Opinie

Nederland buitenspel bij wetgeving accountants

De (inter)nationale wetgeving rondom de hervormingen in het accountantsberoep komt weer in een stroomversnelling.

Na een eerste ronde van voorstellen voor wetgeving van eurocommissaris Barnier (oktober 2011) om forse hervormingen in het accountantsberoep door te voeren, is in Europa nu de tweede ronde gestart en worden binnenkort de definitieve voorstellen verwacht. In Nederland is het debat ook weer opgepakt en is de Eerste Kamer aan zet om de Wet op het accountantsberoep en de daaraan verbonden amendementen, zoals door de Tweede Kamer in het voorjaar aangenomen, goed te keuren. 

De koers in Europa en Nederland kan echter dramatisch uit elkaar gaan lopen, met als gevolg dat Nederland op een eiland komt. 

Diverse reacties die de afgelopen tijd naar buiten zijn gekomen onder andere die van de juridische commissie (Juri) van de Europese Commissie op de oorspronkelijke voorstellen van Barnier, lijken afstand te nemen van de oorspronkelijke plannen van de eurocommissaris. 

Vooral als het gaat om de verplichte kantoorroulatie om de zes jaar en de strikte inperking van de ruimte om adviesdiensten voor controlecliënten te verrichten. In plaats daarvan worden voorstellen gedaan voor een verplichte aanbesteding, kantoorroulatie om de 25 jaar en een lijst met verboden diensten. 

Ondertussen heeft Nederland in het voorjaar voorgesorteerd op Barniers oorspronkelijke voorstel met de amendementen van Plasterk en Van Vliet, waarin een nagenoeg honderd procent verbod op overige dienstverlening en kantoorroulatie om de acht jaar is opgenomen. 

In Nederland is nu de Eerste Kamer aan zet om de voorgestelde accountantswetgeving goed te keuren. De vraag komt op of dit verstandig is, want Nederland lijkt zich hiermee op een zijspoor te manoeuvreren. Dat is niet goed voor de positie van Nederland binnen Europa vanuit verschillende invalshoeken. 

Ten eerste versterkt dit het politieke beeld over het gebrek aan eenheid binnen Europa. Ten tweede zijn de kosten die verbonden zijn aan de uitvoering van deze regelgeving, met name als gevolg van hogere kosten verbonden aan selectie van accountants en adviseurs, slecht voor de Nederlandse concurrentiepositie. Ten slotte is het denkbaar dat Nederland, nadat de Europese regelgeving is aangenomen, weer in de pas moet lopen met Europese verordeningen zodat het slechts een politieke actie voor de bühne is. 

Wacht op Europa, was de kern van het advies van de Raad van State eerder dit jaar. 

Ook ik ben van mening dat de Eerste Kamer er goed aan doet om pas op de plaats te maken en de voorstellen in zijn huidige vorm af te wijzen. Zij moet oppassen dat wij de aansluiting met de Europese voorstellen niet gaan verliezen.

Deze opiniebijdrage is tevens gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 7 november 2012.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Barbara Majoor is hoogleraar accountancy aan Nyenrode Business Universiteit en partner bij Deloitte.

Gerelateerd

7 reacties

Arnout van Kempen

AT:Paul, dat lijkt me inderdaad utopisch. Op zichzelf moeten we de voordelen van de wettelijke regeling ook niet onderschatten. Het tuchtrecht dat, nog steeds, voor het gehele accountantsberoep geldt, is een zegen van ongekende omvang. Als dit beroep wil dat de wetgever zich zo min mogelijk met het beroep bemoeit, dan is er slechts één mogelijke weg te gaan. Dan zal het beroep, met behulp van de extreem ruime bevoegdheden die de WRA en WAA aan koninklijk NIVRA en NOvAA toekennen, de kwaliteit moeten garanderen. En dat betekent een paar zaken: - Bewaken van goed onderwijs - Bevorderen van goede beroepsuitoefening - Toezicht op de gehele beroepspraktijk - Inzet van het tuchtrecht waar nuttig, nodig en mogelijk. - Continue communicatie met alle stakeholders op een niveau dat effectief is met als resultaat dat de accountant zichtbaar, ervaren door alle stakeholders, waarde toevoegt en het aantal misslagen tot het aanvaardbare beperkt. Persoonlijk ben ik er volledig van overtuigd dat het daarnaast óók betekent: - Accountantsverklaringen die iets toevoegen (geen samenstelverklaring meer) - Accountantsverklaringen die te begrijpen zijn, zonder enorme disclaimers en zonder onbegrijpelijke termen die allen door andere accountants worden begrepen - Geen, absoluut géén rigide scheiding van controle en advies - Stoppen vanuit wantrouwen te communiceren, maar vanuit vertrouwen.

