Disclaimer bij strategisch management
Laat ik beginnen met een persoonlijke bekentenis. Na tientallen jaren de meesterwerken van de keien in strategisch denken - de Minzbergs, Ansoffs, Porters en Shell-scenarioplanners - te hebben verslonden, ben ik de afgelopen tien jaar strategisch-management-'leesmoe' geworden.
Te veel suggesties van 'in control' en te weinig vlees en bloed in de mix. Te veel de rationele mens als uitgangspunt, te weinig de grillige. En te veel de bekende, meetbare variabelen in de vergelijking, te weinig de onbekende.
Enkele weken geleden zond Ernst & Young me een recent boek toe met als titel 'Strategic Control. Het professionaliseren van intern toezicht op strategievorming'. Met een goudgerand voorwoord van ons aller Jan Peter Balkenende die nu zoals bekend huist op de E&Y-burelen.
Het is vooral geschreven voor commissarissen. Al met al was het voor deze met achterstallig onderhoud beladen lezer een zeer nuttig boekwerkje. En ik was prettig verrast dat de twee auteurs, Ewald Breunesse en Michiel de Vries, ook enkele sociaal-psychologische perspectieven hebben meegenomen.
Dat laat onverlet dat de vlindertjes in mijn maag niet minder met hun vleugeltjes klapperen. 'Nuttig', zeggen ze, 'maar de praktijk loopt toch iedere keer weer iets anders'.
Dus suggereer ik voor de tweede druk een 'disclaimer' om de doelgroep op het puntje van de stoel te houden. Wat mij betreft op pagina 0. En wie weet, goed voor alle (strategisch-) managementboeken:
L.S.
De wereld is jaren, decennia, eeuwen overspoeld geweest met goede bestuurlijke raad, een weelde aan managementtheorieën en beheersingsgereedschapskisten. Vooral de afgelopen twee decennia. Culminerend in een uitbundige en overvloedige risicomanagementliteratuur en een proliferatie aan concurrerende 'good governance' codes en regelgeving.
Onze voorvaderen zouden er zich de vingers bij aflikken. En ze zouden met verbazing kijken naar financiële-crisispuinhoop die in het kielzog van deze kennislawine is achtergelaten, ongeacht welk bestuurlijk of toezichtmodel ook is gehanteerd: Anglo-Amerikaans, of Westfalen.
Iedere Nachwuchs-generatie moet helaas keer op keer weer hardhandig en hardnekkig ontdekken dat achter ieder concept een sterkere, vaak averechtse praktijk schuilt.
Ook in de aanloop naar de 21ste eeuw hebben commissarissen in de financiële sector er vinger-in-de-neus-oogwrijvend bij gestaan toen er voor en tijdens de financiële crisis, onder diezelfde neus, een geweldige troep van werd gemaakt. En daarmee heeft het aloude adagium "you can take a man to the university, but you cannot make him think", weer eens haar eeuwige waarde bevestigd.
Wij willen maar zeggen: Dit boek is geen substituut voor het gebruik van de eigen hersenen, goede neus, en constructief-kritische instelling. Professionalisering betekent niet het uitbesteden van eigen actie en zorgplicht - iedere keer weer, bij ieder bedrijf, in iedere situatie, vooral als het zo goed lijkt te gaan.
Want managementtools en theorieën zoals in dit boek beschreven zijn precies dat: gewoon gereedschap en theorieën. Niet meer, niet minder. Allen even goed of slecht als hun gebruikers.
Die op hun beurt allen, zonder uitzondering, deel zijn van de oplossing en van het probleem. Auteurs en lezers van dit boek niet uitgesloten.
Het gaat om kennisoverdracht en gereedschapsverstrekking. Die gebruikt of misbruikt kan worden. Of gevoegelijk genegeerd.
De hier aangeboden recepten geven een betere mogelijkheid, zeker geen zekerheid, om wensdenken en -doen, of zwijgende veronderstellingen, uit te roken.
Maar - en ook dat is best goed nieuws - het kan nooit de relevantie of volledigheid garanderen van gemaakte bestuurlijke veronderstellingen (zelfs niet als we ons beperken tot de 'big systemic tickets) of de verleidelijke geur neutraliseren van het grote geld. Of de horizon verbreden van wie toch comfortabel is en blijft met een bord voor de kop, zolang er maar wordt betaald voor bewezen diensten: fiat op gedane zaken.
Voor toezichthouders is een dichtgevinkt 'good governance dashbord' slechts een beginpunt, niet het eindpunt. Dan pas begint de kunst (geen wetenschap!) van het toezicht, van het doorprikken van luchtballonnen en fata morgana's, het naar bovenhalen van institutionele taboes en het verbreden van de horizon.
Vooral als dat meer laat zien dan ons lief is. En ook als u daar niet meteen de populariteitsprijs voor krijgt.
Anders schept u alleen maar vals vertrouwen. En daar hebben we dit boek niet voor geschreven.
Hoogstens als opstapje. Voor stapjes die u wel u wel zelf zult moeten maken.
Leuker kunnen wij het niet maken
De auteurs
PS: Oppassen bij het opstapje!