Bericht van een oud-voorzitter
Vandaag tijdens de Algemene Ledenvergadering nam ik afscheid van vier jaar (plaatsvervangend-) voorzitterschap. Het waren vier intense jaren met hoogte- maar ook dieptepunten.
Mijn eerste jaar als plaatsvervangend voorzitter werd met name gekenmerkt door de fusiebesprekingen tussen NIVRA en NOvAA en hoe we de NBA zouden gaan vormgeven. Het is goed te zien dat de fusie geruisloos is verlopen en nu ook wettelijk is afgerond.
In de jaren 2010-2012 kwam het beroep in negatieve zin in het volle licht van de publiciteit te staan. Ik weet nog dat ik begin 2010 op deze site schreef dat het beroep zich zou moeten focussen op het nemen van verantwoordelijkheid en innovatie. Ik wist toen nog niet wat dat zou gaan betekenen maar de beroepsorganisatie heeft dat wel met volle inzet gedaan en doet dat nog steeds.
Het Plan van Aanpak werd geboren, professionele scepsis werd PKI, we moesten allemaal op cursus, het beroep ging Publieke Management Letters uitbrengen en last but not least kwam er een Code Accountantsorganisaties a la de Code Banken. En dat zijn slechts enkele van de vele initiatieven die werden genomen om te laten zien dat de beroepsgroep haar verantwoordelijkheid nam.
Tegelijkertijd werden de bureaus van NIVRA en NOvAA samengevoegd, gingen de kosten omlaag en de output omhoog met minder mensen, en waren we in staat om de contributie circa 20% omlaag te brengen.
Ook werden initiatieven genomen op het gebied van MKB, SBR, handhaving en werd er vooruit gekeken. De Accountantsdagen behoorden tot de drukst bezochte ooit. En ik heb in drie jaar honderden diploma's mogen uitreiken aan jonge collega's en die mogen toespreken over de kernwaarden van de accountant.
Waarom nu deze licht weemoedige terugblik, dat bent u toch niet van mij gewend, hoor ik u denken.
Omdat, en dat heb ik ook op de ALV gezegd, dergelijke initiatieven ook in de toekomst genomen moeten blijven worden. Het beroep zal naar mijn bescheiden mening zich moeten blijven profileren als maatschappelijk relevant door de juiste dingen te doen (verantwoordelijkheid nemen) en door te blijven luisteren naar wat de maatschappij van accountants verwacht (innovatie). Oftewel, de uitdagingen zijn eerder groter dan kleiner geworden sinds ik in januari 2010 die eerste column schreef.
Maar ook omdat een bestuur of een voorzitter zoiets niet alleen kan. En daar past dus een woord van uitzonderlijk grote dank aan de directie Anne-Marike en Berry, maar vooral aan alle mensen van het bureau die elke dag met deze uitdagingen opstaan en ermee aan de slag gaan om dit alles mogelijk te maken en u elke dag weer zo goed mogelijk van dienst te kunnen zijn.
Daarbij hoort ook een dankwoord aan mijn collega Dirk en onze medebestuursleden die de afgelopen jaren gezamenlijk de verantwoordelijkheid hebben genomen en ons altijd hebben gesteund. En vooral ook aan u, aan al diegenen die zo actief deelnemen aan de discussie op deze site, tijdens bijeenkomsten, en op de ledenvergadering. U heeft mij als voorzitter met regelmaat stevig toegesproken, uw wensen kenbaar gemaakt, en bekritiseerd. Dat is niet altijd eenvoudig maar uw engagement met het mooiste vak, zoals ik het van Pieter de Kok mag noemen, heeft mij altijd gestimuleerd. Ga daar dus mee door!
Samenvattend heb ik dus drie prachtige jaren uw voorzitter mogen zijn en dat niet alleen met heel veel plezier gedaan, maar ik heb daar ook zelf veel van geleerd. Ik ga met inbegrip van deze bagage na deze mooie periode weer wat meer tijd besteden aan het uitoefenen van het mooiste vak van openbaar accountant.
En omdat ik meermalen heb aangegeven dat ik vind dat de kantoren meer moeten deelnemen aan het maatschappelijk debat ga ik daar als nieuwe voorzitter van het toezichthoudend orgaan van PwC zelf actief invulling aan geven, onder meer door regelmatig mijn meningen op deze site te ventileren. U zult dus van mij blijven horen.
Ik wens u allen goede en rustgevende dagen.