Paul Stoele

AT: Arnout Beste Arnout dank voor jouw uitstekende analyse. Het is en blijft inderdaad bevreemdend, dat de Nederlandse accountants van meet af aan gestreefd hebben naar een wettelijke basis voor het beroep en vervolgens hoogst verbaasd zijn en blijven dat dan de wetgever zich met het beroep bemoeit. Terugdraaien van alles en een uiterst beperkte regelgeving volgens de betreffende Europese richtlijn (en dan ook niet meer) bepleiten, zou een goede oplossing zijn, maar is m.i. utopisch.

Willem Gravesande

Gelukkig zijn wereldwijd alle accountancy systemen gebaseerd op kasstromen. Dat zijn de harde feiten en deze harde feiten zijn in elk accountancy systeem hetzelfde en niet te veranderen. Ook zijn rapportages gemaakt volgens de regels van elk accountancy systeem terug te rekenen naar kasstromen. Een van de lessen welke je hieruit kunt trekken is dat je dus zo onafhankelijk mogelijk moet van worden het deel van de rapportage dat afhankelijk is van de accountancy regels welke je niet onder controle hebt.

Arnout van Kempen

We de geschiedenis van het accountantsberoep bestudeert ontdekt al snel een opmerkelijk gegeven. Stap voor stap heeft het private accountantsberoep zich een cruciale positie bevochten in de economie. Vervolgens heeft het beroep zichzelf (!!) in de armen van de wetgever gestort, en heeft ze zoveel mogelijk van haar taken en verantwoordelijkheden overgedragen aan overheidspartijen. En nu de overheid het grootste deel van het accountantsberoep zelf regelt en organiseert kijkt het beroep verbaasd om zich heen om te constateren dat ze niet langer wordt gezien als private partij die waarde toevoegt voor haar klanten. Hoe lang hebben we niet gehoord over "de weeffout van het beroep"? Het was vanuit het accountantsberoep zelf dat beweerd werd dat de accountant niet betaald zou moeten worden door haar klant. Er is in de loop der jaren bijzonder veel terrein prijs gegeven, en er is vanuit het beroep zelf bijzonder veel omzin de wereld in geholpen. Wat het beroep maar niet voor elkaar kreeg, was kwaliteit garanderen. Zozeer dat de overheid zich, met tegenzin, gedwongen zag dan zelf maar toezicht te gaan houden. De wetgever stelt daarbij alleen belang in dat kleine deel van het accountantsberoep dat zich bezig houdt met de wettelijke controle (zie de ontstaansgeschiedenis van de wtra) en voor de overheid is het nauwelijks van belang dat daar een nivra, novaa of nba bij betrokken zijn (lees de wta). We zich verdiept inde geschiedenis van het accountantsberoep zal moeten constateren dat Barbara Majoor gelijk heeft, en Peter Diekman of meer, maar zal ook de retorische vraag moeten stellen: wat had je dan verwacht? Het accountantsberoep had goud in handen, en heeft het voor een belangrijk deel weg gegeven. Natuurlijk hoort de controlerend accountant te adviseren, met oog voor collisiegevaar, maar zonder rigide afgrenzingen. De accountant werkt voor degen die hem betaalt, de eigenaren van de onderneming dus. En als vertrouwensman van het maatschappelijk verkeer dient hij dat volmaakt onkreukbaar, kritisch, onafhankelijk van geest en objectief te doen. En hij moet het uit zijn hoofd laten zijn werkzaamheden als "commodity" te presenteren. Sterker, hij moet eens ophouden met al die nietszeggende engelse termen. Als individuele accountant moet hij niet met zijn hakken in het zand naar PKI-cursussen gaan, maar naar ledenvergaderingen van zijnberoepsorganisatie, om beter, strenger en meer toezicht te eisen en een aanklager die de rotte appels uit het beroep aanpakt. En die bij idiote gevallen een voorlopige voorziening vraagt in plaats van daarmee te wachten tot een hoger beroep. Maar bovenal moet hij kwaliteit leveren, en zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen EN TONEN, door te controleren, samen te stellen en al zijn werkzaamheden te verrichten in combinatie met adviezen waarmee zowel onderneming, als maatschappelik verkeer geholpen zijn. Anders gezegd hij moet stoppen wantrouwensman te zijn, en weer vertrouwensman worden. Doe dat, maak je positie echt waar, en stop met in de armen van de overheid vluchten om daar vervolgens over te klagen, en het komt allemaal prima voor elkaar.

