 uit over een klacht over de goedkeurende verklaring van E&Y bij het jaarverslag van parkeerdienstverlener Q-Park. De klacht richtte zich tegen de verantwoording van door Q-Park zelf geëxploiteerde parkeergarages als vastgoedbelegging.
Friso Hylkema
Dit is in de bedrijfstak wereldwijd uniek: zulk (parkeer)vastgoed wordt conform de feitelijke situatie verantwoord als vastgoed voor eigen gebruik. De Accountantskamer heeft de klacht op alle onderdelen ongegrond verklaard.
Door deze uitspraak ontstaat helaas onduidelijkheid of een dergelijke voorstelling van zaken ook voor andere dienstverlenende bedrijven is weggelegd. Mogen hotelexploitanten zich nu vastgoedbelegger noemen? Mogen Regus-achtige bedrijven, die kantoorruimte aanhuren en onderverhuren, die gebouwen als vastgoedbelegging op de balans zetten?
De Accountantskamer geeft klaagster namelijk inhoudelijk gelijk door te stellen: 'Aan klaagster kan worden toegegeven dat het door [...] in de jaarrekeningen van [...] opnemen van de door haar geëxploiteerde parkeervoorzieningen als vastgoedbeleggingen [...] op het eerste gezicht minder voor de hand lijkt te liggen, en wellicht heeft de regelgever [...] dit niet voor ogen gehad.'
De Accountantskamer stelt eveneens 'dat naar haar oordeel de in IAS40 verwoorde regels niet voor eenduidige interpretatie vatbaar zijn en dat zij [...] moet constateren dat er geen relevante jurisprudentie voorhanden is die dwingend tot de door klaagster voorgestane interpretatie noopt'.
Dit komt innerlijk tegenstrijdig voor. Er lijkt te staan: het is een beetje vreemd, eigenlijk kan het niet, maar de regels zijn niet helder, de ondernemingsleiding heeft een keuze gemaakt, de accountant is zich daarvan bewust, heeft de zaak beoordeeld en onderschrijft de keuze.
De uitspraak is echter ook een vaktechnische aanwijzing die de beroepsgroep zich ter harte moet nemen.
Duidelijkheid over onder meer de onderstaande vraagstukken is gewenst, nu zelfs de Accountantskamer zichzelf afvraagt wat de regelgever bij de totstandkoming voor ogen had.
Vragen als: Is een parkeerovereenkomst van hoogstens enkele uren wel een Lease zoals bedoeld in IAS17/IFRIC4? En wat vormt eigenlijk de basis voor IAS40-verslaglegging?
Een jaarrekening dient namelijk voor alles een getrouw beeld te geven van resultaat, vermogen, liquiditeit en solvabiliteit.
De Accountantskamer is van mening dat het ontbreken van een meer uitvoerige toelichting over het classificatievraagstuk niet is aan te merken als een afwijking van materieel belang, gezien het beperkte belang daarvan voor de oordeelsvorming van lezers van de desbetreffende jaarrekeningen.
Nu de interpretatie niet voor eenduidige uitleg vatbaar is, is transparantie in de motivering van een verslagleggingskeuze van eminent belang.
Het is evident dat dienstverlenende bedrijven anders gewaardeerd worden dan vastgoedbeleggingsfondsen. Dat maakt een wezenlijk verschil voor beleggers die een belegging op zijn investeringsmerites moeten beoordelen. Juist in hun belang verdient een getrouw beeld absolute voorrang.
Aan de voorzitter van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) de schone taak om door middel van het instellen van een hoger beroep de gewenste duidelijkheid te verschaffen in deze principiële kwestie.
Friso Hylkema is bestuurder van InPublic, dienstverlener in parkeerexploitatie en toezicht in het publieke domein.