Peter Diekman

Barbara maakt een heel goed punt. Ik ben het helemaal eens met haar pleidooi om de Nederlandse politiek te bewegen een pas op plaats te maken met de nieuwe accountantswetgeving, zeker wanneer wij te vrezen hebben dat deze nieuwe wetgeving uit de pas zal lopen met Europese wetgeving. Indien dat zo is dan zal Nederland vroeg of laat de wet opnieuw moeten aanpassen en in lijn brengen met Europese Richtlijnen. Een bijzondere reden waarom ik pleit voor een pas op de plaats is omdat ik het fundamenteel oneens ben met de rigide scheiding tussen controle en advies. Ik noemde dit gisteren op het NBA Opleidingen congres op Curaçao nog een "bizar voorstel". Mijn principiële standpunt is dat de accountant toegevoegde waarde moet leveren aan de onderneming die wordt gecontroleerd. Dit geldt zowel voor openbaar accountants als voor intern accountants. Bij elke goede controle neemt de accountant zaken waar die het waard zijn om te worden verbeterd door de cliënt. Bij elke goede controle brengt de accountant specifieke deskundigheid te berde en stelt die ten dienste van de cliënt. De scheiding van controle en advies zou alleen van toepassing moeten zijn op adviezen waarover de accountant op een later tijdstip een controleverklaring zal afgeven. Dat is de grens. Een doemscenario wordt door Nescio beschreven en hij geeft precies aan waarom ik dit een doemscenario vind. De accountant controleert en dat is het dan. Verder doet de accountant niets. Hij vergelijkt dit met de rol die de belastingdienst heeft. Die controleert ook en geeft verder geen advies. Hier komt een findamenteel verschil aan de oppervlakte, namelijk dat de belastingdienst een overheidsorgaan is en de accountant een private partij. Ja, als wij accountantscontrole zouden (willen) zien als een overheidstaak, dan heeft Nescio wellicht gelijk. Echter, ik zie dit niet als een overheidstaak, maar als een vorm van private dienstverlening die waarde aan de cliënt moet toevoegen. Natuurlijk moet de accountant blijven adviseren. Natuurlijk moet de accountant zijn waarmemingen terzake van het interne beheersingssysteem aan de ondernemingsleiding kunnen ventileren. Natuurlijk mag de ondernemingsleiding verwachten dat de accountant zijn/haar deskundigheid ter beschikking van de onderneming stelt. De relatie tussen de cliënt en de accountant is fundamenteel anders dan de relatie tussen de onderneming en de belastingdienst. Accountants, laat dus niet na om goede adviezen te blijven geven, maar stel uw grens daar waar u later weer zult controleren. Geen adviezen over zaken die contorleobject zijn of worden, maar uw natuurlijke adviesfunctie is onlosmakelijk verbonden aan uw controlefunctie.

Nescio

De argumentatie is inderdaad goed. Maar Plasterk heeft wel een punt. Het argument van kosten is natuurlijk belangrijk, maar van uitstel kan afstel komen. Ik vind het wel te vergelijken met bezuinigingen: we doen het pas als het slecht gaat maar het zou beter zijn als er overschotten zijn. Als accountant hebben we telkens meer uit te leggen en hoe makkelijk zou het zijn als we gewoon kiezen voor eenvoud in controle. Wij controleren hier de cijfers en verder niets, dat bespaart ook een hoop toezicht en discussie bij de accountantskantoren (en ook weer mensen die toezicht op de accountantskantoren moeten houden). Een wat vergaande vergelijking is die met de belastingdienst. Deze controleert ook de fiscale cijfers en geeft verder geen advies of voet adviesopdrachten uit om extra belasting opbrengsten te genereren. Ingewikkelde regels die professional judgement vereisen zijn leuk voor de beroepsbeoefenaar maar waarom houden we het niet gewoon simpel: als controlerend accountant controleer je de cijfers en verder niet. Ten aanzien van roulatie wordt het argument van toenemende kosten ook genoemd. Opvallend is het dan wel dat de kosten bij een wissel juist lijken af te nemen. Het is misschien allemaal niet heel leuk voor de klanten, maar we zijn er voor het maatschappelijk verkeer en vreemde ogen dwingen. Dat we uit de pas gaan lopen met europeese regelgeving is vervelend. Maar aan de andere kant kan ik me niet voorstellen dat een klant zou vertrekken uit nl omdat de accountantsregels hier iets anders zijn. Overigens vind ik dat dit alleen voor oob's zou moeten gelden.

robin litjens

Barbara, eens met de strekking van je verhaal. Ik zie ook op dit moment geen enkel argument waarom Nederland binnen Europa een uitzonderingspositie in zou moeten nemen. Vooral je argument ten aanzien van concurrentiepositie - specifiek dat dergelijke nieuwe regels onzekerheid met zich meebrengen wat in het huidig economisch tij niet handig is... Kleine kanttekening daarbij is dat tegenover hogere kosten selectie accountants/adviseurs natuurlijk wel baten kunnen staan - bijv. lagere kosten van de controle agv roulatie maar ook door een toename van onafhankelijk door roulatie een hogere accounting quality en daarmee een lager informatierisico met bijbehorende contracting benefits. Het is daarbij wel de vraag of kosten opwegen tegen baten.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.